Robin: “Eigenlijk is alles aan mijn jeugd in Oss vrij standaard. Mijn vader was beroepsmilitair - hij was altijd weg – en mijn moeder werkte in een hotel. Ik was een heel introvert kind, heel lief op school en thuis juist druk. Het was fijn thuis. Dat ik muziek ben gaan maken, komt uit een grijs gebied, dat zit niet in de familie. Mijn ouders speelden vaak muziek, maar waren geen muzikant. Wat betreft muziek heb ik veel van mijn ouders overgenomen, zoals de muziek van Stef Bos. Ik begreep het nog niet helemaal, maar het kwam wel aan.“
“Ik heb mijn hele leven lang lopen dromen en ik heb altijd al gezongen. Opera’s bijvoorbeeld. Muziek en beeld kunnen veel vertellen zonder dat daar taal voor nodig is. Ik denk dat veel dromers de neiging hebben zich op die manier te uiten. Binnen mijn vriendengroep destijds was ik een weirdo in de goeie sense. Eigenwijs maar introvert. Pas op mijn 19e of 20e ben ik een soort van herboren. Toen ben ik me echt bewust geworden van de wereld om mij heen en mijn plek daarin. Daarvoor zit er een gat in mijn geheugen. Wie was ik toen? Ja, een jongetje dat zong…”