Grasnapolsky: dag 2

Nieuwe ontdekkingen brengen warmte op een koude dag

Rik de Winter, Theo Miggelbrink, Heyta Melssen, Egbert Middelink ,

De tweede dag van Grasnapolsky trekt opnieuw veel publiek; een groot verschil met de zondag vorig jaar. De losse zondagkaarten zorgen voor nieuwe gezichten op het festival terrein. Het programma van deze laatste dag is dan ook zeker de moeite waard; gevarieerde muziek stijlen van klassiek, elektro, techno, indie tot aan punkrock. In tegenstelling tot vorig jaar heeft de zondag een vol programma op alle podia. Ondanks het nachtelijke feest op het bungalowpark loopt het festivalterrein al vroeg vol. Een koude wind staat de bezoekers op te wachten die zich langzaam mogen gaan opwarmen aan een dag vol verrassingen en releaseshows.

Nadat Maarten Vos zijn prachtige soundscapes met cello en synthesizer heeft afgerond draait het publiek in de Zenderzaal van Radio Kootwijk zich om. Aan de andere kant van de zaal staat het podium van de Lange Golf waarop Sue the Night zal spelen. Zodra zij het podium betreden is het duidelijk dat de muzikanten van Sue op hun plek zijn tussen de hippe bezoekers van het festival. Ze trakteren het aandachtige publiek op een wall of sound die electro verrijkt met violen en elektrische gitaren. Ze spelen muziek die vergelijkbaar is met Lana Del Rey, maar dan vrolijker. Bij vlagen klinkt de stem van Suus de Groot als Björk. Ze krijgt als eerste dansbare act op de relatief vroege zondagmiddag het met filterkoffie geactiveerde hipsterheidevolk daadwerkelijk aan het dansen. De stijl is upbeat en zeer geschikt voor grote marmeren hallen waar de echo alleen maar helpt. Het mag zelfs wel gezegd worden dat het geluid perfect is uitversterkt. Een uitstekend begin van de dag. (RdW)

Qua looks lijkt Eerie Wanda’s Marina Tadic sprekend op Française Coralie Clement. Maar anders dan dat “zuchtigste zuchtmeisje” zingt ze in het Engels. Wat ze wel met haar Franse lookalike gemeen heeft is een voorliefde voor sixtiespop met een heerlijke zomerse feel en lekker veel galm op Tadic’s stem. Het is vandaag in ieder geval aangenaam wakker worden op de vroege zondagmiddag op deze laatste dag van Grasnapolsky. Het is nog vrij rustig tijdens dit eerste optreden in de Annex B. Als je na een drietal liedjes denkt dat Eerie Wanda’s set aangenaam voort blijft kabbelen komen ze met het lekker stevige 'Hum'. Een song met een strakke drumbeat, twangy gitaren en een lekker psychedelisch randje. Vervolgens doet Marina Tadic’s stem op 'Volcano'  zelfs een beetje aan Velvet Underground’s Nico denken. Voordat de set al te “junkie chic” gaat klinken komt het viertal op de proppen met het vrolijke 'The Field'. Bij laatste song 'Vinny' over een imaginair vriendje uit de ruimte zijn Tadic’s vocalen dermate gedrenkt in galm dat ze net zo goed in een space-dialect zou kunnen zingen. Toepasselijk, gezien de inhoud van de song. (TM)

In een tot de nok toe gevulde Paardenschuur staat Nijmeegs trots Mountain States te spelen. Waar ze de aandacht aan verdiend hebben is een mysterie. Het slappe gitaargejengel is wat afgezaagd en de zanger kan met de hoeveelheid echo en galm niet verhullen dat hij wat valse noten zingt. Zijn gitaarsolo's zijn houterig en schel met een vrij losse interpretatie van ritme. Hij speelt ze in elk nummer, dus van verrassende afwisseling is ook weinig sprake. Het publiek is het duidelijk oneens met deze kritiek en kan zorgeloos genieten van de dansbare collegerock. Een lichtpunt is de bassist. Die speelt fantastisch. Hij tovert op relaxte wijze een zeer welkom warm gevoel in je onderbuik. Helaas is elk nummer meer een grove schets van wat de band eigenlijk wil spelen. Ze hebben goede ideeën maar de uitvoering is niet altijd even geslaagd. Werk aan de winkel dus. (RdW)

