Kim: “Ik werkte al bij Galerie Bart en deed ook mee aan de organisatie van andere festivals. Ik heb Vergelijkende kunstwetenschappen gestudeerd, daarbij was altijd veel aandacht voor het samenkomen van verschillende disciplines. Ik genoot van het werken in de galerie, maar ik miste dat interdisciplinaire. Destijds zaten veel makers een beetje op hun eigen eilandje. In zo’n relatief kleine stad als Nijmegen wisten velen niet eens van elkaars bestaan. Ik dacht: dit kan anders en leuker. Het UIT festival was er al, maar we wilden meer doen dan een openstelling met kraampjes waar mensen een folder kunnen meenemen. Van de Kunstnacht wilden we echt iets bijzonders maken, een festival op zich.”
Zaterdag 21 september is het weer tijd voor de Nijmeegse Kunstnacht. Al sinds 2009 kan het publiek ieder jaar genieten van een nacht vol samensmeltingen tussen muziek, dans, beeldende kunst, film, theater, multimedia, wetenschap, literatuur en poëzie. 3voor12 Gelderland spreekt met oprichter en artistiek leider Kim Uittenhout en projectcoördinator Julia Vrenken over hun steeds groter wordende evenement.
Kim, jij hebt de Kunstnacht negen jaar geleden opgericht. Hoe is het allemaal begonnen?
Typisch voor de Kunstnacht zijn de samenwerkingen tussen de deelnemers. Vertel daar eens wat meer over.
Kim: “Ongeveer de helft van de culturele organisaties in Nijmegen heeft geen fysieke locatie waar je als bezoeker naartoe kunt. Music Meeting, Go Short, Wintertuin, zij zijn allemaal producerend en hebben geen locatie buiten een kantoor. We wilden juist hen ook een podium geven buiten de reguliere festivals om. Zo zijn we uitgekomen op het maken van combinaties van twee partijen samen. Telkens een samenwerking tussen één organisatie met en één zonder fysieke locatie. Zo zie je alle smaakmakers van de Nijmeegse cultuur.”
Blijft het meestal bij één keer samenwerken?
Julia: “Zeker niet! Na al die jaren komen we nog steeds op nieuwe en verrassende combinaties tussen partijen, maar sommige samenwerkingen werken gewoon heel goed en blijven interessant. Dan zetten we ze bijvoorbeeld een jaar later weer samen, maar dan op een nieuwe locatie.”
Kim: “En we merken dat partijen elkaar telkens weer weten te vinden. Dat is natuurlijk niet alleen aan de Kunstnacht te danken, maar we merken wel een enorm verschil met tien jaar geleden. Het Valkhof is bijvoorbeeld heel blij met dat ze door een samenwerking met bijvoorbeeld Cultuur op de Campus ineens meer jongeren aantrekken. Nu organiseren ze dansavonden tijdens de Vierdaagse waarmee ze andere doelgroepen binnenkrijgen. De Kunstnacht spreekt een heel breed publiek aan: festivalgangers, nieuwe studenten, ouderen, schouwburgliefhebbers, Extrapoolpubliek. Zo profiteert iedereen van elkaars achterban.”
Stellen jullie de combinaties zelf samen of doen de deelnemende partijen dat?
Julia: “We vragen altijd voorkeuren op, maar vervolgens gaan wij als matchmakers kijken wie er kunnen samenwerken. De koppeling doen wij dus, maar de artistieke invulling van het programma is aan de deelnemers. Het is natuurlijk belangrijk dat het een doorlopende voorstelling is, want bezoekers lopen ieder moment in en uit. Zo hebben we nog een aantal voorwaarden. Maar we willen juist gebruik maken van de expertise die de verschillende instellingen in huis hebben en niet te veel sturen.”
