Ten opzichte van vorig jaar zijn er wat verschillen; toegevoegd zijn de Paardenschuur en een one-man podium in de hoek van de grote zaal. De programmering is hiermee wat uitgebreid en biedt een grotere capaciteit: met 1500 bezoekers een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Het oogt dan ook drukker en helaas voor de koukleumen lange wachtrijen voor optredens in de Watertoren, de Paardenschuur en de AnnexB. Vanwege de hangende frituurluchten in de zenderzaal vorige editie zijn de eettentjes nu rondom de vijver geplaatst. Om het koude en miezerige weer te ontvluchten zijn er hier ook ‘glasshouses’ geplaatst. Ook dit jaar een vol programma ‘on the side’. In de Kadasterkamer host dj St. Paul evenals vorig jaar zijn zendershow met gasten als Bent van Looy en Fresku, in een huiskamersetting, wat traditioneel uitmondt in epische dansfeestjes. Nieuw dit jaar is de programmering van het Amfitheater op het bungalowpark in het Atrium. De sensationele poolparty's zijn gebleven met dit jaar dj-sets van onder meer De Tropen en Falco Benz.
Grasnapolsky strijkt voor de tweede keer neer op Radio Kootwijk, midden op de prachtige Veluwe. Die bijzondere locatie blijft vanzelfsprekend onderwerp van gesprek in het voormalige zendstation. Opvallend is toch wel de hoeveelheid releases en jonge artiesten deze editie. Janne schra, Roosbeef, Mountain States, Fresku, Alamo Racetrack, zZz, Oh Thunder en nog veel meer. Misschien wel het alternatief voor Noorderslag?
Wat ooit begonnen is in een zelf opgezette studio bij zijn ouders thuis met de insteek om compromisloos muziek te maken, is nu uitgegroeid tot de opening van het hoofdpodium van het zaterdagprogramma op Grasnapolsky: Alexi Lalas. Het gevarieerde publiek lijkt nog moeite te hebben met wakker worden en hangt nog onwennig in de achterkant van de zaal. De zaal raakt echter steeds voller met festivalgangers die met een bak koffie staan te genieten van de muziek.
De multi-instrumentalist Rinse Visser heeft een enthousiaste band om zich heen verzameld. Alle vier de kerels vinden inspiratie in Fleetwood Mac, vertelt Rinse tussen de nummers door, en dit zorgde vrijwel gelijk voor een muzikale klik. Op het podium staan ze in zichzelf gekeerd, helemaal opgaand in de muziek. Af en toe werpen ze blikken op elkaar, de communicatie zorgt voor een strak geheel. Ze hebben hun diversiteit getoond, het nieuwe album aangekondigd en sluiten af met een vrolijk upbeat nummer. De zaterdag is succesvol afgetrapt, en het is tijd voor de volgende act. Het optreden eindigt met ‘Just As Lost’ waarmee Alexi Lalas het verloren gewaande publiek voor zich wint. (TV)
Op zaterdag om 14:00 mogen Rob Heron & The Tea Pad Orchestra de eerste sessie in de Watertoren verzorgen. Waarbij, geheel in lijn met de Onder Invloed filosofie, de nadruk op covers ligt. De Ragtime-mannen met een Britse twist kiezen voor ‘That Cat Is High’ van jaren dertig vocale helden The Ink Spots en George Jones’ ‘This Have Gotten To Pieces’ om af te sluiten met eigen compositie Honest. Zo waan je je op deze vroege zaterdagmiddag in dit jaren twintig gebouw en met deze jaren dertig band ineens in een ver verleden. (TM)
De band Oh Thunder, opgericht door Rosalie Wammes, komt in een bijzondere bezetting. Daar waar je een gitarist verwacht zit nu een chick achter een harp en hoewel ze normaal gesproken met een trombonist spelen hebben ze speciaal voor Grasnapolsky een klarinettist uit IJsland laten overvliegen. Deze bezetting zorgt voor een hoop mogelijkheden. Afwisselend zachte, mooie liedjes en alternatieve pop nummers die jazzy klinken door de zachte klanken van de klarinet. De relatief kleine Annex B zaal staat propvol met aandachtige luisteraars.