Het staat buiten kijf dat Warhola met hun unieke sounds een prominente plek op Grasnapolsky verdient. Dapper is het wel van Grasnapolsky-programmeur Jelte Heringa, om de band dan maar gelijk op de Lange Golf in de Zenderzaal te zetten. De muziek valt vooral op doordat ze met een min of meer traditionele rockbezetting van gitaar drums en toetsen een triphop- en breakbeat-achtige sound neerzetten. Daarbij is zanger Olivier Symons de absolute blikvanger (ondanks zijn jeugdige looks lijkt hij een beetje op Barry Atsma) en wat hij met behulp van auto-tune met zijn stem doet grenst aan het onmogelijke. Het ene moment zet hij een hoge falsetstem op waar Prince jaloers op zou kunnen zijn en het volgende moment bromt hij met een diepere basstem dan Barry White. En deze stemkunsten worden begeleid door maar liefst twee drummers die de vreemde breaks en beats weten te (re)produceren. Maar ondanks dat het knap is wat deze jeugdige Belgen op muzikaal vlak doen, voelt het soms aan als overkill en zou je willen dat er een paar liedjes met een kop en staart tussen zaten. Het Grasnapolskypubliek gaat daardoor nog niet écht om. Warhola moet eerst meters maken voordat ze écht kunnen overtuigen. (TM)

Het is ruim tien jaar geleden dat Roosbeef na het winnen van de Grote Prijs Van Nederland onder de aandacht kwam. De band van zangeres Roos Rebergen, het schuchtere roodharige meisje uit het Gelderse Duiven, maakte destijds furore met kleinkunst-achtige liedjes. Wat gebleven is zijn de spitsvondige teksten die haar handelsmerk zijn. Maar qua sound klinkt Roosbeef stoerder en strakker dan ooit. Als Roos met haar mannen op de Lange Golf in de Zenderzaal betreedt begint de schemering net in te zetten waardoor de schaars uitgelichte Roos iets weg heeft van een jeugdige nachtclubzangeres. De band logenstraft dit in een aangenaam rockende set waarin de virtuoos musicerende Tom Pintens en Tijs Delbeke afwisselend de gitaar en baspartijen voor hun rekening nemen. De eerste helft van het optreden ontpopt Roosbeef zich als een échte rockband. Dat Roos de kleinkunst liedjes waar ze bekend mee werd nog steeds beheerst bewijst ze halverwege de set met ‘Raak Me Aan’ en ‘Twijfelaar’. Tegen het einde van de set laat ze in het emotioneel geladen ‘Niet Uitmaken’ horen dat de rocksongs qua zeggingskracht niet onderdoen voor de verstilde liedjes. En in de prachtige wrang-cynische afsluiter ‘We hebben alles’ toont ze zich nog steeds een begenadigd tekstdichter. Puur kippenvel! (TM)

De Paardenschuur is weer afgeladen vol. Dit keer voor de nieuwe garage-punkrock-sensatie van Tim Knol, The Miseries. Het viertal laat er geen misverstand over bestaan: dit wordt een optreden met een vuige bak muziek. Vanaf de eerste akkoorden is het gaan! Beide slaggitaren spelen simultaan en dat geeft een zwaar geluid. Dat de basgitaar nagenoeg enkel op laagste snaar wordt bespeeld maakt het nog voller. De band legt een ongekende energie in dit optreden, en wisselt punkrock en garagerock af. De uptempo punkrock nummers spreken het publiek duidelijk meer aan: achterin ontstaat bijna een ‘moshpit’. Een betere manier om van de houtwormen in de oude Paardenschuur af te komen is er niet. Net voor het begin van het laatste nummer van deze half uur durende set roept Tim: “Wij waren The Miseries, tot de volgende keer!” Ja, graag! (EM)

Op de Korte Golf in de Zenderzaal maakt het publiek zich op voor wederom een mysterieus optreden. Dit keer van Arrivals/Departures van Odilo Girod en Maurits de Lange. Voorafgaand aan het optreden speelt Maurits op de piano een ode aan zijn dierbaren. Iedereen is muisstil en luistert ademloos. Het klassieke instrumentarium bij dit optreden is aangevuld met een vibrafoon, cello en klarinet. Het levert filmische muziek op die de luisteraar meeneemt in zijn of haar eigen gedachten. Sommige luisteraars sluiten de ogen om de emotie in de breekbare stem van Odilo Girod dieper binnen te laten komen. Muziek die raakt! Daar waar tijdens andere optredens op de Korte Golf anders geïnteresseerden wel eens voor ruis zorgen, is dat nu niet het geval. Het applaus klinkt dan ook als in een concertzaal; iedereen is muisstil totdat het de liedjes zijn afgelopen. (EM)

