Precies aan het begin van dit decennium (1 januari 2010) besluiten vier jongens uit Ermelo de band Backgammon op te richten. Beïnvloed door klassieke rock weten Thijs van der Meulen, Hugo van Dam, Pim van der Meulen, Coen Peddemors precies hoe hun muziek moet klinken. Helden als Bob Dylan, Neil Young, Tom Petty, maar ook recenter Oasis, Babyshambles en Kings Of Leon dienen als inspiratie. De band bracht al twee ep’s uit (Get Rich uit 2012 en A Walk Back Home uit 2014), werden in 2014 door 3FM en 3voor12 gekozen tot Hollandse Nieuwe en in 2015 werd Backgammon tweede bij de Grote Prijs van Nederland. In het najaar van 2016 waren ze een van de meest geboekte bands van de Popronde.
De redactie hanteert het zwaard van Vrouwe Justitia en spreekt recht over wat rond is: de oogst van het zwarte goud en de glimmende schijfjes. Deze keer het titelloze debuutalbum van Backgammon.
De band
De muziek
Het titelloze debuutalbum is in de Mailmen studio’s in Utrecht opgenomen door Martijn Groeneveld (Dotan, Blaudzun, John Coffey), het artwork komt uit de familiearchieven. Het openingsnummer ‘Strangers’ is misschien wel meteen het sterkste nummer van het album. Goeie drive en de stem van Thijs van der Meulen heeft een aangenaam raspje. Daarna volgt ‘Gun In The Yard’ waar de band duidelijk refereert aan de broertjes Gallagher. Het derde nummer heet ‘Intro’ dat op zich prima past als intro op ‘Through The Back Of My Head’, maar hier als apart nummer wordt gepresenteerd, ondanks de speelduur van slechts 46 seconden. Backgammon heeft ‘Through The Back Of My Head’, al eerder als single uitgebracht, die het goed deed in Indie Chart van Indie XL en terecht kwam in Spotify New Music Friday NL. Toch is deze pianoballad, net zoals het erop volgende ‘Wondering’ redelijk standaard en daardoor een tikje saai.
Met het ook al eerder als single uitgebrachte ‘Oh Yeah!’ gaat het tempo weer iets omhoog. Sterk is het rootsy ‘Roofman – pt. 1’. Meteen daarna volgt ‘Roofman – pt.2’ dat begint met een onduidelijk en veel te lang geluidsfragment. Het nummer begint ingetogen, terwijl in het middenstuk het tempo omhoog gaat en Thijs van der Meulen zich echt overschreeuwt, om vervolgens weer subtiel te eindigen. Vervolgens durft de band ‘Southern Man’ van Neil Young te coveren en op de plaat te zetten. Niet onverdienstelijk, maar er schuilen twee gevaren in. Ten eerste gaat men jouw versie naast het origineel leggen en dan is de kans groot dat je het aflegt, zeker tegen zo’n klassieker. En dan is er ook nog een ander gevaar, namelijk dat het eigen materiaal in één keer schril afsteekt ten opzichte van de cover. Gelukkig geeft Backgammon het Neil Young-nummer een eigen draai, waardoor ze ermee wegkomen.
Het oordeel
Het Ermelso viertal Backgammon doet het goed. De band heeft zich al op diverse plekken in de kijker gespeeld en heeft al bijna 8000 luisteraars per maand op Spotify. Het prima debuutalbum is een album dat de band definitief op de kaart moet zetten. De lekkere rocksound is misschien nog niet helemaal eigen, maar ligt wel goed in het gehoor. Er zijn minpunten aan te wijzen, maar als Backgammon op toekomstige albums iets meer eigen smoel weet te ontwikkelen kan deze band best wel eens groot worden.