40-jarig jubileum Arnhemse Paasconcerten

De Jacobiberg laat zich van zijn kleurrijkste kant zien

Theo Miggelbrink ,

Al weten ze het zelf niet helemaal zeker, de Paasconcerten vieren volgens het affiche toch echt hun veertigste editie. Dit jaar konden bands zich niet inschrijven, maar zijn (min of meer) gerenommeerde Arnhemse bands gevraagd om het jubileumfeestje op te komen luisteren. Een mooie staalkaart van wat er in Arnhem op dit moment borrelt en bruist in de lokale popscene. Dat varieert van heavy oudgedienden als Jusso Wistler en het freaky freejazz-kwartet Mannheim tot het jonge elektronische duo Hömpfdingå. Er wordt afgetrapt met lokale singer-songwriters verenigd onder de naam Het Geluid Van Arnhem.

Het Geluid Van Arnhem

Het Geluid Van Arnhem opent akoestisch en meerstemmig als de 8 leden van achter uit de zaal, begeleid door ukelele, binnen komen lopen. De bandnaam klinkt een tikkeltje pretentieus in vergelijking met de andere bands, maar de kraakheldere samenzang waarbij diverse zangers en zangeressen afwisselen is kenmerkend. Met 'Taped Window' ontpopt Lavalu zich als zangeres met de krachtigste stem van het stel. In 'Never Will' is Pieter Lada melancholisch; zijn potloodsnorretje roept zelfs associaties op met Bryan Ferry (de dandyrocker die vooral bekendheid geniet als frontman van Roxy Music). 'Strangers' van Mirjam Moczko is een engelachtige song met mooie tweede stemmen die het optreden extra cachet geven. Met het catchy 'Hey The Sun's Here' brengt Lavalu een ode aan het mooie weer. Net als het akoestische openingsnummer wordt 'Sons & Daughters' met z'n allen gezongen en is daardoor uitermate geschikt voor “het betere EO-gevoel”.

Public Outcry

Het “EO-gevoel” is niet iets wat Public Outcry nastreeft. De band is een nieuwe formatie van routiniers Monique (Moon) Bakker, Patrick Kuschel, Remco Visker en Jusso Whistler. Daar waar Monique in het verleden vooral furore maakte als funk & jazz-zangeres (bij o.a. Candy Dulfer’s Funky Stuff) gooit ze het het met deze drie mannen muzikaal over een hele andere boeg. Dit is spierballenrock van de bovenste plank. Daar waar Remko Visker zijn gitaarsolo’s achteloos afwisselt met brute powerchords (iets waar zijn gitaar niet helemaal tegen bestand is, blijkt als zijn hoge e-snaar er voor kiest dat het prettiger is om een beetje achteloos onder de gitaarhals te bungelen...) laat Patrick Kuschul zijn bass constant vervaarlijk laag brommen. En dan is er nog Jusso Wistler, de als muziekdocent aan Jacobiberg verbonden rockgod. Zelfs een fervent hater van drumsolo's kan nog genieten van zijn inventieve spel.

Frontvrouw Monique is de enige vreemde eend in de bijt: met haar plooirok, giletje en blouse met pofmouwen zou ze met toevoeging van een Franse baret zo de rol van Julie Delpy over kunnen nemen in een romantische komedie. Haar vocale kwaliteiten laten er echter geen misverstand over bestaan dat ze op haar plek is. En dat het niet slechts bruut rockwerk is wat de klok slaat, bewijs het kwartet met het politiek geëngageerde nummer 'Edge Of Poverty', waarin de huidige graaicultuur bekritiseerd wordt. Het is wat aan de stevige kant zo op de “vroege” namiddag. Zeker na het veel lieflijkere Het Geluid Van Arnhem. Maar we zijn nu wel bij de les voor wat komen gaat.

Diggeth

Hoe de wind waait bij Diggeth is al duidelijk bij de aanblik van de heren. De baarden van zowel gitarist Harald te Grotenhuis als bassist Alco Emaus zijn namelijk nogal imposant. Dit wordt een uurtje stevige stonerrock waarbij nummers met een zwaar aangezette sound als 'Motor' en '98288' naadloos in elkaar overlopen. Het voorlaatste nummer 'Ramshackle' blijkt hun magnum opus en klokt niet onder de 15 minuten. Toch is de sfeer ondanks al dit heavy gitaargeweld opvallend licht en vrolijk. Hoewel de metalheads op de eerste rij de haren uit hun hoofd schudden, rennen kleine kinderen ondertussen tussen alle benen door en heeft de rest van het publiek ontdekt dat de vrolijk gekleurde ballonnen ook prima dienst doen als volleybal. Het geheel maakt het optreden van Diggeth minstens zo kleurrijk als een optreden van de neo-hippy-band The Flaming Lips, die daarin toch doorgaans de kroon spannen.

Lada!

Lada! is de bandnaam de band van Arhemmer Peter Lada, die deze editie ook opende als een van de leden van Het Geluid Van Arnhem. Vergeleek ik hem eerder -vanwege zijn potloodsnorretje en croonende voordracht- nog met Bryan Ferry, met zijn band Lada! ontpopt hij zich eerder als een Nederlandse Alex Kapranos (de zanger van Franz Ferdinand). Voor veel aanwezigen is na het heavy gitaarwerk van de twee voorgaande bands het optreden van Lada! de uitgelezen kans om even een vegabruger of wrap te scoren, buiten te gaan roken, of bij te kletsen achter in de zaal. En dat is jammer want de ingetogen indiepop van Lada! heeft zeker potentie. Door het geroezemoes achterin de zaal komen de breekbare indiepopliedjes echter niet altijd even goed uit de verf. In de loop van het optreden verzamelen de echte fans, die gewoon "fashionably late" blijken te zijn, zich alsnog vooraan bij het podium. Bij het dansbare 'City Lights' (met een van de Stones geleende gitaarriff) komen de voetjes zelfs van de vloer. En zo komt het publiek aan het einde van de set toch nog los. Jammer dat Lada! de dansbare nummers tot het laatst bewaard heeft.

