Drummer Erik Oexman over Oexfest in Luxor Live 3 september

"We hebben een dikke verrassing, ik weet alleen zelf ook nog niet welke!"

Eric Veltink ,

Voor dit interview kwam de Arnhemse drummer Erik Oexman op bezoek bij 3voor12 Gelderland. Als drummer bleef Oexman doorgaans op de achtergrond. Voor dit interview was dat niet helemaal het geval, omdat we naast zijn werk als drummer ook spraken over Oexfest; 'zijn' muziekavond in Luxor Live 3 september.

Kun je me vertellen wat Oexfest precies is?
"Oexfest is een double bill met de twee bands waarin ik speel: Faarjam en Jellephant & The Phantoms. Marijn de Valk, programmeur van Luxor, heeft me hiervoor gevraagd Dat leek me meteen een leuk plan, al vond ik dat er dan een derde band bij moest komen. Oexfest was eerst een grappige werktitel, maar dat werd de naam van deze avond. Ik vind het wel spannend, omdat een avond met alleen lokale bandjes in Luxor wel tricky is. Maar ik heb er zin in!"

Welke derde act komt erbij, naast Faarjam en Jellephant?
"Ik heb een soort all-star band samengesteld van muzikanten die ik heel tof vind. Daarmee gaan we een soort grote impro-act doen aan het begin."

Volgen er hierna nog meer Oexfesten?
(lachend): "Het is sowieso de eerste editie en de kans is heel groot dat het meteen ook al de laatste is… Luxor heeft wel het idee om vaker zoiets te organiseren met een lokale muzikant als bindende factor."

Als drummer sta je vaak op de achtergrond en word je doorgaans als bandlid bij een band gevraagd. Heb je de ambitie om ooit je eigen band samen te stellen om eigen ideeën vorm te geven?
Erik Oexman denkt even na voordat hij antwoordt: "Voor mijn examen op Pop & Sound moest ik dat wel. Daarvoor heb ik zelf muziek geschreven en een band bij elkaar gezocht (Bram Derksen, (Achterdochtig, New Best Friend), Faarjam, Rosemarijn Tuenter e.a., red). En het samenstellen van een soort Oexband? Het fijnst vind ik het toch om met iemand te spelen die iets heel eigens doet en daar dan mijn eigen ding in te doen. Dat vind ik veel interessanter en ik merk dat dat ook goed werkt voor de mensen met wie ik speel. Ik ben dus gewoon veel beter in een ondersteunende rol."

Hoe ben je eigenlijk achter het drumstel beland?
"Heel jong al. Met mijn twee broers playbackten we vaak al nummers, waarbij eentje net deed of 'ie aan het zingen was en de ander met een tennisracket gitaar speelde. Het is echt een fucking clichéverhaal, maar toen speelde ik al met potloden op speelgoeddozen. Vervolgens bleek een Molukse jongen, de coolste gast van mijn klas op de basisschool, te drummen. Omdat we thuis niet genoeg geld hadden voor een drumstel, bleef het nog een tijd bij judo en voetbal, totdat we vlakbij een muziekvereniging gingen wonen. Die vereniging heette de KTVM, de Koninklijke Tielse Vrijwillige  Muziekvereniging. Daar mocht ik in de marching band spelen. Dat is net zoiets, of misschien zelfs wel hetzelfde, als een fanfare. Als ik alleen maar een drumstel mocht vasthouden, vond ik het al lang prima, dus ik ging meteen spelen. Kort daarna ben ik bij de harmonie gegaan en vervolgens ben ik bij de big band ingelijfd."

Wat zijn 'grotere' drummers die je inspireren?
"Ik vind heel veel verschillende drummers tof. Vooral van die grote oude namen zoals Tony Williams en Art Blakey. Die mannen zijn enorm cool, omdat ze vooral echt klote-eigenwijs waren. Ik kan niet zo lang naar jazzmuziek luisteren, maar die drummers…"

Wat spreekt je aan in dat eigenwijze?
"Je hebt eigenwijsheid nodig om iets eigens te doen. Het is een soort charisma, ze gaan ervoor en ze staan altijd vol gas aan. Ze doen precies datgene waar ze achter staan en ze doen het altijd vol energie! Dat is wat ik bewonder aan die drummers."

