De Krach Kronieken: deel 3

Over nieuwe bandleden en een albumrelease

tekst: Martijn van Koolwijk | foto's: Jacob Gesink ,

In april 2014 bracht de Arnhemse/Nijmeegse/Tilburgse/Rotterdamse formatie Krach, na drie jaar radiostilte, haar tweede album uit. Schrijver Martijn van Koolwijk volgt sinds de opnames van het album een jaar lang haar proces. In vier delen geeft hij inzicht in het wel en wee van de band. Vandaag deel drie, over twee nieuwe bandleden en de albumrelease.

“We wilden onze release eerst in de Ekko doen,” vertelt Reinier, terwijl hij in de zaal van de Amsterdamse OT301 zijn koffie drinkt. De rest van de band is druk in de weer met snoeren en instrumenten. Over twee uur is de release van het tweede album. De nieuwe bassist, Bas, kijkt toe hoe David snoeren vast-tapet. “Rustig aan met die tape joh! Weet je wat dat kost?” grapt hij.

Reinier vervolgt zijn verhaal: “We vonden het voor de pers belangrijk om de release op een centrale plek te doen. Dan kom je al snel in Utrecht of Amsterdam terecht. Dus toen de Ekko al geboekt bleek, besloten we naar OT301 te gaan.” De OT301 is een voormalig kraakpand, dat qua sfeer en uitstraling tussen het oude Kultuurhuis Bosch, de Onderbroek en Doornroosje inhangt.

Reinier: “We brengen deze plaat in eigen beheer uit. In principe deden we dat ook bij de eerste plaat. Toen is er, nadat de plaat al opgenomen en gedrukt was, een platenmaatschappij ingestapt. Eigenlijk wil je anno nu enkel nog het promo-apparaat van een platenmaatschappij. Bij onze nieuwe plaat hebben we ervoor gekozen om alleen iemand in te schakelen om de promo aan te slingeren. De rest kunnen we immers wel zelf. Zo moeilijk is het niet om plaatjes bij een drukkerij te bestellen.”

Inmiddels gebruikt Bas zelf rijkelijk tape, om het geluid van een koebel iets te dempen. Martijn Crama, de manager, vult plastic tasjes met het album op vinyl, cd en een downloadcode. “Wel allemaal rechtop doen hè,” zegt David.

“De waarde van een cd is tegenwoordig praktisch nul. Voor vinyl kun je nog wel geld vragen,” vertelt Martijn. De vijfhonderd lp’s kostten vijftienhonderd euro om te laten maken. Het album is dan ook enkel op lp te koop, de cd en download krijg je er gratis bij. Als Martijn klaar is pakt hij een verdekt opgestelde fles graswodka op en neemt deze mee de backstage in. “Die moet David voor het optreden vooral nog niet zien.”

De backstage is eigenlijk een slaapzaaltje. Met stapelbedjes en een koelkast. Eén van de speciaal voor de release ingeschakelde achtergrondzangeressen zoekt broodjes en opent de koelkast: “Energiedrank? Bah! Echt een jongensband,” zegt ze, terwijl zij tussen de blikjes AH BASIC Energy drink door de kaas probeert te vinden.

Dan klinkt er een brom uit de zaal. Setup-problemen. Eén van de microfoons blijkt op de stroomgroep van het licht aangesloten. Het is inmiddels een uur voor aanvang en het geluid ruist als een malle. De zangeressen zitten gehurkt te wachten. De bandleden staan met de armen over elkaar te kijken hoe drie techneuten druk in de weer zijn. Bas en de nieuwe gitarist Max zetten Johnny Cash’ I walk the line in.

Max en Bas kennen elkaar van hun opleiding, het Codarts-conservatorium in Rotterdam. Toen Bas afgelopen zomer in Kosovo op vakantie was, kreeg hij een Facebook-bericht van Krach: of hij geïnteresseerd was om de band te komen versterken. Kosovo maakte een behoorlijke indruk op Bas en hij besloot nog even na te denken over de vraag van de band. Terug in Nederland zocht hij contact met Ruud, de drummer. “Toen ik na na een auditie bij de band zat, hoorde ik dat ze ook nog een gitarist zochten. Ik moest toen meteen aan Max denken.” Max haakt in: “Op een dag belde Bas mij op met de vraag of het me wat leek om bij Krach gitaar te komen spelen. Vervolgens heb ik auditie gedaan, waarbij ik het moest opnemen tegen twee andere kandidaten. Eén ervan kon uiteindelijk zijn treinkaartje naar Rotterdam niet betalen. Een week later hoorde ik dat ik erbij zat, dat was te gek. Ik koesterde al wel een tijdje het verlangen om in een band te spelen die elektronica en rauwe rock op deze manier combineert.”

“Het was eigenlijk een contra om twee bandleden met een drieletternaam te hebben, maar gezien zowel hun individuele als collectieve klasse, hebben we ons daar overheen gezet.” grapt Reinier. “We hebben nu voor het eerst echt gewoon een goede band. We groeiden altijd wel en waren niet slecht, maar nu hebben we echt een toffe band.” Dan steekt de geluidsman zijn duim omhoog. Het probleem is verholpen en de soundcheck kan beginnen.

Tijdens de releaseshow staan er veel bekenden van de band in de zaal. Zo ook ex-gitarist Rutger en ex-bassist Peter. “Echt raar om die nummers zo te horen en te zien terwijl je zelf in de zaal staat,” zegt Rutger. “Ze hebben in ieder geval een gitarist gezocht die op mij lijkt.” “En twee achtergrondzangeressen om jouw stem na te bootsen,” grapt iemand naast hem. Rutger kijkt tussen de mensen in de bomvolle zaal richting het podium. “Oh shit ja, die had ik helemaal nog niet gezien.” Op het podium zijn de bekende Krach-pakjes ingewisseld voor de zwarte wifebeaters die de band tijdens de Krach VerKRACH(t)-tour droeg. Hemdjes die in Servië overigens verkrachtersshirts worden genoemd. De band heeft er zin en dat merk je. Er ontstaat dan ook al snel een energieke wisselwerking tussen de band en het publiek.

Een paar dagen later mail ik Reinier met de vraag hoe het zo na de release met hem gaat. “Ik voel me goed! Maar was na afloop goed brak, zo hoort dat.”

Inmiddels druppelen de eerste viersterren-cd-recensies binnen. Krach tourt. Het vierde (en laatste) deel van de Krach Kronieken verschijnt na de zomer. Daarin kijkt de band naar de toekomst en blikken de heren terug op het festivalseizoen.