“Na eerdere voorproefjes is dit ons bewijsstuk: dit is The Heat!”

The Heat over de ontwikkeling van een rockband.

Eric Veltink ,

Het Arnhemse The Heat , ‘zompige bluesrockers uit de Rijndelta’, is een band ‘on a mission’. Met de ep Matatoro, die op vrijdag 19 juni in Luxor wordt gepresenteerd, bewijst de band niet enkel een goede liveband te zijn maar ook een volwassen album te kunnen afleveren. Matatoro verplaatst de band van de categorie ‘veelbelovende beginners’ naar het segment van serieuze bands met een sterke eigen sound. Na enkele jaren van contemplatie trapt The Heat in 2015 het gaspedaal in met een nieuwe booker (AUC Bookings), een nieuw label (Kroese Records) en een brandnieuwe ep opgenomen met ‘nieuwe’ producer Pablo van de Poel (DeWolff). Een gesprek met Stefan Tim (zang/toetsen), Tijn Jongedijk (gitaar), Ruben Enklaar (bas) en Wouter Voogsgeerd (drums) over de ontwikkeling van een rockband.
<br>
3voor12 ontmoet de heren van The Heat in twee etappes: in een Volvo onderweg naar en tijdens een optreden op het Plugged Festival op de universiteitscampus van de TU Eindhoven en op een in de zon blakerend Arnhems industriecomplex, voorafgaand aan de zondagse bandrepetitie. Een avond en een middag met The Heat.

Deel 1: In de Volvo richting het Plugged Festival in Eindhoven
Kunst en dus ook muziek, herkauwt; geluiden uit het verleden komen steeds weer terug. Waarom zijn jullie als mid-twintigers in deze tijd zo sterk beïnvloed door de bluesrock uit de jaren ‘60 en ‘70?
Wouter knijpt zijn ogen dicht tegen de felle zon en antwoordt: “Dat is bij ons goeddeels door onze ouders overgebracht. Je kent het wel, zo’n vette cd die je tijdens een vakantie heel vaak hebt gehoord en die vervolgens blijft hangen. Bijna alle muziek die je nu via de standaard kanalen over je heen krijgt gestort vind ik echt slecht (doet: ‘boem-boem-klap-klap I’m a baby girl oh yeah…’). De muziek uit de jaren ’60 en ’70 vind ik wel te gek om naar te luisteren. Als je in die tijd als klein kereltje muziek ging spelen, speelde je al gauw klassiek of jazz. Kijk naar Jack Bruce of Cream; rockbands uit die tijd waren veelal beter onderlegd dan de bands van nu.”
Ruben: “Naar mijn maatstaven krijg ik via de gangbare kanalen, zoals bijvoorbeeld 3FM, te weinig power door. Als je echt vette muziek wilt ontdekken dan moet je daar toch echt zelf naar op zoek.”
Tijn vult aan: “Hoe dan ook, als je jamt speel je al gauw de blues. Blues hoort tot de roots van alle muziek en daarom ontkom je er niet aan. Alle goeie riffs zijn vast al gemaakt maar wij proberen er toch op onze manier een invulling aan te geven.”
W: “Een handjevol bands lukt het om echt nieuwe dingen aan hun muziek toe te voegen, zoals Shaking Godspeed. Wij zijn als band niet enorm hard uit op die vernieuwing.”

 