De variatie in de muziek is goed terug te horen in tempowisselingen en de elektronische klanken van de synthesizer. Het publiek schrikt soms op van deze grote verschillen tussen de nummers. Van mellow en easy listening kan het namelijk omslaan naar upbeat alternative rock. Als aan het eind van de show Rosalie mensen aanspoort zich op geven voor de mailinglist voor het nieuwe album vormt er vrijwel meteen een rij met mensen. (TV)
Marnix Dorrestein (23) was al bij 1001 projecten betrokken. Zo stond hij op het podium met Kris Berry & Perquisite, Herman van Veen, Über-Ich en Jett Rebel. Nu is hij solo als IX (spreek uit: ‘iks’). In een afgeladen Annex B geeft hij een voorproefje van zijn nieuwe project. Dorrestein kleurt zijn muziek in met invloeden uit de sixties en Afrikaanse beats. Het laat zich niet moeilijk raden waarom hij en Tuinstra (Jett Rebel) zich muzikaal tot elkaar aangetrokken voelen. Ze zitten beiden in de flamboyante hoek van het popspectrum, ook qua looks. Dorrestein – donkere bontjas, skinny jeans – vormt een schril contrast met de sobere zaal en het in dikke truien weggestopte publiek. Zijn nummers zijn rijk en gelaagd, zonder uit de bocht te vliegen. IX gaat van melodieus en experimenteel naar opzwepend en ‘nogal goor’ (zijn eigen woorden). Hij sluit zijn set af met een uitgesponnen versie van de single ‘Out on Love’, die uitloopt in een electrotrip. Waar de lsd blijft, roept een van de aanwezigen. Dorrestein: “Die zit in je hart, man. Pomp hem eruit!”. (WW)
De one man producer/band die in het hoekje van de grote zaal klaar staat om te spelen noemt zichzelf Dotlights. Hij beschrijft zijn muziek als “loop and sample based ambiance” en hij maakt die beschrijving waar. Het podium is mooi opgedoft met een kleedje en een ouderwetse lamp wat zorgt voor een huiskamergevoel. Door de ramen er achter zie je de mistige Veluwe er prachtig bij liggen. Al deze factoren zorgen voor een enorm rustige state of mind. Het publiek droomt op de grond gezeten weg bij de elektronische muziek waar hij overheen speelt met zijn gitaar. Zijn grootste instrument is echter zijn doos vol pedalen waarmee hij zijn effecten creëert. Het eerste nummer neemt de helft van zijn speeltijd in beslag. Als hij daarna overgaat in wat kortere nummers maakt hij gebruik van artistiek gruis in de mix, een iets minder dromerig effect, met een onregelmatige beat, waar het publiek in vervoering naar luistert. Af en toe wordt de muziek verstoord door het ombouwen van het grote podium. De muziek is alleen zo bevangend dat het publiek daar nauwelijks iets van merkt (TV).
Hij komt ‘all the way from America’, de 26-jarige Stephen Steinbrink. De songwriter schrijft over loodzware onderwerpen: technologische isolatie, de zoektocht naar een eigen identiteit en een plek op de wereld, maar brengt zijn volksliedjes relaxed en zonnig. De voorste rijen gaan erbij zitten en wiegen ontspannen mee. Ondanks de uitstekende akoestiek weet Steinbrink de rest van de aanwezigen niet echt te bereiken. Het helpt ook niet dat hij zijn gitaar om de zoveel tijd moet stemmen: ‘Even wachten, hoor!’. Het geroezemoes achterin blijft. Zelf lijkt hij er geen last van te hebben, sterker nog: hij heeft het óók met het publiek te doen dat ze naar het podium moeten kijken. “You guys should see the view from up here. This is amazing!” (WW)
Twee uur na Rob Heron & The Tea Pad Orchestra, om 16:00 uur stipt, duikt No Ninja Am I ook in het verleden. Maar zij gaan iets minder ver terug. Ze beginnen met Balthazar-cover 'Sinking Ship' om vervolgens na eigen song 'Sister Of The Moon' het mooie verstilde McCartney liedje 'Junk' te spelen. Dankzij ons gedeelde enthousiasme knijpt Matthijs van der Ven dit maal een oogje toe en mogen ze als afsluitende song 'Revolution' spelen. Maar die klok is genadeloos. Dus na deze toegift is het echt tijd om weer de buitenlucht op te zoeken. (TM)
