Drie albums hebben Kitty, Daisy & Lewis inmiddels op hun naam staan, waarvan het debuut Kitty, Daisy & Lewis uit 2008 het meest succesvolle is. Hierop maakten we kennis met hun authentieke geluid, geïnspireerd op diverse rootsy muziekstijlen uit de jaren twintig tot en met vijftig van de vorige eeuw. 'Going Up The Country', een cover van Canned Heat, werd zelfs een bescheiden hit.
#4DF16: Kitty, Daisy & Lewis niet de gedroomde afsluiter
Routinematig optreden komt pas laat op gang
Het is een bijzondere band, dat Kitty, Daisy & Lewis, bestaande uit de zussen Kitty en Daisy en hun broer Lewis Durham. Op het podium wordt het Britse drietal aangevuld met pa en ma Durham. Een mooi familiefeestje dus zou je zeggen. De mix van rock ‘n’ roll, rockabilly, country, jazz, ska, reggae en blues heeft zich al jaren bewezen op diverse (grote) podia. Waarschijnlijk de reden dat dit vijftal vanavond het Valkhoffestival mag afsluiten. Toch oogt de band wat vermoeid.
Wat gebeurt er op het podium?
De zussen Kitty en Daisy zijn opvallende verschijningen. Kitty komt op in een groen glimmende catsuit (naar verluidt door haar moeder gemaakt!) en Daisy doet ergens wat denken aan Amy Winehouse door haar korte zwarte jurkje, donker haar en hoge leren laarzen. Lewis, in een nette fiftiesbroek en blouse, en pa en pa, vallen wat kleding betreft minder op.
Gedurende de set wisselen de bandleden voortdurend van instrumenten en nemen ze om beurten de leadvocalen voor hun rekening. Bekendere nummers als 'Baby, Bye Bye', 'No Action' en het genoemde 'Going Up The Country' worden afgewisseld met minder bekende tracks en opvallend veel nieuw werk. Hoewel de band prima speelt, oogt het geheel wat routinematig. Slechts af en toe kunnen we de bandleden betrappen op een glimlach. Hebben ze het wel naar hun zin? Is dit het einde van een drukke tour? Zitten ze met hun hoofd al bij de opnames van die nieuwe plaat? Het publiek lijkt het overigens weinig te deren, men heeft zin in een feestje, dus gedanst wordt er toch wel.
De band treedt toch ook altijd op met een Jamaicaan?
Inderdaad wordt halverwege de set de Jamaicaanse trompettist Eddie 'Tan Tan' Thornton aangekondigd als special guest. Een oudgediende die in het verleden met vele grootheden uit de reggae en ska heeft samengewerkt. Hij heeft er duidelijk wel zin in, en even slaat dat enthousiasme ook over op Kitty, Daisy en Lewis, o.a. bij het sterke 'I'm So Sorry' en 'Turkish Delight'. Als Tan Tan van het podium verdwijnt en de band enkele langzamere nummers speelt, ebt dat enthousiasme weer een beetje weg.
Niet de gedroomde afsluiter dus?
Niet echt. Steeds heb je het gevoel dat er meer ingezeten had als het optreden minder routineus was geweest. Hoewel de toeschouwers enthousiast reageren, is het niet één groot feest zoals we in het verleden hebben gezien bij afsluitende acts op het Valkhoffestival.
Toch volgt er nog een laat hoogtepunt van de set: in de toegift wordt een dansbaar, steviger nummer gespeeld dat eindigt in een soort jam. Eindelijk lijkt de band er echt zin in te hebben. Volgende keer misschien meer van dit soort nummers?