#valkhof15: Het grote dinsdag-blog

Met Sef, Pitto, Slow Steve, Obnox, Monolord, De Tropen, Chancha Via Circuito en Clap! Clap!

Tekst: Erik Damen, Patrick Schimmel, Heyta Melssen, Thomas Klompenhouwer l Foto's: Matthijs Quaijtaal, Jan Snel, Roger Jansen ,

Met zoveel interessante acts op het Valkhof Festival is het voor de 3voor12 Gelderland-redactie niet te belopen om iedereen een eigen artikel te geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen en daarvoor hebben we dit Valkhof Festival-blog, waarin we verslag doen van alle acts.

Slow Steve, Boog, 19.30

Slow Steve heeft vandaag de ondankbare taak om het festival te openen. Toch leek dit het Berlijnse drietal niet te deren. Hun muziek past eigenlijk perfect bij de setting. Ontspannen, vrolijke liedjes waarbij de elektronische intermezzo’s een mooi contrast vormen met de holle stem van Rémi Letournelle. Al met al zijn de invloeden uit de electro-hoofdstad van de wereld wel te horen en het publiek komt dat ook voorzichtig een kijkje nemen. Vervolgens pakt Rémi deze mensen in, door met de juiste nonchalance door de tracks heen te wandelen. De variatie die hij er met zijn stem probeert in te brengen is niet in elk nummer even geslaagd, toch is de muziek vaak pakkend en makkelijk dansbaar. De ironie tussen de melancholie en het zonnige van de muziek maakt het op de prettige namiddag tot een fijn schouwspel. De instrumentenwissel bij de zanger zorgt voor wat afwisseling, zo pakt hij ook de sax op. Ook als hij switcht naar de basgitaar trekt het gelijk de aandacht. Anderzijds voelt de afsluiter als een geforceerde poging tot een hitsingle. Voor nu krijgen ze het label: interessant. (Patrick Schimmel)

Sef, Arc, 20.15

Vergeet zijn bijdrage aan 'Me Nikes' van The Opposites, vergeet zijn bijdrage aan de nummer één hit 'Broodje Bakpao', vergeet 'Bagagedrager' met Gers Pardoel. Sef is terug met nieuw solomateriaal en laat dit het Valkhof weten. Onlangs bracht hij zijn nieuwe ep Wakker uit en zijn nieuwe soloplaat In Kleur verschijnt na de zomer. Het nieuwe werk maakt een groot deel uit van zijn set. Hij verontschuldigt zich dan ook voor het feit dat niet iedereen alle nummers kent, maar Sef staat zijn mannetje op het grote podium. Gehuld in een tuinbroek en met slechts een beatbox weet Flinke Naam Sef het publiek te vermaken. Dat publiek is overwegend vrij jong en heeft zin in een feestje. Dat weet Sef slechts gedeeltelijk waar te maken. Niet alleen ontbreken eerder genoemde hits, ook bestaat zijn set voor een groot deel uit nieuw materiaal. Pas als hij 'Diamanten' (op plaat met Hans de Booij) en de titeltrack van zijn eerste soloplaat De Leven speelt, komt het publiek echt los. Ook op het iets meer op electronica en house geënte nieuwe werk wordt enthousiast door het publiek ontvangen. Alleen zou Sef er beter aan doen om de volgende keer met een band of bevriende rappers op het podium te gaan staan. (Erik Damen) 

Pitto, Arc, 21.45

Van tevoren leek het geplande optreden van Pitto op papier misschien niet de meest logische act voor het Valkhof publiek, maar de keuze voor de Utrechtse house/dance producer op prime-time bij het invallen van de avond werkte wonderwel. Oké, een plekje tussen de opruiende garage-hiphop van Obnox en de zware riffs van Monolord was misschien eerste keus, maar dit soort melodieuze house/techno in de stijl van Bonobo en Caribou heeft ook onder het alternatieve publiek een plekje gevonden. Pitto draaide al een aantal keer eerder in Nijmegen, maar vanavond gooit hij het over een andere boeg: met zijn driekoppige band gaat Pitto vanavond live. De bandsound is breder dan zijn dj-set en de drummer en gitarist geven de beats een extra dimensie. Er is veel gevoel voor melodie en ook Pitto's herkenbare zang wordt door de steeds groter wordende massa goed opgepikt. Het moet gezegd; een prima keuze van de programmeurs, zeker als opwarmer voor afsluiter Kovacs. (Erik Damen)

Obnox, Boog, 21.00 uur

Het optreden van Obnox begint vrij vaag. De podiumlichten gaan aan, er zit een man met zonnebril te scratchen. Is dit hem? Is dit het? Nee, er staat een drumstel, gitaren, microfoons. Er moet nog meer gebeuren. Na wat een eeuwigheid lijkt, neemt een drummer plaats en dan komt ook Bim Thomas zelf het toneel op. Zonnebril op, big smile en vet Amerikaans accent. "We're from Cleveland, Ohio and I hope there are no small children here, their ears may become corrupted." Wat volgt is een muzikale wervelshow van rap, speedrock en Cleveland-punk, met stoute teksten gebracht met een twinkeling achter de zonnebrilglazen. Obnox heeft er duidelijk zin in, geniet van zijn verblijf in een hotelboot en verbaast zich over het fenomeen wandelvierdaagse: "Can´t figure why people go walking 35 miles each day to end up here."

Als hij een seintje krijgt dat de laatste tien minuten zijn ingegaan, doet hij er nog een schepje bovenop qua snelheid, intussen grappen in het rond strooiend. Hij nodigt zijn publiek uit vooral te gaan dansen. "You know we're black and it amuses us like hell to see y'all moving." Obnox doet zijn naam geen eer aan. Hij is verre van 'obnoxious', hij is 'cute' en houdt de sfeer er goed in. Het contact met het publiek is warm en als de laatste noot weerklinkt neemt hij met een brede armzwaai afscheid van een nieuwe schare fans. (Heyta Melssen)

Monolord, Boog, 22.30

Het avondrode podiumlicht schijnt voor aanvang over het imposante instrumentarium van Monolord. Met een geminimaliseerde gitzwarte drumkit en versterkers met de hoogte van een doodskist lijkt het tijd voor drie kwartier betonmuziek op standje 11. Wanneer gitarist Thomas Jäger vervolgens een aantal logge noten uit zijn karakteristieke Flying-V tovert lijkt dat bewaarheid te worden. Stilistisch gezien is de muziek van Monolord te kenschetsen als één groot eerbetoon aan de eerste zes platen van Black Sabbath, zij het dat dit in het stonergenre eerder regel dan uitzondering is. Het Zweedse trio lijkt daarnaast beïnvloed te zijn door het eveneens Zweedse Candlemass, met name waar het de klagerige vocalen betreft. Monolord blijft echter voornamelijk in trage arrangementen hangen zonder dat er ook maar ergens een versnelling of een korte melodische passage aan te pas komt. Voor de fijnproever van het genre, en dat zijn er gezien het aantal headbangende hoofden een hele hoop, is het waarschijnlijk op en top genieten. Voor de gemiddelde toehoorder beginnen naar verloop van tijd de gitaarriffs en zanglijnen wel erg op elkaar te lijken. Monolord bedient echter de niche en doet dat vanavond met verve. (Thomas Klompenhouwer)