In de houten Paardenschuur, waar je je bijna in een après ski hut waant, staat Max Meser klaar om zijn nummers te spelen. Hij is half Spaans, half Nederlands, maar zijn Nederlands is niet zo goed, vertelt hij als hij ons welkom heet in ‘het Paardenhol’. Hij staat klaar met zijn nette kleding, blonde haren en een akoestische gitaar om zijn nek. Over het algmeen speelt hij vrolijke singer-songwriterliedjes, afgewisseld door wat droevigere en opstandigere nummers. Met af en toe een mondharmonica als assistent legt hij een country invloed in zijn nummers. Het publiek geniet duidelijk van deze jonge vent. Het lacht om zijn commentaar, en als hij zijn laatste nummer aankondigt en zegt: "Well I hope you enjoyed it. I know I enjoyed it myself." klapt en joelt het publiek enthousiast. (TV)
Bent van Looy is een gentleman pur sang. Compleet met rood fluwelen colbert, glimmend gepoetste schoenen en een weerbarstige haarlok die hij continue uit zijn gezicht moet vegen. Voordat hij zijn performance begint, vraagt hij het publiek om te gaan zitten, koude tegelvloer of niet. Hij doet dat zo charmant dat iedereen direct gewillig neerploft. In 2013 kwam soloalbum Round The Bend uit, een plaat met verfijnde, David Bowie-achtige piano-pop. De liedjes kwamen tot stand tijdens wandelingen in zijn woonplaats Parijs, vertelt Van Looy tussen twee nummers door. Tijdens een van die omzwervingen verloor hij zijn zwarte notitieboek. Een catastrofe, hij was er een week kapot van. Hij kocht een nieuw boekje, rood, in de veronderstelling dat wat hij daarin op zou schrijven nooit meer zo goed zou worden. “Een half jaar later vond ik mijn zwarte notitieblok terug onder een bank. Alle aantekeningen waren précies hetzelfde.” Van Looy raakt zichtbaar van zijn stuk als aan de overkant met de soundcheck begonnen wordt. Of het wat zachter kan? Op verzoek van het publiek speelt hij door, maar niet zonder af en toe een dodelijke blik richting de Lange Golf te werpen (WW).
Roy Santiago speelt om kwart voor zes in de Paardenschuur. In 2013 gaf hij nog een heerlijk rammelend optreden op het Tilburgse Incubate met zijn band The Doo Run Run. Maar wie op basis van dat optreden en zijn vorige soloplaat eenzelfde sound verwacht komt bedrogen uit. De liedjes van zijn aankomende album Devotion klinken compacter en strakker. Roy heeft voor zijn nieuwste langspeler niet de minsten om zich heen verzameld. Zo speelt indiepop-queen Pien Feith toetsen en verzorgt ze de achtergrondzang.
Het viertal trapt af met 'You Are Not My Sister’, een song met een spannend lome beat, om vervolgens bij tweede song ‘Friends And Favours’ een tandje hoger te schakelen. Hierbij klinkt Pien’s achtergrondzang erg sexy. Na ‘Good Luck Tour” komt als vierde song Single ‘Jiffy Jaffy’ aan de beurt. Roy’s hond, zo vertelt hij, vertolkt de hoofdrol in de videoclip die zich afspeelt in de meest treurige supermarkt van Nijmegen. Het is bovendien de enige song waarbij ‘crooner’ Roy een instrument bespeelt: de koebel. De swingende moves van die slungelige Roy zijn geven hem een sexy aura. Nu weet je zeker dat Roy Nederlands enige echte “zuchtman” is, wat hij een paar nummers later, als zijn microfoon het begeeft, onderstreept door bij laatste nummer ‘Devotion’ door een microfoon te zingen met Pien. Dan weet je het zeker: een dergelijk sexy muzikaal duo heeft onze planeet niet meer gekend sinds de hoogtijdagen van Serge Gainsbourg en Jane Birkin. (TM)
Het Belgische Faces on TV laat zien dat hun groovy Eels- en Beckrock ook akoestisch in de vrieskou van de Watertoren prima uit de verf komt. Het is een heel andere sound dan enkele uren later in de Annex B maar daarmee zeker niet minderwaardig. Verpakt in klamme dekentjes geniet het publiek van de eigenzinnige uitgeklede liedjes van deze aimabele Belgen. De akoestiek van de watertoren levert perfect werk aan de hier optredende surprise acts. Voor Faces on TV vertaalt zich dat bijvoorbeeld in het perfect versterken van de xylofoon tot een groots geluid. Maar ook met een hoop gitaargeweld bewijst Faces on TV een band te zijn om rekening mee te houden. Al liep de oplettende luisteraar wel ‘Hospital Food’ van Eels neuriënd de Annex B uit. (FL)