The SPaX

Terwijl het podium omgebouwd wordt voor Mannheim is het de beurt aan de akoestische rockabilly band The SPaX, die eerder die dag na afloop van Het Geluid Van Arnhem buiten de het pand ook al een proeve van hun kunnen gaf, de feestvreugde er in houdend. Doordat het geheel akoestisch is, mist het de band de sound die zo kenmerkend is voor het genre en de zang is gedurende het hele optreden helaas nogal slecht te verstaan. Ondanks deze manco’s weet de band met een mix van covers en eigen songs de feestvreugde er goed in te houden en leiden ze het publiek naar een akoestische apotheose met de meezing Elvis-klassieker 'Viva Las Vegas'. Zelfs van alle glamour ontdaan blijkt zo’n klassieker dan nog fier overeind te staan.

Mannheim

Na de vrolijk ongedwongen set van The SPaX is het tijd voor serieuze zaken. Bij Mannheim is het voor eerst vandaag dringen geblazen voor het podium. De band blijkt voor aanvang al een publieksfavoriet. Dat blijkt meer dan terecht, terwijl het bepaald geen lichte kost is wat dit viertal ons voorschotelt. Mannheim’s muziek laat zich niet vangen binnen de structuur van een liedje (ze spelen dan ook zonder setlist). Hier wordt gemusiceerd alsof het om een zaak van leven of dood gaat. Zware bassen worden afgewisseld door woeste gitaarerupties en scheurende saxofoonsolo’s. Even zo goed kan de band een volgend moment intiem en verstild klinken. Het gretige publiek laat het muzikale geweld gewillig over zich heen komen en staat afwisselend woest met hun hoofden te bonken danwel sereen te glimlachen, alsof ze net de opperste staat van verlichting hebben bereikt. Alsof de druk in de snelkookpan die de Jacobiberg inmiddels geworden is, nog niet hoog genoeg is opgevoerd, springen de heren van Mannheim tegen het einde van de set ook nog eens midden tussen het publiek waar ze het optreden al musicerend tot een allesverzengende climax brengen. Wow!

 

Shaking Godspeed

Aan Shaking Godspeed de zware taak om het optreden van de brute mannen van Mannhiem te overtreffen. Iets wat al bij voorbaat onmogelijk lijkt. Maar daar laat viertal zich niet door van de wijs brengen. Voor aanvang verwacht je -vanwege het vintage Philicorda orgel dat het podium siert- dat het bij Shaking Godspeed gaat om een sixties retro-act in de lijn van The Kik of The Black Marble Selection. Niets blijkt minder waar. Retro ja, maar Shaking Godspeed lijkt toch meer geïnspireerd te zijn door vroege jaren zeventig boogierock en hardrock dan door vaak Beatleske sixties-bands. Zo’n allesverzengend optreden als van Mannheim is het niet, maar met songs als 'Welcome Back Wolf', 'Goodbye Poupon', 'Future Boogie' en 'Paranoia Blues' zetten ze een degelijke rockshow neer die zorgt dat het muzikale feestje nog even door kan gaan.

Hömpfdingå

Zoals de naam al doet vermoeden is Hömpfdingå een wannabee-Zweeds duo dat stiekem gewoon uit Arnhem komt. Na al het brute gitaargeweld is dit dansbare duo een beetje een stijlbreuk met de voorgaande twee bands (en eerlijk gezegd ook in vergelijking met de rest van het programma). Maar vanachter hun „flightcase tafeltjes” trakteert Hömpfdingå ons, gewapend met laptops, Körgs en andere electronica, wel op een uiterst dansbaar optreden met fraaie visuals. Vanwege de vette bass-synths verwacht je dat net als bij Mannheim de nadruk ligt op de groove en een setlist wel geheel zal ontbreken. Niets blijkt minder waar, maar songs met titels als 'Whiplash', 'Shake That Hömpf' en 'Flamingo' worden zo subtiel aan elkaar gemixt dat de dansende meute hun flow geen moment hoeft te onderbreken. Een heerlijke lichtvoetige afsluiter voor een geslaagde veertigste editie van Jacobiberg’s Paasconcerten.

Plus

Deze veertigste editie is laagdrempelig en gratis toegankelijk, waardoor zowel ouders met kinderen als door de wol gewelfde festivalgangers aan hun trekken komen. Door de bands van diverse pluimage biedt het festival voor ieder wat wils.

Min

Doordat de nadruk ligt op de heavy bands raken de meer ingetogen acts als Het Geluid Van Arnhem en Lada! toch een beetje ondergesneeuwd in het gitaargeweld.

Het oordeel

Ondanks de bovengenoemde "plussen" en "minnen" is het goed toeven op deze eerste Paaszondag in de Jacobiberg. Er valt ook muzikaal veel te genieten, waarbij vooral het brute Mannheim en het dansbare Hömpfdinå de show stelen. Stiekem hoop je daardoor dat de Jacobiberg, die voornamelijk dienst doet als repetitiehonk en leslocatie, haar deuren wat vaker opent voor zulke optredens.