Wat maakt in jouw ogen een goede drummer?
"Je moet als eerste jezelf echt goed kennen om iets nuttigs toe te kunnen voegen aan een band. Zeker als drummer heb je zelfverzekerdheid nodig waar de band op kan bouwen. De basis is dat je in een band speelt en dat de bandleider weet dat het ritme staat als een huis. Verder is het belangrijk dat alles raak is, elke klap moet er bovenop zitten. Het is tof als je als drummer iets heel erg eigens hebt. In sommige bands is 'alles raken' genoeg, terwijl je in andere bands door je eigen stijl heel veel kunt toevoegen."

En waardoor herken je Oexman als drummer?
"Omdat ik in die harmoniewereld ben begonnen, is mijn ding wel dat ik alles voor precies het juiste geluid doe. Het moet echt klinken zoals ík wil dat het klinkt. Met de dirigent van het orkest spraken we nog wel eens voor de repetitie af om een half uur op een trom te slaan, stukjes tape erop te plakken of andere stokken te proberen, totdat we dát geluid hadden gevonden dat we zochten. Op die manier kan ik nu nog steeds uren met mijn drumstel bezig zijn, wat dat betreft ben ik echt een freak. Volgens mij klink ik daardoor altijd wel goed in de band en ik kan vooral ook prima luisteren naar de muzikanten om me heen. Daardoor weet ik wat de muziek van mij vraagt. Dat is wel typisch iets van mij."

Zou je het verschil kunnen duiden tussen het spelen in Faarjam en Jellephant?
"Binnen Faarjam ben ik op het podium min of meer de bandleider. Daar is het zaak dat je de tempo’s raakt en de muziek is daarbij een stuk dynamischer. Het gaat van het heel zachtjes spelen met brushes een maat later makkelijk over naar normale stokken en het vraagt iets meer zekerheid van mij als drummer. Bij Jellephant kan ik dat heel goed delen met bassist Pim Walter, we kunnen elkaar volledig vertrouwen. Bij Faarjam komt het echt op mij aan en dat kan ook omdat ik al zes jaar met Massoud binnen Faarjam samenspeel. Eén blik is genoeg om te weten waar hij naartoe wil."

"Jellephant is meer een bandjes-bandje waarbij we het als band echt samen moeten klaren. Ik heb daar ook meer invloed op mijn eigen partijen, waar Massoud zelf al volledige drumparijen uitschrijft. Jelle schrijft in zijn nummers een tamboerijn en een snaredrum en op basis daarvan mag ik aan de slag. Daarin heb ik meer vrijheid. Verder veranderen die nummers veel sterker tijdens repetities en is het natuurlijk een stukje harder spelen."

Je geeft ook drumles, wat leert dat jouzelf?
"Als je een instrument echt goed wilt beheersen, moet je er les in gaan geven. Ik heb door de lessen bijvoorbeeld veel beter geleerd hoe een drumstel werkt en wat echt belangrijk is bij het drummen. Het is binnen de lessen belangrijk om plezier te maken en om met muzikaliteit te spelen; het gaat niet om oefeningen en trucs leren. Daar heeft niemand wat aan. Het maakt je er dus heel bewust van hoe je een muzikale drummer wordt in plaats van iemand die te technisch en vanuit het hoofd speelt. Ach, als ik zo’n leerling achter het drumstel zie zitten, realiseer ik me altijd wel weer wat een fucking leuk instrument het is. Het helpt me ook wel om het allemaal niet té serieus te nemen."

Welk nummer van je huidige repertoire is het lastigst om te spelen en waarom?
Erik denkt lang na voordat hij antwoordt: "Uiteindelijk moet je ze allemaal down hebben, maar van het nummer 'Bi To' van Faarjam is eigenlijk geen maat hetzelfde. Hij is vrij simpel, maar om het hele nummer het tempo goed te houden en niet te gaan vertragen of versnellen, dat is bijzonder moeilijk."