MAASK (Joost Maaskant) is beatboxer, zanger en stemkunstenaar. De Fries samplet zichzelf live, legt laag over laag en creëert zo muziek. Het resultaat is een optreden waar de lampen aan het plafond van gaan schudden. Maaskant opent met ‘I will always love you’ van Whitney Houston. De toon is meteen gezet. Daarna slingert hij op een razend tempo genre na genre de Zenderzaal in. Hiphop, drum ’n bass, dubstep en gabber. Niet veel later scandeert het voltallige publiek dat Prince een vieze hermafrodiete dwerg is. “Deze gast is een fucking koning!” brult een van de aanwezigen. De grootste verrassing van de avond. (WW)
De Nijmeegse diva heeft vanavond vleugels. Haar outfit, het podiumlicht en een wat extatisch nummer maakt dat Janne Schra vanavond een bijzonder engelachtige uitstraling heeft. Haar set in de zenderzaal is het eerste optreden van Radio Kootwijk na het vallen van de avond, waardoor de lichtschow in optima forma fungeert. Janne en haar nieuwe band met o.a. bassiste Nana Adjoa en Grasnapolsky programmeur Jelte Heringa op toetsen, trappen af met ‘Ship’, een nieuwe song met een lekkere lome reggae-beat. Na ‘Different’ heeft Janne de zaal al in zo’n aandachtige luistermood dat voor het vrolijke ‘Everything I Do Ooh, Ooh’ even een knop om moet. Het lijkt zo aan het begin van haar clubtour toch dat hier en daar nog een beetje geschaafd moet worden aan de opbouw van de set. Tegen het einde van de set weet Janne het publiek toch volledig naar zich toe te trekken, met o.a. ‘oudjes’ als ‘India Lima Oscar Victor Echo You’, ’Place To Run From’ en het nieuwe ‘Scare Me’, een song met veel ruimte voor improvisatie. Toch lijkt het wat meer moeite te kosten dan normaal om de zaal te bespelen, maar aan haar prachtige nieuwe songmateriaal ligt dat niet. (TM)
De Nederlandstalige rapper Fresku staat bekend om enerzijds humoristische, maar ook om zijn serieuze nummers. Dit laat hij ook zien op de Lange Golf. Vanaf de brug die over de zaal loopt is er een mooi uitzicht over het publiek en zie je hoe Fresku een lekkere energie de zaal in brengt. Hij laat iedereen springen, en spoort het publiek aan om “Fuck you Fresku!” te roepen. Hierna laat de rapper zien dat hij ook een gevoelige kant heeft, met een nummer voor zijn dochtertje Alisha. Bij de aankondiging stijgt er uit het publiek een “aaaahw” en gelach op.
Voordat Fresku aan zijn laatste nummer begint, vertelt hij het publiek dat het nieuwe jaar voor hem eigenlijk pas net begint. Hij noemt dit zijn nieuwjaarsconcert en wilt dat alle lichten worden gedimd. Zo sluit hij zijn show af met ‘Wilskracht’, wat gaat over wat hij wil: “Als willen hebben is, ben ik de rijkste man op aarde.” (TV)
Robbing Banks voelt zich goed thuis in de koude houten Canadese bier- en paardenschuur. Hij heeft het duidelijk naar z’n zin en weet het zelfs warm te krijgen. Een gevoel dat hij ook het publiek weet mee te geven. Voor het eerst vergeten we de Veluwse kou buiten het hoofdgebouw en whoohoohoo’en we luidkeels mee met de rechttoe rechtaan vierakkoorden-rock van deze one-man-garage-band. Niemand lijkt zich druk te maken dat de écht catchy hooks maar dun bezaaid zijn over de vier akkoorden van zijn liedjes en het publiek vergaapt zich met veel plezier aan de man die alles in z’n eentje kan. Het is ook wel indrukwekkend. Eén – toch best wel knuffelbare – man die meer lawaai maakt dan het hele Grasnapolsky programma tot nu toe. Robbing Banks geniet met volle teugen en levert zo een zeer vermakelijke set. (FL)
Waar de meeste acts nieuw, jong, hip en op het punt van happening zijn, gaat het Amsterdamse zZz al een tijdje mee. Hun broeierige trashy orgelrock bevindt zich ergens in het spectrum tussen stampende house van Underworld en de psychedelische rock van The Doors. Die laatste zouden stinkjaloers zijn op de zoete, dampende seks die zZz hier op het podium produceert. Het publiek wordt meegezogen in een erotische trance, gedragen door het onvermoeibare stampwerk van drummer Björn Ottenheim. De nieuwe nummers zijn meer dance en krautrock gedreven dan het oudere orgelrockwerk, waardoor de band een perfecte combinatie heeft gevonden tussen de energie van een live band en het clubgevoel van elektronische dansmuziek. De perfecte afsluiter voor een ieder die het programma van Grasnapolsky verder wat te braaf vond. (FL)