De eerste muzikale geluiden die het kleine, schattige festivalterreintje van Waalpop versieren, komen uit het Park en zijn van Power to the Pipo. Vanuit hun omgebouwde caravan weten deze ras-entertainers, die de hele dag als intermezzo-bandje de leegtes opvullen met groovy, funky, heavy dansmuziek, het publiek buiten goed warm te houden. Pseudo-slangachtige capriolen worden door het dansende publiek ten tonele gebracht onder begeleiding van deze jolige toonkunstenaars.
In tegenstelling tot Inlakech, die Binnen zorgt voor een haast sacrale beleving bij slechts een handjevol mensen: het is helaas nog erg rustig binnen de betaalde muren. Met hun groovy indiefolk en de engelenstem van Nienke Lohuis bouwen ze hun set langzaam uit van iets heel kleins tot iets heel groots. Hoogtepunt: Tina Dickows 'Count To Ten'.
Eerste editie Waalpop blijft netjes boven water
Sfeerimpressie van Nijmegens nieuwe festival op de kade
De laatste zomerse zonnestralen werden collectief vaarwel gezegd onder het genot van lekker eten, fijne mensen, een stille Waal en speakers vol muzikale decibellen. In de assen van Nijmegens geliefde ravetempel Waalhalla werd de geboorte van dit nieuwe culturele evenement gevierd.
Waalpop festival, Honigcomplex, 3 oktober 2015
Volgende tussenstop: Roy Santiago. Deze man, die Nijmeegs bloed door zijn aderen heeft kolken, probeert de mensen Buiten aan het dansen te krijgen. Zijn wapen: muziek die lijkt op een besmeurde versie van Arcade Fire waarbij de overall sound iets meer naar de extremen is getrokken. Van het timide, bijna ambient 'You Are Not My Sister' tot aan het meer experimentele 'Devotion', dat overigens ook de naam is van zijn nieuwe album.
Op dat moment valt het pas op hoe weinig bezoekers er zijn. Natuurlijk is het pas kwart over vijf en dikt het nog wel aan als de avond valt, maar de schrale opkomst in de middag geeft Waalpop eerder een opgeblazen De Kaaij-imago. Waarbij vooral de drankjes en de leuke gesprekken voorop worden gesteld en de artiesten meer live-liftmuziek verzorgen dan echt een entertainers-functie hebben. Jammer genoeg weet Roy hier ook geen grip op te krijgen met zijn energieke attitude. Louter de eerste twee rijen, bijna vijf meter verwijderd van het podium, durven de voeten ritmisch te verzetten.
Maar wanneer de dag begint te twijfelen tussen licht en donker en een prachtig palet aan kleuren zich aan de hemel toont, lijkt het collectieve sfeergevoel te verdubbelen. Binnen hebben zojuist The Applejacks met hun combi van Django Djangos dansmuziek en Dewolffs ruige riff-formule wat mensen wakker geschud die vervolgens bij de funkalicious soundscape van Koffie een spreekwoordelijk buideltje energie hebben geopend die de rest van het publiek aan lijkt te steken. Het is acht uur ’s avonds en de zon heeft de warmte meegenomen naar de andere kant van de wereld, dus er moet gedanst worden om het warm te houden. Gelukkig duikt Power to the Pipo weer op om voor de laatste keer, vanuit hun uitgebouwde caravan, wat kilootjes te laten verdwijnen.
Nu lijkt het alsof Waalpop alleen is gemaakt om energie te trekken, maar dat is niet zo. Op Centraal – het schattige binnenpodium – bewijst Loes Swinkels dat je op ‘het Nijmeegs festival aan het water’ ook heerlijk tot rust kunt komen. Met haar heerlijke zwoele blues-sounds, omlijnd met een randje warme country-feel, transporteert Loes je met haar stem naar ongekende plekken. Na 'December' is het zo stil dat je het kleinste speldje ter wereld zelfs zou kunnen horen vallen. Loes laat de dag als een reis voelen waar zij het ene uiterste van is: een heerlijk rustpunt om met je vastgenagelde voetjes bij weg te dromen.
Dat andere uiterste is Leeways. Man oh man, deze gasten maken show. Met hun uit de kluiten gewassen mixture van reggae, funk en rock en hun vriendelijk-agressieve voordracht maken ze geen gesprek meer mogelijk in het publiek. Zware zielsarbeid wordt hier verricht. Alleen het combo - gitaar, drums en bas - zouden al een hele zaal plat kunnen spelen, maar met de kracht van Segal Le Corre ‘Siggy’ en Riso Thode ‘Benjamin T’ op de mic gaat het door de keiharde betonnen vloer. Volgende week komt hun nieuwe album Tales of a Madman uit. Zeker waard om even te checken.
Tussen de muzikale bedrijven door is het bijzonder aantrekkelijk om een kijkje te nemen bij één van de vier eettenten (het is echt een klein terrein dames en heren!). Met een ambachtelijke hamburger, een crêpe Nutella, een Surinaamse roti op de vuist of een pizzini – een overheerlijke samensmelting tussen een pizza en een panini – kun je ontspannen onderuitzakken in een setting à la De Kaaij in een bijzondere industriële setting met de oude fabriekspanden van Vasim op de achtergrond.
Met de prijs van €2,50 per munt, een entree van €9,- in de voorverkoop en €12,- aan de deur is Waalpop erg vriendelijk voor de portemonnee. Nog snel even een speciaalbiertje scoren – de Oersoep Hopfather, die je bij ontevredenheid zowat de brouwerij terug in kunt gooien, zo dichtbij is het – en je kunt weer deelnemen aan de sonische rollercoaster.
Er komt bijna een einde aan de eerste editie van Waalpop. Gwandoya, die omgekeerde Oreo’s uit Deventer en Nijmegen, draaien nog een laatste plaatje terwijl Knarsetand hun gear op het podium sjouwt. De laatste getto-track wordt tussen de graffiti-muren van het Honigcomplex geblazen waarna Knarsetand de laatste geluiden buiten mag verspreiden.
Met hun eclectische moes van reggae, ska, balkan, drum ’n bass, gypsy en pop krijgen ze menig gezicht op 'what-the-fuck'-stand. Vooral bij de eerste drop – dat is dat moment waar de muziek langzaam naar toewerkt en waar bij de climax iedereen ‘insane in the membrane’ gaat – raakt menig onderkaak van Knarsetand-newbies de onregelmatige betonnen vloer van het terrein. Na de eerste en laatste moshpit van de dag lijkt iedereen uitgeteld en sluit Knarsetand de eerste editie van Waalpop af.
En zo laat Waalpop een welverdiende goede eerste indruk achter in de festivalscène. Misschien nog niet zo goed bezocht als het zou moeten, maar met de getoonde potenties van het festival zou het volgend jaar minstens zo succesvol moeten worden.