Wat is je belangrijkste ontwikkelpunt als drummer?
"Wat altijd een punt zal blijven, is om de tempo’s gewoon te raken, lekker er bovenop. Bij mij groeit dat met een nummer meestal vrij snel, maar je hebt sessiedrummers die bij de eerste keer dat ze een nummer spelen al zonder enige twijfel helemaal raak zitten. Dat gevoel heb ik zeker, maar het heeft vooral te maken met zekerheid en kilometers maken."

Ludwig of Slingerland?
(met een grijns): “Nou, Slingerland heeft een serie gemaakt…..In principe maakt het allemaal niet uit. Ik heb een goedkope set van Sonor en die zou ik zo naast een Ludwig of een Slingerland kunnen zetten. Slingerland heeft na WOII een rolling Bomber serie gemaakt die volledig van hout is gemaakt omdat de metaalindustrie op z’n gat lag. Dat zijn echt fucking mooie drumstellen. Dat zou mijn reden zijn om Slingerland te kiezen."

Dave Grohl of Bob Hogenelst?
(lacht): "Wie is Bob Hogenelst? O, hij! Die ken ik zeker, van Birth of Joy en binnen Baskar is hij ook nog een hele goeie jazzdrummer. Ik heb hem in de bovenzaal van Luxor eens gezien met de impro-band Thee Hämmer en that blew me away. Ook kom ik hem in de supermarkt vaak tegen, maar dan voelt het gek om wat te zeggen."

Kwam je hem tegen bij de drumsticks?
"Nee, bij de rucola. Bob is de shit dus ik ga voor Bob!"

Wat zijn je meest exotische invloeden qua drumstijl?
"Stiekem heb ik heel veel klassiek gespeeld, dat heeft sterke invloed op mijn benadering van het drummen. Verder heb ik me een tijdlang verdiept in de muziek uit New Orleans, waar veel Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse stromingen samenkomen. Bij mij is het - denk ik - meer een combinatie van duizend dingen. Je hebt van die drummers die jarenlang een dertien-achtste maatsoorten uit noordwest-India gaan bestuderen en dat helemaal de shit vinden, maar ik spring makkelijk van klassiek naar hiphop."

Houd je van het nieuwste van het nieuwste of van vintage?
"Ik houd wel van vintage, al is dat tegenwoordig sowieso al hip om dat te vinden. Vroeger werden drumstellen gewoon veel beter gemaakt dan de meeste van nu. Als ik al het geld van de wereld zou hebben, zou ik Lignum spelen. Dat is een klein Belgisch merk. Ik ben er een paar keer geweest; die bouwer (Gert Breugelmans) zoekt zijn eigen bijzondere bomen en hij maakt zijn drums ook op een heel andere manier dan andere bouwers dat doen, namelijk uit duigen. Zijn hout behoudt het karakter, waardoor een esdoorn bijvoorbeeld compleet anders speelt dan een beuk. Ik zal je de details besparen maar daar kan met grote afstand geen fabriek tegenop!"

Wat zijn je ambities voor de komende vijf jaar?
"Ik wil sowieso een site beginnen om online drumlessen te beginnen, dat is een ambitie voor de korte termijn. Verder wil ik zover mogelijk komen met de bandjes waar ik nu in speel en er zoveel mogelijk plezier in houden. Er zijn natuurlijk nog wel heel veel mensen met wie ik eens zou willen drummen. Zoals Wout en Rocco van Donnerwetter, Miriam Moczko en Marielle Woltring. Ik zou het ook tof vinden om weer iets met klassiek slagwerk te doen. Er zijn hele mooie composities gemaakt voor klassiek slagwerk, of paukenist in een 'dikke' symphonie: dat zie ik mezelf ook nog steeds een keer doen."

Tot slot: waarom zou heel Arnhem op 3 september naar Luxor moeten komen?
"Omdat het twee hele toffe bandjes zijn in ieder geval. En omdat er nog een dikke verrassing is met het eerste bandje, waarbij ik eigenlijk zelf ook nog geen idee heb wat er gaat gebeuren. Het zal in ieder geval iets bijzonders zijn!"