"I am an exception, I am the exception" zingt Merrill Garbus op haar meest recente Tune-Yards-plaat. Een uitzondering op de regel voor witte muzikanten, die de wereld (opnieuw) koloniseren met hun gebruik van Afrikaanse samples en invloeden. Niet dat Garbus zichzelf die uitzonderingspositie geeft, integendeel. Maar ze geeft het tóe: ik ben een kolonist, "I might just take all the money and run". Iets dat haar (witte) toehoorders, ook hier op het Valkhof Festival, zich wat vaker zouden moeten realiseren. Maar niet zonder te dansen.

Nieuwste plaat I Can Feel You Creep Into My Private Life onderzoekt het ongemak van zingen over raciale kwesties, zoals politiegeweld tegen etnische minderheden, wanneer je zelf een witte vrouw bent. En dat Garbus zich daar zélf dus bewust van is: zong ze op doorbraakplaat Whokill (2011) niet over witte mensen die mee wilden doen met 'zwarte' subculturen, terwijl ze muzikaal uitvoerig leentjebuurde van Afrikaanse percussie-muziek? Staat ze een uur voor haar Valkhof-show niet te instagrammen hoe tof ze het optreden van de Togo All Stars vindt? Het is juist dat white guilt dáárover dat nu haar teksten domineert. 

Teksten die ze overigens niet meer solo ten gehore brengt. Wie Tune-Yards enkele jaren terug voor het laatst zag, toen nog in de migraine-opwekkende spelling tUnE-yArDs, zal vanavond verbaasd staan: weg is de chaos van het solo-optreden waarbij Merrill Garbus álles zelf aan en over elkaar heen knutselde. Long live de liveband waarmee we vorig jaar op Le Guess Who? al mochten kennismaken: een trio met 'gewoon' een drummer en een bassist achter Garbus.

Muzikaal is dat een aangename vooruitgang. Die chaos was leuk, maar daarmee had Tune-Yards hier - het is beduidend minder druk dan bij Togo All Stars een uur eerder - nog geen twintig mensen over gehouden. Dat lukt nu beter. Zeker omdat Garbus zélf vrij zacht in de mix staat: wie niet heel aandachtig luistert kan dansend de nacht in op de funky jarentachtig bas van Nate Brenner, of de strakke worldbeat-drums van Hamir Atwalzal.

HET CONCERT:
Tune-Yards, Valkhof Arc, dinsdag 17 juli

HET PUBLIEK:
Eerlijk is eerlijk: er lijken weinig 'kenners' in het publiek te staan. Veel staan met hun rug naar de show, al wordt op de toegankelijkere nummers stevig gedanst. 

WAS HET GOED:
Ja, zeker. Die nieuwe bandsamenstelling is muzikaal echt een vooruitgang ten opzichte van de chaos ten tijde van haar solo-optredens. Jammer dat die laatste plaat wat tegenvalt.

HET NUMMER:
Bij de verknipte post-disco van 'Water Fountain' gaat het voor het eerst vanavond écht los. Plots staan alle gezichten naar het podium.

(Tekst gaat door onder de foto)

Niet dat het nu strakke hapslikwegmuziek is geworden. Garbus springt op sokken van pedaal naar pedaal om haar stem te loopen, op drumpads te slaan, ukelele te spelen of opgenomen samples in- en uit te schakelen - het liefst allemaal in hetzelfde nummer. Ze is ook nog een steengoede zangeres: luister hoe ze zonder vocoder die gekke toonladders in 'Gangsta' en 'Look At Your Hands' zingt, of opeens aan Nina Simone doet denken in langzamer materiaal als afsluiter 'Free'.

Jammer dat het nieuwe materiaal muzikaal beduidend minder interessant is dan Nikki Nack en Whokill. Onbegrijpelijk dat het suf voortdrijvende 'Coast to Coast', vanavond een van de zwakste momenten van de set, een single is geworden. Frappant eigenlijk: net nu Tune-Yards live op haar leukst is, is het recente songmateriaal het zwakst. Als ze door ongelukkig tijdgebrek - Romperayo liep een kwartier uit, dat door de curfew niet mag worden ingehaald - ook nog Whokill-anthem 'Bizness' overslaat, slaat de finale van het optreden wat dood. 

CV Tune-Yards

2009BiRd-BrAiNs
2009Bird-Droppings (ep)
2011: Whokill
2014: Nikki Nack
2018: I Can Feel You Creep Into My Private Life

Het moment:

Na het openingstrio aan elkaar te spelen breekt de set open met 'Water Fountain', de single van derde plaat Nikki Nack. Het nummer is de kwintessens van Tune-Yards: politiek statement over neo-kolonialisme en capitalisme, zanglijnen die alle kanten op schieten, maar verpakt in een supercatchy liedje. Plots danst het merendeel van de aanwezigen met haar gezicht naar het podium. Het gebeurt nog enkele keren ('Gangsta', 'Heart Attack') bij met name oudere werk. Dansen, daar hebben de mensen nog wel zin in. Maar of de boodschap echt aankomt is de vraag.