Stefan: “De band bestaat al sinds 1996 en inmiddels zijn we toe aan de vijfde incarnatie. In het begin nam ik nummers op met een viersporenrecorder van Yamaha, cassetteopnames uit die tijd zijn in 2002 uitgebracht op vinyl. Aanvankelijk was ik in mijn eentje, maar er is al snel een band bijgekomen. Binnen de samenstelling van de band zijn telkens weer wisselingen geweest. Ik ben daarin de stabiele factor. We spelen overal in het Nederlandse club- en festivalcircuit en hebben voorprogramma’s verzorgd voor bands als dEUS, My Morning Jacket en Bettie Serveert. Onze muziek is geen coupletje-refreintje. Het is wat obscuur en ontstaat vaak wat organisch, zonder dat er bijvoorbeeld een logische lijn is van begin naar einde. Inspiratiebronnen zijn bijvoorbeeld Captain Beefheart, John Frusciante, Tame Impala, Tim en Jeff Buckley maar zeker ook The Beatles en Radiohead.”
3voor12 Gelderland spreekt de vier mannen van de Nijmeegse band Mummy’s A Tree in het prachtige industriegebouw van Cultuurspinnerij de Vasim, aan de noordwestzijde van het stadscentrum. Op zaterdag 23 juni is de grote hal van de Vasim de plek waar de nieuwe langspeler Goodbye Stratosphere wordt gepresenteerd. Wanneer koffie en thee zijn ingeschonken in uiteenlopende stijlen koffiemokken duiken we ons gesprek in. Maar niet voordat de band is voorgesteld: Stefan van den Berg (zanger/gitarist en vaste factor binnen de band), Martin Luiten (gitaar), Rick Weren (basgitaar) en Imre Elzer (drums/percussie).
Om te beginnen: Mummy’s A Tree was tot voor kort voor mij een heel bekende naam, terwijl ik de band en de muziek niet kende. Kun je me een korte intro in de band geven?
Mummy's A Tree
Wat zijn de hoogtepunten geweest in die goeie twintig jaar?
Stefan: “We hadden in 1997 meteen al een vliegende start doordat we geselecteerd werden voor de Characters cd, waarop ook Racoon, Dyzack en Merry Pierce stonden. Vanaf toen zijn we drie jaar blijven stijgen, totdat het op een gegeven moment klaar was met die bezetting. Dat werkte niet meer. In 2000 stonden we nog wel in de finale van de Grote Prijs van Nederland, waar we de publieksprijs helaas niet wonnen. Mijn overtuiging is nog steeds dat de oorzaak daarvan is dat onze bus met fans niet op tijd bij de Melkweg was vanwege te veel bier en nog meer plaspauzes. The Kevin Costners (de band waar bassist Rick destijds in speelde) heeft de prijs in 2006 wél gewonnen.”
Ik las over het overlijden van je moeder toen je zelf nog heel jong was. Heeft dat een directe relatie met de bandnaam?
Stefan: “Die heeft daar zeker een relatie mee. Toen ik dertien was overleed mijn moeder. Ik stelde me voor dat er een mooie boom groeide op het graf waar zij lag, waar zij dus deel van uitmaakte. Van die boom maakte ik een gitaar waarmee ik mijn muziek maakte. Dat beeld heeft me geholpen, ook bij het verwerken van haar dood in mijn muziek.” Dan lachend: “Tijdens een optreden laatst zei iemand dat we de bandnaam eigenlijk moeten omdopen naar Mummy’s A Guitar. Mummy’s A Tree is natuurlijk breder en mooier; de boom als oorsprong van leven, the mother tree.“
Er zit af en toe een flink aantal jaren tussen het verschijnen van de platen. Hoe komt dat?
Stefan, bedachtzaam: “Dat klopt. Na 2000 werd ik pas in 2005 en 2007 weer actief. Daarna duurde het tot 2009 tot Cadmium verscheen. En nu is het 2018. Het heeft deels te maken met inspiratie maar ook met heel praktische zaken.” Met een glimlach: “Kinderen krijgen slokt enorm veel tijd op. Ook heb ik een tijd gedacht dat ik geld moest gaan verdienen met muziek. Ik heb daarom met een akoestisch trio veel op feestjes en partijen gestaan en ook in Het Land van Ooit gewerkt. De aandrang om gewoon mooie muziek te maken werd uiteindelijk toch te sterk. Martin stuurde me half 2014 een mailtje met het voorstel een paar passende muzikanten te zoeken en een nieuwe Mummy-plaat te maken. Hij wilde op zoek naar een nieuwe benadering van mijn muziek om deze – en ook de emotie - tot volle wasdom te laten komen.”
Rick concludeert: “Zoals ik het zie staat deze plaat misschien wel het dichtste bij de intentie waarmee je ooit begonnen bent, Stefan.”
