Ricardo, oftewel Daniel Cane, begon zijn carrière als muzikant alleen. “Mijn beide peetouders werken in een poppodium in Enschede en zodoende was popmuziek acht jaar lang aan de orde van de dag. Toen ik drie en een half jaar geleden uit Enschede wegging en in Nijmegen kwam wonen had ik al zo’n stap achter de rug dat ik besloot meteen door te stomen en de volgende stap te zetten. Op een avond ben ik onder de Waalbrug gaan zitten met mijn gitaartje en heb ik 'Exit Stategy' geschreven. We hebben het opgenomen in de kelder van poppodium ATAK in Enschede en releasten hem op 21 oktober 2013. Toen het zes uur online stond was het al 600 keer beluisterd. En zo is het begonnen, een maand daarna volgde mijn allereerste show in het Nijmeegse café de Deut. ”Vanaf dat moment is het in vogelvlucht gegaan en in maart was de eerste bandshow in de kleine zaal van de ATAK." The Rebellion, de band achter Ricardo, was geen opzichzelfstaande band. Chris:” Rico zegt tijdens optredens altijd: ‘ik ben alleen begonnen maar op gegeven moment kwam ik erachter dat dat hem niet ging worden.’ En dan schreeuw ik door de microfoon: ‘ja, daar kwamen wij ook achter!’ We zijn te hulp geschoten om de muziek een beetje meer body te geven.”
Clubavond 3voor12 Gelderland: Daniel Cane & the Rebellion
“We zijn in constante ontwikkeling, wij gaan sneller dan de muziek.”
Aankomende vrijdag presenteert 3voor12 Gelderland in Merleyn de release van de nieuwe ep van Daniel Cane & the Rebellion. Met ‘Home’ komt de zeskoppige singer-songwriterband naar eigen zeggen met een nieuw Nijmeegs kindje. We spraken met frontman Ricardo en mondharmonicaspeler en tweede stem Chris in de iconische Valkhofkapel over thuiskomen in Nijmegen en het hectische leven van een opkomende band.
Ricardo: “Onze nieuwe ep is eigenlijk het ultieme Nijmeegse kindje. Nijmegen is de plek waar ik me vanaf minuut één thuis voelde en niet meer weg wilde en hoefde. De stad heeft me veel mooie dingen gebracht maar ook veel nare dingen. Ik heb een aantal heartbreaks meegemaakt en dat is toch een basis geweest voor mijn muziek. Dat klinkt misschien een beetje zwaar maar we brengen onze muziek op een vrij luchtige manier. We krijgen wel eens naar ons hoofd geslingerd dat we op Damien Rice lijken maar we zijn wel wat vrolijker dan dat.” De ep bestaat uit vier liedjes, allemaal met een bepaald verhaal: “Ik heb bijvoorbeeld één liedje geschreven op het balkon van een vriend van me. Ik zat een beetje te tokkelen op het balkon en toen heb ik daar ter plekke 'Dancing On Cold Feet' geschreven. Het gaat erover dat je niet meer durft, na zo vaak op je bek te zijn gegaan bij vrouwen. Het nummer ‘Harbour’ is ontstaan toen ik verliefd werd op één van mijn beste vriendinnen. Ze deed dezelfde opleiding als ik, Culturele Maatschappelijke Vorming, en ik zag haar voor het eerst op een schoolfeestje. Ineens was ze daar. Na elkaar een tijd lang bijna elke dag gezien te hebben moest ik mijn gevoelens delen en besloot ik haar mee te nemen naar Antwerpen. In mijn jeugd heb ik veel voor mijn moeder gezorgd, dat doe ik overigens nog steeds. Ze is gehandicapt en zoiets als naar de dierentuin gaan zat er bij ons thuis niet echt in. Zodoende was ik nog nooit in de dierentuin geweest en het leek me wel eens tijd om daar wat aan te veranderen. Dus na een dag vol dierentuin en lekker eten liepen we over de Antwerpse pier. Ik keek haar aan en de zon scheen in haar haar en in haar ogen. Ze was zo mooi dat ik bij mezelf dacht: ‘Dit is alles wat ik wil hebben. Meer hoef ik niet.’ Daar raakten we over aan de praat en toen zei ze: ’Ja, luister eens, ik vind dit allemaal heel erg tof maar ik vind jou gewoon niet echt tof.’ Dan sta je daar in Antwerpen met je bek vol tanden, twee uur van huis af. Maar toch schreef ik toen de acht belangrijkste zinnen in mijn leven. Over haar. En die staan nu op de plaat. Dus daar ben ik haar wel dankbaar voor.”