Kim: “Daarom hebben we ook gekozen om niet met een thema te werken. Met zoveel deelnemende partijen is het lastig alles te centreren op een onderwerp. Dan wordt het ook wat te geforceerd. Die mix van verschillende partijen is zonder sturing juist spannend. Daarom wordt iedere editie ook uniek. Neem onze galerie. Die heeft er bij elke editie totaal anders uitgezien: een keer een ervaring in het donker met kleine video’s, een andere keer een muziekpodium.”
Wat maakt dat de deelnemende makers telkens weer mee willen doen?
Kim: “Natuurlijk is het een manier om in de aandacht te komen en nieuwe doelgroepen binnen te halen. Maar daarnaast is het voor veel partijen ook een soort try-out moment. De organisatoren van het Drift Festival wilden bijvoorbeeld meer samenwerkingen met beeldend kunstenaars aangaan en gebruikten de Kunstnacht als moment om daarmee te experimenteren. Later zijn ze samen om de tafel gaan zitten om te zien hoe ze de samenwerking konden voortzetten. Het is mooi dat we die rol van verbinder ook kunnen vervullen.”
Wat willen jullie de bezoekers meegeven? Wat maakt de Kunstnacht bijzonder?
Kim: “Wij zien de Kunstnacht als één grote ontmoetingsplek, voor verschillende doelgroepen en kunstrichtingen. Wij kunnen mensen bij elkaar brengen op een manier waarop bijvoorbeeld een museum alleen dat niet zou kunnen. Stiekem krijgen mensen zo dingen mee die ze normaal misschien niet zouden zien. Het is dan meer dan alleen kijken naar een schilderij bijvoorbeeld. "
"Je kunt ook deelnemen aan kunst, onderdeel ervan worden, invloed erop uitoefenen. Soms hoor je mensen zeven jaar later nog over een voorstelling praten. Dat is natuurlijk prachtig. Genieten en gezelligheid horen ook bij de Nacht, maar kwaliteit is voor ons minstens zo belangrijk. In feite is het makkelijk om op elke locatie een feestje te bouwen. Dan zet je gewoon een bar neer en een dj. Maar het moet wel ergens over gaan.”
Jullie posters springen altijd in het oog. Hoe zijn jullie bij het campagnebeeld voor deze editie gekomen?
Kim: “We vinden het mooi als het beeld iets verhult. Een man die danst te midden van zwarte confetti, modellen die onder de verf zitten. De afgelopen twee jaar hebben we de poster laten ontwerpen door een kunstenaar. Dit keer hadden we zelf al een duidelijk beeld voor ogen: een man die omhuld wordt door een veelheid aan artistieke uitingen, verbeeld door ballonnen. Roy Soetekouw heeft de foto gemaakt. De ballonnen staan natuurlijk ook voor ‘Vier de nacht!’. Als je het dan toch over een thema wilt hebben: we gebruiken vaak de stijl van de poster als leidraad voor de aankleding van de editie, de bewegwijzering, t-shirts van de vrijwilligers, het eindfeest enzovoort.”
Waar zijn jullie zelf te vinden tijdens de Nacht?
Kim: “We stappen op de fiets en duiken af en toe een locatie in om te zien wat het geworden is. Maar vaak is het juist ook leuk om je om te draaien en naar de bezoekers te kijken. Sommigen gaan fanatiek met het boekje in de hand in sneltreintempo langs de locaties, anderen staan heel geconcentreerd naar een optreden te luisteren. We zorgen er in ieder geval voor dat we samen alles hebben gezien. We hebben ook een vrijwilligerscoördinator en locatiemanagers. Zo kunnen we zelf ‘vliegende keep’ zijn. We willen natuurlijk wel kunnen zien wat we uiteindelijk hebben neergezet.”
Wat gebeurt er als de Nacht voorbij is? Is het een kwestie van feedbacken, en hop, weer aan de slag?
