#4DF16: The Sheepdogs zetten geen stap verkeerd

Lekkere, gladde show die steeds meer gaat klinken als The Black Keys

Patrick Schimmel ,

Het Valkhof Festival staat elk jaar vol met acts die het randje opzoeken. The Sheepdogs zijn niet dit soort band. Dankzij de retestrakke en herkenbare rock ’n roll - die het terecht al jaren goed doet op festivals - kunnen Ewan Currie en zijn mannen rekening op flink wat krediet bij het publiek. Zijn zij ook vandaag in staat om een verrassend leeg festivalterrein te doen volstromen?

The Sheepdogs zijn een Canadese rockgroep die ondertussen al weer wat jaartjes aan de weg timmert. Met vloeiende countryrock over zuidelijke melancholiek kan de afkomst van de band menigeen verrassen, maar de band kent zijn klassiekers. The Allman Brothers, The Grateful Dead, dat soort werk. Desalniettemin hangt de vlag van het Canadese Saskatchewan fier aan de orgel. "Who is feeling good, my baby?"

Is er iets veranderd met de komst van Future Nostalgia?
Er is inderdaad een gloednieuwe plaat uit. Muzikaal blijven The Sheepdogs een uitstekende band als het gaat om broeierige rock ’n roll. Nummers als 'Back Down' en 'Feeling Good' werken simpelweg gewoon. Dat geldt zelfs voor een publiek dat onbekend is met het werk van de Canadezen. Met 'Bad Lieutenant' hebben ze overigens, zonder schaamte, een echte The Black Keys-kloon in huis.

En wat blijkt, ze zijn daadwerkelijk een samenwerkingsverband aangegaan met Patrick Carney, voor de onlangs verschenen plaat. Iets dat in 2012, tijdens het opnameproces voor The Sheepdogs, ook al het geval was. Het leeuwendeel van de gespeelde nummers kwam overigens van deze twee uitstekende platen. Het verklaart vooral waarom ze gelikter klinken dan ooit.

Gelikt, dat is goed toch?
Zo gepolijst als The Sheepdogs nu zijn, zo sterk is de eenheid op het podium. Het is bijna eng om te zien hoe ingespeeld deze band is en hoe ze elkaar in beweging en geluid vinden op het podium. Zelden een band gehoord die zo sterk is met zijn achtergrondvocalen. De luisteraar krijgt dan ook de indruk dat de band gedurende de (veel te korte) drie kwartier speeltijd voortdurend op één lijn zit. Ze zijn opgewekt, spelen met energie en de swing schiet erin bij het inzetten van elk refrein. Toch wordt het nergens echt spannend en het publiek lijkt meer te reageren op de kwaliteit van de muziek, dan op de performance van de mannen. Een routineklusje dat al afgelopen is voordat het op gang komt.