Hoe zag het totstandkoming van de plaat eruit?
Martin: “Er zitten zo veel lagen in het productieproces dat ik het heel lang moeilijk vond om met enige afstand naar de muziek te luisteren. Eigenlijk kon ik dat pas toen het resultaat op vinyl was geperst. De huidige bezetting van de band is ontstaan tijdens het productieproces van de LP. Stefan en ik hebben de basis opgenomen met Dries, onze vorige drummer. Toen Rick erbij kwam heeft hij nog wel partijen ingespeeld, maar er lag ook al veel. Daarna kwam Imre erbij. We hebben met z’n vieren inmiddels volop live gespeeld en veel nieuwe nummers geschreven. De volgende plaat wordt dus veel sterker een bandplaat.”
Hoe zijn Rick en Imre bij de nieuwe Mummy-formatie beland?
Rick: “Ik ben in 2016 bij stom toeval in de band beland. Ik bracht Martin een basversterker die hij nodig had, waardoor hij er achter kwam dat ik geen toetsenist maar bassist ben.” Met een grijns: “En toen ging het snel.”
Imre is met zijn twintig jaar veruit de jongste van het stel. “Ik heb het grootste deel van mijn jeugd in Noorwegen gewoond. Toen we terug gingen naar Nederland belande ik in Nijmegen. Ik was nog niet aan het studeren, had tijd te over en moest wat doen. Ik heb toen een briefje opgehangen bij De Lindenberg: ‘drummer zoekt band’, of zoiets.” Met enthousiaste blik: “Ik kreeg toen een mailtje met wat muziek erbij en wist meteen: hier wil ik wel bij horen!”
Stefan grijnzend: “Bijzonder feitje: Imre is geboren in het jaar dat onze eerste cassette uitkwam. Het leeftijdsverschil is groot en voor hetzelfde geld was er een enorme afstand geweest, maar dat gaat heel goed.”
Wat is het leuke aan zo’n jonge impuls binnen de band?
Stefan: “Wat naast zijn jeugdigheid heel fijn is aan Imre, is dat hij zelf liedjes maakt, dat vind ik heel fijn. Ik heb nog nooit eerder met een drummer gewerkt die dat doet. Imre kan echt in structuren en arrangementen van liedjes meedenken, koortjes zingen...”
Imre vult aan: “We zijn alle vier geen typische muzikanten maar meer kunstenaars die toevallig een bepaald instrument bespelen.”
En de inbreng van Martin en Rick?
Martin: “Ik heb de laatste jaren vooral veel aan improvisatie gedaan en had weer behoefte aan het maken van echte liedjes. Ik ken niemand die dat beter kan dan Stefan.”
Rick: “En ik kom juist meer uit de recht-toe-recht-aan popmuziekhoek en wilde graag meer ruimte en nuance. Die verschillende achtergronden maken een mooi geheel.”
Welk beeld heb je bij de albumtitel Goodbye Stratosphere?
Stefan: “We zoeken de ruimte op. Het kan betekenen dat je nog verder de ruimte ingaat of juist dat je met beide benen op de grond blijft. Dingen van een ander perspectief zien… Het is een plaat waar veel afscheidsliedjes op staan die vaak met een verandering van perspectief te maken hebben. Ik snijd niet bewust wereldse thema’s aan als milieuproblematiek. Anderen kunnen dat eruit halen, maar ik heb ze er niet bewust in gestopt.” Martin vult aan: “De titel raakt ook wel aan de huidige tijd waarbij we onszelf soms kwijt lijken te raken. Het leven wordt vluchtiger in onze digitale wereld. We moeten elkaar en ons mens-zijn misschien wat terugvinden.”
In het laatste kleine liedje komt voor het eerst de band naam terug: ‘My Mummy’s A Tree’. Wat is het verhaal achter deze afsluiter?
Martin trapt af: “Dit nummer kwam voorbij in de tijd dat het nog onduidelijk was hoe het met de plaat zou gaan. Wat wordt de volgorde van de nummers, moeten er nog nummers bij? Stefan gaf toen aan dat hij nog een ideetje had liggen, waarop we meteen een microfoon hebben klaargezet. ‘Neem maar op!’. Die eerste take is rechtstreeks op de plaat terechtgekomen. De meer progressieve nummers staan op kant B, waardoor de kleine afsluiter het weer in een heel ander perspectief plaatst.” Stefan: “Dat kleine liedje was ook precies wat de plaat nodig had om echt af te zijn. Ik ben gecharmeerd van heel kleine liedjes die platen afsluiten, zoals Her Majesty op Abbey Road en de opener en afsluiter op Pink Floyds Animals. En inderdaad, dat liedje gaat ook over die boomgedachte, verwijdering en de wens om te versmelten.”