Chris: “De waalbrug staat op de voorkant van de plaat omdat de oversteek van de Waal toch altijd een bijzonder moment is. Zodra je de brug over gaat zie je de kade, je ziet de Honig, je ziet de Kaaij. Home, je bent weer thuis.”
Eigenlijk is deze cd alweer een beetje gedateerd. Chris staat er niet op, de violist staat er niet op en de drummer die erop staat zit inmmiddels niet meer in de band. “We zijn in constante ontwikkeling, wij gaan sneller dan de muziek. We zijn twee keer van drummer veranderd, drie keer van bassist en we kregen er ineens twee leden bij. Ondanks dat er mensen komen en gaan blijft de chemie onderling erg goed. We dragen naar buiten dat we een knuffelbare club zijn, maar dat zijn we aan de binnenkant ook echt. We zijn gewoon een stel vrienden die muziek maken.” Ricardo: “Ik stond begin van het jaar op een showcase op Eurosonic Noorderslag en kreeg van daaruit te gekke dingen aangeboden zoals het bevrijdingsfestival, met horizontale regen.” Chris: “Het optreden moest afgelast worden omdat het weer het niet toeliet maar in plaats van dat hij stopt is hij van het podium afgesprongen en onder een parasol verder gaan spelen. Wat er ook gebeurt, the show must go on. Dat kan bij ons altijd, al onze liedjes kunnen met één tot zes bandleden. Het is een soort gezelschapsspel, het maakt niet uit hoeveel mensen er meedoen, het kan altijd gespeeld worden.”
“En waar we heengaan, tja, we willen gewoon veel spelen en veel lol houden in het spelen. We speelden bijvoorbeeld in Nijmegen op Oranjepop met Koningsdag maar daarna hebben we nog twee optredens gedaan. We zijn met de bus naar Enschede gegaan en vanuit daar door naar Vriezenveen. Het was een fantastische dag en we hebben aan één stuk door gelachen. In Vriezenveen begonnen we onze lieve singer-songwriter liedjes te spelen voor vijftien man, net na een metalband. Toen we een half uur laten klaar waren stond er nog maar drie man, onder wie onze lichtman en onze geluidstechnicus. Een heel plein leeggespeeld, het hele podium afgebroken. Daar maak je gewoon het beste van, je kijkt elkaar aan, je lacht een keer naar elkaar. Je zorgt dat je met elkaar lol hebt. Het is zo snel gegaan van A tot waar we nu zijn. En het is nog lang geen Z. We hebben dit jaar 46 shows gespeeld en met de aankomende shows erbij zitten we eind juni op de 60. Dat doet Jett Rebel ook maar dan met een heel kantoor achter zich.”
En de naam Daniel Cane & the Rebellion? “Tja..” lachen ze, ”Gaan we het geheim eindelijk prijsgeven aan het grote publiek?” Ricardo: “Mijn ouders kwamen uit twee verschillende delen van Europa, ik heb een mediterrane moeder en een Nederlandse vader. Toen ik geboren werd koos mijn moeder ervoor om te zeggen 'Ik wil een Nederlandse naam. Ik woon in Nederland en mijn kind moet een Nederlandse naam krijgen.' Mijn vader was het daar niet helemaal mee eens, die wilde een mediterrane naam. Ze kwamen er niet uit en toen ik eruit floepte hebben ze een muntje opgegooid en de winnaar mocht kiezen. Ik heet Ricardo dus je weet wie er gewonnen heeft. Voor mijn moeder, afgezien van het feit dat ze onze grootste fan is, heb ik ook heel lang gezorgd omdat ze een handicap heeft gekregen. Ik wilde iets doen om mijn moeder trots te maken. Ik wilde de naam hebben die ze het beste kon omarmen en bij mijn geboorte wilde ze me Daniel noemen. Dus Daniel. Maar Daniel alleen is als naam niet genoeg. Op een gegeven moment zong ik een plaatje met de frontman van Knarsetand en die zei tegen me: 'Je klinkt als Dinand Woestoff.' Maar hij en ik hebben het beiden niet echt op Kane dus als grap heb ik van de K een C gemaakt, Daniel Cane. Het bekt lekker. Maar goed, toen kwam er ook nog een band bij. Ik ben groot Star Wars fan, net als mijn moeder. In Star Wars zijn er twee kanten, de Sith en the Rebellion. Vandaar, Daniel Cane & the Rebellion. Het klinkt heel rock-’n-roll maar er staan gewoon zes ideale schoonzonen op het podium.”