In 2012 brachten jullie de viertrack-ep getiteld ‘7”’ uit, wat heeft de band in de tussenliggende periode gedaan?
Ruben, met enige verbazing: ”Oja, dat is alweer drie jaar terug joh!”
Tijn: “Sinds we in 2012 die eerste 7” met vier nummers hebben uitgebracht, hebben we in 2013 met de Popronde meegedraaid. In dat jaar hebben we ook de eerste hand gelegd aan nieuwe nummers. Een deel van die nummers is op deze ep terechtgekomen maar een groter deel is afgevallen. Daarnaast hebben we in 2014 en 2015 nog wel een aantal shows gespeeld.”
Wouter haalt een hand door zijn haar en vervolgt: “Een deel van 2013 en 2014 was voor eigenlijk alle bandleden om verschillende redenen een mindere periode. Ikzelf ben in 2014 een aantal maanden naar Australië geweest, dat uitstapje had ik hard nodig.” Tijn: “2014 was voor ons alle vier om verschillende redenen een moeilijk jaar, maar wij kunnen met The Heat veel ellende doorstaan omdat we meer vrienden zijn dan bandleden. Uiteindelijk hebben we veel aan ons zelf moeten werken om verder te kunnen met onze muziek.”
Ruben verwoordt het als volgt: “Het is een vriendenverbond dat we hebben gesloten. Voor mij was 2014 een jaar een met veel ups en downs. Na mijn afstuderen heb ik moeite gehad om mijn plek te vinden in het leven. Los daar van ging het met mensen in mijn omgeving niet zo goed en had dat voorrang.”
Tijn, op zelfverzekerde toon: “Vanuit de media en mensen om ons heen voelden we wel de druk om met nieuwe muziek te komen maar we hebben besloten ons eigen plan te trekken en pas iets uit te brengen als we het écht goed vinden.”

Deel 2: Voorafgaand aan de bandrepetitie, zittend op een stenen trappetje in de hete zon op een Arnhems industriecomplex op zondag. Tijn is even op pad om boodschappen te doen en Wouter is onderweg vanuit Utrecht.
Hebben jullie in de afgelopen periode als band jullie eigen geluid gevonden?
Stefan, niet zonder enige trots: “Met deze plaat hebben we onze draai helemaal gevonden en deze sound nemen we ook mee in het nieuwe werk voor de volgende plaat. Deze plaat is echt gedoopt in de 60’s.”
Ruben: “Instrumentaal gezien maar ook qua arrangementen hebben we zowel onze individuele als onze bandklank gevonden. We groeien meer en meer naar elkaar toe, kennen elkaars spel nu beter en snappen zonder woorden hoe de nummers moeten klinken.”

Waar de nummers van de eerste ep rond de drie minuten hangen, zijn de nummers op Matatoro aanmerkelijk langer tot wel ruim zes, zeven minuten. Heeft dat met het voorgaande te maken?
Stefan: “We zijn af van de liedjes in blokkenschema’s maar maken nu nummers die een verhaal vertellen en organischer en in een goede flow hun eigen loop vinden.” Breed grijnzend:  “En dat is tof, daarin hebben we absoluut een stap gezet!”

Welke ontwikkelingen zien jullie de aankomende twee jaren voor The Heat?
Stefan, zittend op het stenen trappetje, zet zijn handen op zijn knieën en recht zijn rug: “Wat mij betreft komt er in 2016 een volledig nieuw album, waarbij ik graag weer wil werken met Pablo van de Poel. Daarbij zou ik graag zoveel mogelijk festivals en podia in Nederland aandoen. In 2017 lijkt een tourtje door Europa mij zeker een realistische droom.”
Ruben: “Ik ben nog niet zo heel lang bassist en stond 3,5 jaar geleden pas voor het eerst als bassist op een podium. Voor mij geldt daarom heel sterk dat ik me muzikaal verder wil ontwikkelen, wil experimenteren en vooral wil groeien als bassist. Als band willen we ook nòg sterker onze sound, met de voeten in de bluesrock, ontdekken.”

Wie of wat inspireert jullie als muzikant?
Stefan: “Een band waar ik echt inspiratie uit put is Donnerwetter. Ik ben nog nooit verveeld geraakt van hun muziek. Omdat ik veel shows van hun heb meegemaakt zie ik veel meer details en ga ik als vanzelf dieper in op de muziek. Inspiratie haal ik ook makkelijker uit bands die dicht bij me staan, bands waar ik een wisselwerking mee heb.”
Ruben: “Ik ben vrij divers ingesteld en houd naast rock ook van veel andere muziek. Die storm van laatst, met de bliksem, de pauze en dan drie seconden later zo’n keiharde knal: het is iets kleins maar zo mooi, je zou het muziek kunnen noemen. Power met melodie, dat zoek ik. En Tijn kwam onlangs aan met muziek uit Japan, The Flower Travelling Band. Het is oosterse rock met westerse invloeden, het westen bekeken vanuit het oosten. Tijn heeft daar duidelijk inspiratie opgedaan en het ook verwerkt in zijn gitaarspel.”

