Haldern Pop, de soundtrack van een dorp

'Be true, not better.' De keuzes van creative director Stefan Reichmann

Aukje Verstegen ,

Ruim 6000 bezoekers bezochten afgelopen weekend het Duitse Haldern Pop – de zondag uitgezonderd, want dat is de dag van de Heer - voor een sterke line-up met ruim zestig acts. Verwacht hier geen talloze eetkraampjes, verrassende aankleding of een willekeur aan podia. Haldern Pop is het familiefeest van en door de dorpelingen. “We keep it simple,” aldus initiatiefnemer en het creatieve brein achter het festival Stefan Reichmann.

Haldern Pop is 34 jaar geleden zeer primitief begonnen. Georganiseerd door dertien lokale misdienaars die uit verveling plaatjes zijn gaan draaien in een weiland. Dat leidde tot de eerste liveoptredens in 1984. 32 jaar later is er een eigen muziekcafé, de Haldern Popbar, met concerten gedurende het hele jaar, een eigen platenlabel en maakt het dorp deel uit van het festivalterrein. In oktober komen de organisatoren zelfs met een heus nieuw festival: Kaltern Pop. Daarvoor moet je wel naar Zuid-Tirol.

Wat onveranderd blijft, is de visie van Stefan: “Good is good enough.” De intentie om de grootste te worden is er niet. “We are not a hipster thing. It’s not ‘cool’ to be here.” Zo worden de kaartjes niet gemaild, maar al jarenlang door dezelfde twee vrijwilligers per post bezorgd. Er is geen ongelimiteerde keuze aan eettenten en ieder jaar staan er weer dezelfde lange rijen voor de Spiegeltent. Zelfs als het flink regent, is het door de modderpoel zoeken naar een schuilplek.

Er zijn geen grote sponsordeals, want ‘de ziel wordt niet verkocht aan de commercie’, zo luidt het credo. Een sponsordeal met Jägermeister hebben ze afgeslagen, omdat deze invloed wilde uitoefenen op het programma. Van het terrein naar het dorp is het zeker een kwartier lopen en toch verkoopt het festival jaarlijks steevast uit. “Het gaat om de muziek, dat staat op één,” aldus Stefan. Stefan is de perfectionist in de imperfectie. Hij koestert wat er wél is, in plaats van andersom.

Zo is het dorp onlosmakelijk verbonden met het festival. Hoewel de dorpelingen voorheen vreesden voor het (buitenlandse) festivalpubliek máken zij nu het dorp. Alle investeringen komen het dorp ten goede. Zowel voor de bakker, de kerk als de lokale leveranciers. Iedereen wordt hier gelijkwaardig behandeld: de chauffeurs van de tourbussen ontvangen dezelfde privileges als de artiesten en eten gewoon mee. “We hebben shirts laten drukken met de tekst we know the way home. Dat bleek een succes: de chauffeurs dragen ze met trots. Ook zíj dragen het festival uit. De ruim 350 vrijwilligers staan de zondag na het festival centraal en komen dan allen samen. De grote verhalen om de winter mee door te komen worden hier besproken.

Een goede band met zowel de dorpelingen als met de artiesten en de bezoekers zijn voor hem dan ook essentieel. “Familiebanden zijn belangrijk en moeten doorwerken in de organisatie van het festival. We zijn een grote familie waar weliswaar geen bloedlijn doorheen loopt, maar hechten grote waarde aan vriendschappen voor het leven.” De organisatie bestaat uit 18 ‘families’ en iedere familie is verantwoordelijk voor zijn takenpakket. Daarnaast moet het een festival zijn dat generaties verbindt: een gevarieerde line-up van klassieke koren tot folk en gevestigde namen. “Jongeren hoeven niet langer naar grote steden te gaan, omdat zij het gevoel hebben hier iets te missen.” Op de camping gelden geen strenge regels: kampvuur en barbecue zijn toegestaan en men kan de auto parkeren naast de tent.

En dan is er de sterke line-up waar Haldern Pop befaamd om is. Opvallend is hoe haast iedere artiest zijn dankbaarheid – soms herhaaldelijk - aan het publiek toont om hier te mogen spelen. Dat is ook te zien aan de acts die regelmatig terugkeren: The Slow Show was vorig jaar nog te zien op Haldern Pop, The Villagers en Bear’s Den speelden er nog in 2013. Belle and Sebastian, een band die met uitzondering van hun shows zoveel mogelijk in de anonimiteit lijkt te staan, heeft hier spontaan een persconferentie gegeven. “Iedereen voelt zich thuis hier. De gemütliche sfeer op het terrein willen we ook backstage neerzetten.”
 