Wie vorig jaar Grasnapolsky bezocht kent hem vast nog: Koen van de Wardt speelde toen zijn eerste serieuze show in de indierockgroep Moss. Dit jaar zorgt Koen (22) opnieuw voor een primeur want hij speelt voor het eerst live met zijn eigen project Klangstof (met, inderdaad, meer Moss-muzikanten). De verwachtingen zijn volgens het programmaboekje hooggespannen en het publiek stroomt dan ook in groten getale toe. Jammer genoeg is er niet voor iedereen plaats in de Annex B, maar gelukkig blijft de deur open en is het geluid buiten goed te volgen. Het nummer ‘Hostage’ wordt zelfs “speciaal voor de mensen buiten” gespeeld. Terwijl de rookmachine binnen soms voor een ondoordringbare mist zorgt, zet de late middagzon buiten de heide in een rode gloed. Een mooie omlijsting voor deze uit Noorwegen geïmporteerde sfeer van weidse landschappen, kou en eenzaamheid. Bij vlagen is de muziek melancholisch en doet denken aan het IJslandse Sigúr Rós, dan weer wordt het intiem en gezellig met de sfeer van kampvuur en zelf gestookte alcohol. Er zijn onmiskenbare Moss-invloeden met een sausje Radiohead en Portishead. Van die laatste band wordt ook een cover gespeeld. Het concert gaat als een dovend kampvuur uit, een voor een verlaten de bandleden het mistige podium tot alleen Koen overblijft met een bijna fluisterend gezongen ‘Jesus’. De nummers zijn in vier maanden tijd geschreven en het is te hopen dat hier een album uit voortkomt. Klangstof is weliswaar niet vernieuwend, maar muziek die mooi is, goed gespeeld wordt en lekker in het gehoor ligt, daar kun je nooit genoeg van hebben. (HM)

Drie jonge gasten staan zich in het zweet te werken in de Paardenschuur. Ze moeten vandaag hard aan de bak, want de drummer heeft zich ziek gemeld. Daarom dubbelt de zanger vanavond als percussionist. Dat pakt ontzettend goed uit voor Nouveau Vélo. Natuurlijk wordt er af en toe een tel misgeslagen, maar dat maakt de adolescente punkpop alleen maar psychedelischer. De heren krijgen het publiek laaiend enthousiast. Aan het eind van het optreden ontstaat er zelfs een ware moshpit van heidehipsters. De band kijkt tevreden toe terwijl ze ijverig doorspelen. Wat een goed optreden. (RdW)

Yakumo is het nieuwe project van twee leden van de succesvolle, maar inmiddels opgeheven electropopband Daily Bread: de een zijn dood, de ander zijn brood. Chris Mulder en Atser Damsma bouwen hun dance-tracks helemaal live op. De bezetting bestaat uit synthesizers en drumcomputers, maar toch lijkt de muziek organisch te ontstaan. Ze zeggen het zelf ook: “Het is een te gekke manier van live spelen; we hebben elk moment totale vrijheid om te doen wat we willen met een track.” Zo voelen ze feilloos de stemming van het publiek aan en kunnen daarop reageren. De hypnotiserende tracks worden laag op laag gestapeld met een overvloed aan percussie, tropisch aandoende synths en dansbare loops. In de AnnexB bouwen de twee Utrechtenaren exotische doolhoven waarin het publiek zich al dansend kan verliezen om telkens, aan het einde van een track, met zachte hand weer naar de aarde begeleid te worden. Techno, zoals techno is bedoeld. (HM)

Het afsluitende concert wordt verzorgd door Alamo Race Track, een alternatieve rockband uit Amsterdam die al sinds 2001 meedraait. Na zich een aantal jaren te hebben gericht op de muzikale omlijsting van theatervoorstellingen keren ze terug op de Lange Golf in de Zenderzaal met hun vierde album, Hawks, dat uitkomt op 23 maart. “Hawks betekent haviken, maar het klinkt nou eenmaal lekkerder in het Engels,” aldus de droge toelichting van zanger Ralph Mulder.
De band laat zien over een wijd spectrum aan muzikale stijlen te beschikken. Naast zwaar aangezette Americana-liedjes die bij een laaiend kampvuur niet zouden misstaan en vette rock ‘n’ roll brengen ze ook bijna ballade-achtige nummers met een zweem Genesis. Dat is niet altijd een voordeel, want liefhebbers van de ene stijl zijn niet noodzakelijk dezelfde als die de andere stijl waarderen, waardoor een deel van het publiek wellicht afhaakt. Gedanst wordt er wel volop, dus de sfeer zit er tijdens dit optreden zeker in, al kan dat ook te maken hebben met het tijdstip van de dag en de ingenomen hoeveelheden bier en wijn. (HM)