De gedaanteverwisseling van Mumford & Sons: hoge heren in het Goffertpark

The Gentlemen on the road stoppen in Nijmegen voor hun grootste concert op buitenlandse bodem

Nick Vermeer ,

Zes jaar geleden maakten ze hun debuut in de Nederlandse concertzalen door te spelen in het Nijmegens eigen poppodium Doornroosje. Nu, anno 2015, hebben ze opnieuw voet gezet op Nijmeegse bodem en ze hebben hun vrienden meegenomen. Met hun Gentlemen of the Road tour speelde Mumford & Sons samen met Eaves, Bear’s Den en The Vaccines heel het Goffertpark plat, allemaal een vers album op zak. Ook nu, net als zes jaar geleden, was 3voor12 Gelderland daar om de sfeer te proeven.

Eaves - Zweven door de zinderende hitte

De snikhete middag, 38 graden dames en heren, wordt ingeluid door Eaves, nom de plume van frontman Joseph Lyons. Een ingetogen mannetje, die Lyons, maar hij neemt je mee hoor. Met dezelfde zwaarmoedige warmte die Jeff Buckley met zich draagt vertolkt hij verbitterde weemoed tot muziek. Het resultaat hiervan is te vinden op zijn kersverse album What Green Feels Like. De plaat omvat een serie kleingehouden melancholieke songs die paralellen lijken te hebben met bands als Bon Iver en Villagers. Live zetten ze een tandje bij om een vol, parkvullend geluid te bereiken. Met hun combinatie van heerlijke dromerige vocalen, steady drumbeats en rauwe riffs kan Eaves je weg laten dromen terwijl je hoofd stevig op de maat mee deinst. Hun performance is minimaal, waarbij iedere handeling wordt uitgevoerd louter om de muziek te dienen en dit staat ‘de klik’ met het publiek in de weg. Al kan dit misschien ook zijn veroorzaakt door de zon die meerdere ontblootte stukken huid rood schroeit, wat maakt dat het publiek meer bezig is met het bemachtigen van een veilige schaduwplek dan het aandachtig luisteren naar het diepe klankspel van onze Britse instrumentalisten. Eaves krijgt dus niet de aandacht die ze verdienden. Jammer, want ze hebben een bijzondere muzikale ervaring in hun mars.

Bear’s Den – namiddagse ontspanning

Vervolgens, rond de klok van half zes, heeft de zon zich verscholen achter de wolken. Een frisse wind waait over het Goffertpark en de mensen komen tevoorschijn als muggen in de zomertijd. Ieder groepje zoekt zijn eigen plekje in het grasveld en ontmoet de klanken van Bear’s Den, een folktrio uit Londen die zich laat kenmerken door hun met Mumford & Sons vergelijkbare klankspel. De eerst banjo laat zich ook horen en dat verspreidt de folk feeling over het terrein. Prima bandje, lekker simpel, lekker luchtig. Uiterst geschikt voor het moment van de dag, waarop het publiek vooral lijkt te willen genieten van het weer onder het genot van een biertje en lichte muziek. Verder dan lichte muziek komt Bear’s Den ook niet en dit maakt het aanschouwen van de Britten niet bijzonder interessant. Zo nu en dan laten ze de kwetsbaarheid van livemuziek horen door hier en daar een steek te laten vallen, maar hun charismatische houding jegens het publiek biedt hen vergiffenis. Meerdere malen benadrukken ze hoe vereerd ze zijn dat ze in het grootse Goffert staan: “This is just insane. And you are fuckin’ awesome,” aldus Andrew Davie, frontman van het gezelschap. Wellicht was dit de verkeerde plek voor de mannen van Bear’s Den en komen ze beter tot hun recht in een klein, intiem zaaltje als Doornroosje (waar ze trouwens 13 oktober staan) dan een overladen, uitgestrekt park.
 

The Vaccines - geordende chaos geneest de duffe dip

Het publiek is lekker warm gemaakt door eerdergenoemde acts wanneer de grote jongens van The Vaccines het podium bestormen. Een bom van energie en in vergelijking met vorige acts een band van formaat. Hun roots in de Britpop, hun hart bij de moderne tijd. English Graffiti, nog geen twee maanden geleden uitgebracht, verraadde al wat de mannen in Nijmegen laten zien: de band heeft zijn grenzen opgezocht en is er overheen gegaan. Resultaat: een meer volwassen sound dan voorheen waarbij de synthesizer met volle overtuiging wordt omarmd. Toch zijn ze hun ‘poppy Sexpistolesque’ basis niet verloren en weten ze nog steeds tempi boven de 170 bpm te halen, waarbij het awkward wordt als je niet als een gek aan het springen bent. De show is half op weg wanneer twee bekende gezichten uit het duister van de coulissen het daglicht in stappen. Voor ‘Give Me A Sign’ nemen Marcus Mumford en compagnon Winston Marshall graag de tijd om zich te verbroederen met de flamboyante showmannen van The Vaccines en wordt het publiek flink opgegeild voor de headliner. Na deze verbroederende voordracht knallen eerdergenoemde beesten er nog wat dansmuziekjes tegenaan en verlaten vervolgens met opgeheven hoofd het podium. Job well done.