Verderop in de straat wordt een auto geparkeerd en Wouter stapt uit. Twee minuten later verschijnt Tijn met flessen water en broodjes.
Wouter: “Naast het drummen speel ik veel gitaar en beluister ik veel muziek. Ik creëer veel inspiratie in mijn eentje, door lekker te pielen op mijn gitaar. En natuurlijk haal ik inspiratie uit andere bands, zowel uit clichébands zoals ‘Led’ en ‘Deep’ als uit bijvoorbeeld bluegrass of klassieke muziek. Ook van een jam met Tijn kan ik echt blij worden. En uiteraard, als drummer van The Heat moet je tering veel John Bonham luisteren.“
Tijn: “Ik haal mijn inspiratie heel erg uit hardrockbands uit de jaren ’60 en ’70 die niemand kent. Ik ben zo’n YouTuber die nachtenlang doorklikt op ‘volgende’. Dan kom je bijvoorbeeld bij iets heel vaags met tweehonderd views, gouden schatten in de muziekwereld. Eén zo’n band is de Zambiaanse ‘Zamrock‘ band The Witch uit de jaren ‘70. De band is opgericht na de onafhankelijkheid van Zambia en de energie van het afwerpen van het juk van het Brits-koloniale tijdperk dampt eraf. Wat mij ook inspireert is bijvoorbeeld zo’n heel klein jochie, zoals bij het optreden in Eindhoven deze week. Dat gastje staat daar vlak voor het podium enorm uit zijn dak te gaan terwijl hij kijkt hoe ik gitaar speel. Wie weet ben ik wel weer een voorbeeld voor hem. Dat alleen al is voor mij meer dan genoeg inspiratie om keihard door te gaan met waar we mee bezig zijn.”

Hoe is de selectie van de vijf nummers voor ‘Matatoro’ tot stand gekomen?
Stefan: “We wilden echt die nummers kiezen waar we sterk in zijn, dé shit. Vooraf hebben we een heel strenge  keuze in liedjes gemaakt waar we alle vier volledig achter stonden.”
Wout heeft de file bij Utrecht overleefd en is zojuist gearriveerd: “We hadden een redelijke lijst met nummers maar hebben niet gekozen voor de ‘partynummers’ die live bijvoorbeeld het publiek meenemen.”
Tijn vervolgt: “We hebben gekozen voor de nummers die ons uitdagen en die we tot in de puntjes wilden uitwerken. De riffs en andere onderdelen van de nummers die we nu op de plank laten liggen bewaren we voor de volgende plaat.”
Ruben vat het geheel kernachtig samen: “We wilden een coherente en spannende plaat zonder fillers.”


Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het opnameproces in 2012 en dat van de recente ep?
Tijn: “Ik ben heel perfectionistisch en ben ook nooit tevreden over mijn eigen spel. Deze keer heb ik alle partijen echter in één keer ingespeeld, zonder overdubs. Ik heb vertrouwen in de jongens en heb daarin voor mijn doen echt veel toegegeven.”
Wouter draai een sigaret en vult aan: “De eerste ep en de opnames uit die tijd waren voor ons feitelijk een voorproefje, het opdoen van ervaring. Nu hebben we dat gebruikt om er echt te staan en een bewijsstuk te leveren: dit is The Heat!”

Waarom is de plaat niet afgerond tijdens de aanvankelijke opnamesessies in 2014?
Tijn trapt een kiezel weg en antwoordt: “De opnames in 2014 zien we als een inspirerende demosessie, welke echter niet helemaal heeft opgeleverd wat we voor ogen hadden. De producer en wij werkten achteraf bekeken vanuit verschillende verwachtingen waardoor de motorolie langzaamaan opraakte en de auto vastliep. Die autorit hebben we vervolgd met Pablo van de Poel.”