De 32e editie was er weer een om niet te vergeten. Hoewel Curtis Harding deze editie verstek had laten gaan – de band zou hem verlaten hebben - en wij Nederlanders met de Duitse ‘talenten’ niet veel kunnen, is dit de plek om aanstormend talent te ontdekken. Een opsomming van enkele hoogtepunten:

“Hi, we are Ibeyi and we’re from France, Cuba, Nigeria and Venezuela.” Met hun teksten gezongen in het Engels en Yorubaans valt er nauwelijks nog een touw vast te knopen aan hun precieze afkomst. Maar wat maakt het uit, deze tweeling van 20 jaar maakt indruk met hun zang en hun beheersing van de percussies. Wat ook niet gek is met een vader die percussionist was bij Buena Vista Social Club. Moderne nummers met Cubaanse, West-Afrikaanse invloeden, prachtige zang bij een minimale productie. Tel daarbij op hun swingende moves, cajón, batádrums, piano en een dikke beat en zij weten het publiek in een overhitte Spiegeltent naar het tropische Cuba te wanen. Wel vreemd dat ze het nummer 'River' twee keer spelen.

In een afgeladen volle, wederom hete Haldernse kerk, waar de zweetdruppels neerdalen (ja het was er heet!), matcht de sentimentele muziek van Bear’s Den goed. Het publiek luistert aandachtig naar de meerstemmige baardenmannen die het orkest van Stargaze hebben meegebracht. De band doet hier en daar wat The National-achtig aan wanneer de blaasinstrumenten tevoorschijn komen. En zelfs met de telkens terugkerende banjo komt het geenszins in de buurt van Mumford and Sons. 

Britpop uit Australië. Deze vrienden van DMA’s doen je, afgezien van hun excentrieke verschijning, onmiddellijk denken aan Oasis. Terwijl gitarist Matt Mason wat wegheeft van een gabber uit de jaren 90, lijkt gitarist Johnny Took met zijn nekmatje rechtstreeks uit New Kids gelopen te zijn. Noel Gallagher zei eerder over DMA's dat ze Oasis nooit zullen overtreffen. Hoewel een look-a-like sound haaks staat op originaliteit is dat nog maar de vraag. 

Op Best Kept Secret al indruk gemaakt, deze poëtische Kate Tempest uit Londen. Hoewel haar verschijning snoezig aandoet, zijn haar teksten dat allerminst. Het gewone meisje van de straat klinkt als een politiek activiste die met haar filosofische speeches doet denken aan het zusje van Mike Skinner (The Streets). Al sinds haar veertiende van school af, gaan werken in een platenzaak en doet daar mee aan een rap-battle. Wat dan volgt zijn talloze prijzen en een studie aan de befaamde BRIT School For Performing Arts. 

Onlangs nog te zien in een uitverkocht Doornroosje weet componist Nils Frahm (en tevens de laatste leerling van de protegé van Tsjaikovski) het publiek te hypnotiseren met zijn nummers van het album Solo. Terwijl hij zich weet te manoeuvreren tussen zijn synths, orgel, mellotron en vleugel, krijgt hij tijdens All Melody bijval van Olafúr Arnalds (Kiasmos).

Olafúr Arnalds en Nils Frahm vullen elkaar goed aan, zo blijkt. Beiden ondergebracht bij Erased Tape Records weten de modern klassiek componisten elkaar zo nu en dan te vergezellen tijdens hun shows. Zo vindt de uitruil ook vandaag plaats; het IJslands minimal techno duo Kiasmos bestaande uit Olafur Arnalds en Janus Rasmussen spelen een set van ruim een uur waarbij collega Nils Frahm het laatste kwartier nog even aanschuift. Nils blijft nog wat aan het schuiven waardoor zijn zojuist geleende Juno 60 ten val komt. Pijnlijk, want eerder deze week plaatste Nils nog een oproep op Facebook wie er nog een Juno te leen had nadat zijn twee Juno 60’s waren gebroken en zijn show in Royal Albert Hall ternauwernood wist te redden. Status geleende Juno: onbekend.  

the show at the royal albert hall almost had to be cancelled since the stage hands managed to drop one of my juno´s onto...

Posted by Nils Frahm on vrijdag 7 augustus 2015


En dan nog meer talent uit Australië: Courtney Barnett. Het bewijs dat we nog niet helemaal klaar zijn de singer-songwriter en inmiddels hogen ogen heeft gegooid op onder andere SXSW. De gebruikelijke rij voor de Spiegeltent ontstaat dit keer dan ook al uren voor aanvang. Met haar nieuwe plaat Sometimes I Sit And Think and Sometimes I Just Sit weet Courtney in een set van drie kwartier de perfecte balans tussen nonchalanche en vurigheid te vinden. Haar ingetogen pasjes zijn eveneens een genot om naar te kijken.