In hoeverre speelt het verlies van toen nu nog een rol in je muziek?
Stefan denkt kort na voordat hij antwoordt. “Het blijft wel in mij aanwezig, het is een soort heimweegevoel en een gevoel van ontworteld zijn. Ze is zelf uit het leven gestapt en dat maakt het ook anders. Het werkt door in hoe ik nu in mijn leven sta en zal dat de rest van mijn leven ook blijven doen.”
Wat maakt Mummy’s A Tree geen standaard bandje?
Rick: “De manier van muziek maken van deze band spreekt me erg aan. Wat ik bijzonder aan de band vind is bijvoorbeeld dat we aan het begin al een soort mission statement hebben gemaakt waarbij ieder die in deze band zit aangaf wat hij wilde bereiken, met welke insteek hij in de band zit. Voor mij betekende dit dat ik mooie liedjes wil maken, maar deze met grote vrijheid wil benaderen. Goeie pop met ruimte voor improvisatie, los kunnen komen van de vaste set en opbouw van je optredens. Denk aan wat Hallo Venray tegenwoordig doet, dat vind ik heel gaaf.”
Martin: “We werken niet vanuit een formule waarbij vooraf duidelijk is hoe het moet klinken. We beginnen vanuit een gevoel waarbij er geen grens is met betrekking tot welke kant het kan opgaan. De mix van mooie melodieën en harmonische complexiteit zit heel erg in deze band en dat resulteert in een zeker lyrisch gevoel.”
Stefan: “Dat gevoel ontstaat vaak ook juist uit die zoektocht. Soms kom je tijdens het schrijven op een punt waar bij je denkt; standaard gezien zou ik nu die kant op gaan, maar wat als ik een halve toonsoort zak? Hoe kan ik zo’n akkoordomzet zo maken dat het toch logisch klinkt? Je komt dan op een kruispunt waarbij je een afslag neemt die je zelf niet verwacht en die een ander ook niet verwacht. En dat maakt dan soms weer nieuwe dingen en emoties los.
Rick: “En wat ik een fijne, ruige aanpak vind is om niet te lang te malen maar impulsief iets op plaat te zetten.”
Stefan, ik vroeg me ook af hoe jij je teksten schrijft. Ze lijken soms als verhalen die nooit het papier hebben gezien maar rechtstreeks zijn uitgesproken en vastgelegd.
Stefan: “Teksten maak ik heel associatief en ze zijn onlosmakelijk verbonden met de muziek, daarom is er ook geen tekstvel bij de plaat. Muziek en het moment inspireren mij tot woorden. En melodie en akkoorden kleuren de betekenis van de woorden. Meer dan de helft van de nummers van deze plaat vinden, zowel muzikaal als tekstueel, hun oorsprong in de repetitieruimte. In een aantal gevallen heb ik de tekst aanzetten zelf uitgewerkt (‘a little lightness’ over het startschot van de nieuwe Mummy bezetting, ‘Road song’ over heimwee naar een bepaalde fase in een relatie en ‘Pyjamas & Snowboots’, wat een onmogelijke poging doet suïcide te romantiseren). In een aantal gevallen heeft Gerco Hiddink (de eerste bassist van de nieuwe bezetting, later opgevolgd door Rick) dit gedaan (‘Going down’ en ‘Heaven is a game’), maar ook Martin geeft feedback. En zo zijn de teksten ook een groepsproces. Ik houd in het algemeen erg van openheid in een tekst, ondersteund door een openheid in het muzikale schema. Zo kun je er live ook nog alle kanten mee uit. Geen standaard couplet-refrein liedjes dus. Alhoewel daar absoluut niks mis mee is!”
Hoe gaat de lp release eruit zien?
Stefan: “Het wordt een festival. Het leek ons ontzettend leuk om het niet alleen te doen maar met een aantal bevriende bands.” Rick vult aan: “We spelen steeds bewuster en liever op bijzondere locaties en deze keer is dat onze eigen Vasim. De kroegen en de zaaltjes zijn leuk, maar de plekken die wat minder voor de hand liggen brengen meer nieuws en een andere dynamiek.”
Martin: “We hebben een programma met Howart, Boorwater, Michael Feuerstack (CA), The Naked Shortsellers, Danielle Liebeskind en het VJ-duo Slof en Nadia.” Stefan, lachend: “Het wordt een visueel spektakel dat zijn weerga niet kent!”
En het liveprogramma van de komende tijd?
Stefan: “Dat programma vult zich steeds meer op, van de Muziekkelder in Doetinchem tot een liedjesfestival in Almelo en van een kleine tour met Michael Feuerstack tot Concerto in Amsterdam. Houd onze Facebook in de gaten als je ons ergens wilt gaan checken!”