Jullie support tijdens de release, Joe Madman & The Sidewalkers, heeft dit jaar een prachtplaat [The Call of Joe, EV] afgeleverd, ook opgenomen bij Pablo. Wat bracht jullie er precies toe om met hem te gaan werken?
Tijn: “We hebben meerdere studio’s aangeschreven, maar hoorden van Mitchell [zanger van Joe Madman, red.] dat we met ons geluid simpelweg voor Pablo moesten kiezen. Pablo had inmiddels van onze opnameplannen gehoord en benaderde ons vervolgens zelf ook. Uit dat contact bleek al gauw dat het enorm klikte. Er was weinig sprake van zakelijk gedoe maar het voelde vooral als muziek maken met een goede vriend.”
Ruben: “Inderdaad, vanaf het allereerste moment was er in de studio een goede vibe. De keus was verschrikkelijk eenvoudig.”
Stefan: “Daarbij is de productie van de plaat van Joe Madman enorm vet en is DeWolff natuurlijk  ook gewoon een ongelooflijk vette band.”
Tijn: “En…. Het is de enige analoge studio die wij op ons verlanglijstje hadden staan.”

Hoe beviel het om met Pablo te werken?
Wouter drukt zijn sigaret uit en denkt even na: “Hij is thuis in de muziek en zelf een erg goede muzikant. Wij geloofden in zijn kijk op het opnemen en experimenteren en volgden dat op.”
Tijn: “Als muzikant kijken we wel tegen hem op maar persoonlijk was het echt te gek.” Dan lachend:  “Vanaf moment één liepen we fart en sex jokes met hem te maken. Hij is nog gekker dan wij…”
Ruben: “Pablo heeft zowel qua opname als muzikaal heel mooie dingen aangedragen. Tegelijkertijd heeft hij geen groot stempel gedrukt op ons en heeft ons bandgeluid volledig in haar waarde gelaten.”
T: “De opnamestudio zit in een oude werfkelder aan de Oude Gracht in Utrecht, een fijne plek met een bijzondere akoestiek.  Pablo neemt super high gain op zodat je écht alles hoort, elk kraakje, elke zucht. Het is een enorm pure en eerlijke opname geworden.”

Matatoro: ‘Mata’ betekent doden of slachten en ‘toro’ betekent uiteraard stier. Welke link heeft de nieuwe ep met deze discutabele volkstraditie?
Ruben legt uit: “‘Matatoro als titel van de ep gaat erover dat de stier en de matador worden samengevoegd; de elegantie van de een in combinatie met de brute kracht van de ander.” Ruben vervolgt met een stoere grijns: “Zo hangen ook de nummers op de plaat samen; subtiel tot keihard erop!”
Wouter refereert aan Paco Kamil, een kunstenaar waarmee de band al eerder heeft gewerkt: “Voor een optreden van een tijd terug heeft hij een poster gemaakt met daarop een tekening van een minotaurus, een manstier: het bovenlijf van een stier op het onderlichaam van een man. Paco haalde zijn inspiratie uit onze muziek. Hier hebben wij op doorgewerkt. Het nummer ‘Matatoro’ is ook ontstaan uit dit concept, het artwork van Paco. Het uitgangspunt was de stier. Het benaderen van  muziek op deze manier is iets wat we vet vinden en waar we door mee willen gaan.
De samenwerking met Paco is iets waar we trots op zijn. Het is een interessant thema. Daarnaast is dit wat ons betreft hét nummer van de plaat waardoor ook de ep als geheel deze titel verdient.”

Jullie hebben ervoor gekozen om, na Bootleg Betty, als tweede band met Kroese Records in zee te gaan. Vertel.
Tijn: “We waren aanvankelijk van plan om dit album net als de vorige in eigen beheer uit te brengen maar besloten om het inclusief de distributie uit handen te geven. Kroese was de partij die ons echt wilde helpen zonder allerlei gesjoemel met rechten en andere voorwaarden. Dat was voor ons essentieel. Als band die nu echt door wil pakken is het ook enorm fijn om samen te werken met partijen die ook toe zijn aan een volgende stap. Dit geldt voor Kroese maar het geldt ook voor AUC Bookings die sinds kort onze boekingen verzorgt en voor Pablo die de plaat heeft geproduceerd. De lijntjes zijn kort en het voelt als een goede vriendschap.”


Tot slot, wat mag Arnhem van de releaseshow op 19 juni verwachten?
Wouter, terwijl hij een nieuwe peuk opsteekt: “Laten we het niet onnodig moeilijker maken dan het is: onze release party wordt een tering vette show!!”