Kim: “Eigenlijk wel. De nieuwe aanvraag voor subsidie moet al 1 oktober ingediend zijn. We zijn dus nu al bezig met de editie voor volgend jaar vorm te geven. Dan hebben we een maandje de tijd om te evalueren en af te ronden. Tegen het eind van het jaar maken we de nieuwe koppelingen zodat de deelnemers in januari weten waar ze aan toe zijn. Dan maken we ook de promofoto, die komt dan ook in jaaraankondigingen te staan.”
Julia: “Met zoveel partijen heb je zoveel tijd ook wel nodig. Het hele jaar door gaat met pieken en wat rustigere periodes, maar we zijn het hele jaar bezig.”
Zouden jullie het concept ooit willen uitbreiden naar andere steden?
Kim: “Als je genoeg organisaties hebt zonder vaste plek die graag willen programmeren zou dat best kunnen. Dat producerende karakter is wel typisch voor Nijmegen. Eindhoven blinkt uit in design, Arnhem in mode, Nijmegen is echt een festivalstad. Maar we willen liever groeien wat betreft bereik en inhoud dan in het aantal locaties."
"We vinden het geen probleem om partijen te betrekken van buiten Nijmegen, zoals ArtEZ of Arnhemse Meisjes. Voor de hoofdacts kijken we ook buiten de Gelderse grenzen. We scouten bijvoorbeeld op Oerol, Into the Great Wide Open en op verschillende kunstacademies. De Nijmeegse feel en sfeer zijn belangrijk, maar daar mag best iets van buitenaf bij komen om het programma-aanbod uit te breiden.”
Er staat hier in Galerie Bart een indrukwekkend sculptuur van Jordan Artisan, Construction Sight, waar hij maanden onder het oog van het publiek aan heeft gewerkt. Hoe kwamen jullie bij het idee een crowdfunding op te zetten voor dit werk?
Julia: “We wilden een flexibel podiumsculptuur laten maken voor de Kunstnacht als ontmoetingsplek voor artiest en publiek. Het publiek kon het werkproces op de voet volgen en ook feedback geven, die Jordan meenam in het maken van het sculptuur. Omdat we het publiek er letterlijk bij konden betrekken, hebben we ze ook om hulp gevraagd en zijn we de crowdfunding gestart.
Kim: “En het reikt verder dan deze editie. Het sculptuur gaat nu in première, maar omdat het multi-inzetbaar is kun je de Kunstnacht straks ook op andere festivals gedurende het jaar laten opduiken.”
Volgend jaar bestaan jullie 10 jaar. Gaan jullie dat vieren?
Julia: “Ja, natuurlijk, we gaan extra groots uitpakken! We willen voor de tiende editie sowieso iets unieks neerzetten, een extra speciale aftrap of een bijzonder eindfeest. Maar dat hangt nog af van de financiering. De gemeente Nijmegen staat altijd achter ons en de Provincie ziet ook zeker het belang van de Kunstnacht. Wie weet vinden we een leuke sponsor voor de jubileumeditie?"
Wat zijn jullie tips voor de aankomende editie?
Julia: “Het diner is dit jaar extra speciaal, met thema ‘Eet als een artiest’. Dit keer hebben we de locatie en het diner echt aan elkaar gekoppeld. Je wordt rondgeleid achter de schermen van Doornroosje en de huiskok, Nienke van Hunen, gaat voor het publiek een maaltijd maken. En natuurlijk de aftrap door Aafke Romeijn samen met lichtcollectief Blauwe Uur. Dat wordt ook een gave show.”
Julia: “Tussen de bierketels in de Oersoep brouwerij gaat Mensen Zeggen Dingen een heel boeiend programma maken. De performance van de Arnhemse Meisjes in samenwerking met Museum Arnhem is een aanrader. En Moving Futures gaat een moderne dansvoorstelling doen in De Bastei, een gangenstelsel onder de oude stadsmuren. Dat moet je ook meemaken. En vergeet niet de installaties die er te zien zijn langs de route van het centrum naar de Honig!”