Le moment supreme: Mumford & Sons

De emotionele lading van Eaves, de folk-feeling van Bear’s Den en de energie van The Vaccines komen rond primetime terug het podium op. Iedereen in het Goffertpark heeft zich zo dicht mogelijk naar het podium gewurmd om hen, voor wie uiteindelijk de duiten zijn neergelegd, te kunnen zien.

Wanneer Marcus Mumford en zijn Londense zonen ‘Snake Eyes’ inzetten om hun show mee te openen, worden vermoedens bevestigd: de mannen zijn veranderd. Voor hun laatste album, Wilder Mind, hebben ze de contrabas en de banjo al in de koffer gedaan en ergens overboord gegooid om ruimte vrij te maken voor wat Winston Marshall, Mr. Banjo, hun ‘roots’ noemt. Marshall is en blijft van nature een rockgitarist. Hij vervangt zijn banjo dan ook met alle liefde voor een zessnarig elektrisch beest. Ook bassist Ted Dwayne stapt over van een semi-akoestische contrabas naar volledig elektrische basgitaar. Magic Mumford lijkt schoon genoeg te hebben van hun handelsmerk en laat deze dan ook ver achter zich. Geen diepe teksten en dynamische composities meer, maar vlakkere, trance verwekkende geluiden zoals we die kennen van The War on Drugs.

Toch hebben zo’n 50.000 man zich om het podium geschaard om de folksensatie in vlees en bloed te aanschouwen. Zij die kwamen voor de energieke Mumford & Sons van twee jaar geleden hebben de eerste helft van het concert dikke pech. Het grootste aandeel aan muzikale voordrachten, die vragen om een statische performance, zijn afkomstig van hun laatste album. Ook hier bevestigen ze weer dat ze hun oude imago langzaam maar zeker van zich af willen schudden. Af en toe een grapje tussen de liederen door en slap gezwets over Nederlandse voetballers in de Premier League moet dat goedpraten, maar waar iedereen eigenlijk op zit te wachten zijn die nummers die Mumford & Sons zo believend maken. Dat wordt wel bevestigd door een muur van gejoel die vrijkomt wanneer ‘Lover Of The Light’ en later ‘The Cave’ over het veld klinken.

Harde pluspunten voor het visuele spektakel dat de ogen binnentreedt. De getemde folkloristen hebben door de jaren heen zeker geleerd hoe je een show aan moet kleden. Bijgestaan door een legioen aan lichten bereikt de show een episch gehalte dat het publiek in twee groepen splitst: zij de ademloos toekijken en zij die helemaal uit hun pan gaan.

Het grote minpunt van het hele gebeuren heeft te maken met de open ruimte. De wind staat ongunstig en blaast alle vrijgekomen klanken terug naar het podium, waardoor de mensen die verder dan 50 meter van het podium staan te maken krijgen met een doffe afspiegeling van het eigenlijke geluid. Jammer genoeg kun je hierdoor de muziek amper onderscheiden van de goed beschonken groep jongeren die tien meter verderop haantjesgedrag in de praktijk brengt.

Hét moment breekt toch aan bij één van de nummers van hun debuutplaat, ‘Dust Bowl Dance’. Als compleet tegenovergesteld principe van hun nieuwe plaat, trekken de folk broeders je langzaam, zoals alleen zij dat kunnen, naar een climax die wordt bijgestaan door een vonkenfontein op het podium. Vertrouwd Mumford & Sons kippenvel dat de mee terug neemt naar ‘de honeymoon fase’ van jouw relatie met de muziek.

De mannen van Mumford & Sons hebben zich dan wel door een identiteitscrisis ‘gefrot’ en zijn er onherkenbaar uitgekomen, maar dat hoort bij het artiest zijn. Elke grote band heeft ‘de vloek van het derde album’ moeten doorstaan om vervolgens weer kneiterhard terug te komen. Haak als fan niet af, maar realiseer je dat deze verandering intrinsiek is aan het muzikantenbestaan. Op het Goffertpark laten de Britten in elk geval zien dat ze zeker het verwerpen niet waard zijn door een knallende show neer te zetten die bij tenminste één iemand nog wel even aan de oppervlakte van zijn bewustzijn blijft drijven.