Dat niet alles in goud verandert wat Lawrence en Clemens Mul aanraken, bewezen zij met Deadbeat Passenger: dat verhaal vergeten we maar snel... Maar die verdomde Honkies, samen met onder andere hun maatje Wout Kemkens, dat mag niet in de vergetelheid raken! Met Raw Flowers hebben zij wederom een gitarist met een eigen sound en spel weten aan boord te krijgen. Paul Diersen is met zijn subtiele en behoorlijk door The Byrds geïnspireerde gitaarwerk misschien niet op het eerste gehoor de meest passende figuur tussen de Achterhoekse branie. Toch blijkt vanavond dat juist hij het is die de 'bluumkes' laat onderscheiden in het al maar uitdijende retro-rocklandschap. Zijn spel is mooi, bezwerend en uitermate psychedelisch van aard. De muziek krijgt een gelaagd karakter. Zeker in combinatie met het steady baswerk en natuurlijk de sterke vocalen van 'Jerommeke' L. Mul.
Debet aan de totaalsound is de houthakkerige (weinig variatie) en tamelijk zwakke (niet strakke) drums van Ilja. Dit trekt het niveau van Raw Flowers omlaag. Dat is jammer, want dit relaxt klinkende bandje in kwestie zou nog wel weer eens een graag geziene gast op de Nederlandse podia kunnen worden. Hopelijk trekt dit de komende tijd, door vooral veel te spelen, bij. De mannen van Mul kunnen de bloempjes weer buiten gaan zetten, de geraniums zijn gelukkig nog mijlenver weg.
De teletijdmachine in Willemeen
Raw Flowers en Vidunder passen het retro-plaatje
Wanneer de gebroeders Mul muzikaal wat van zich laten horen, is het altijd raadzaam een kijkje te nemen. Een van hun voorgaande bands, The Bloody Honkies, was simpelweg te gek. Kunnen ze dat kunstje nogmaals flikken met hun nieuwste telg Raw Flowers? 3voor12Gelderland worstelde zich de uitpuilende lijnbus in naar Arnhem, want de NS wilde ook op deze vrijdagavond niet sporen.
De vriendelijke Zweden, onder de noemer Vidunder, zijn voor het eerst in Nederland. Dat vinden zij leuk, zo laat men weten. Maar heel veel meer komt er niet uit het viertal. Of zij de Engelse taal nauwelijks machtig zijn, wordt niet geheel duidelijk, maar dat de verlegenheid de overhand heeft, blijkt des te meer. De band, die qua looks exact in het plaatje van een sixties- of seventies-kloon past, is sympathiek en spelen zeer netjes maar missen wel een aspect: een portie pit in hun donder!
Op plaat is het fijn voor thuis, maar live wil je toch nét dat beetje extra. De songstructuren zijn eveneens uit het boekje waar ook de mosterd van het uiterlijk vandaan wordt gehaald. Tja, het is en blijft wel heel erg Graveyard, maar dan wel zonder de hits en hooks. Wanneer Vidunder het lieve-jongens-imago en de overmatig traditionele songsmederij van zich af schudt, kan dit verdomd leuk gaan worden. Voor nu is het veel te braaf: (rock)muziek moet 'gevaarlijk' zijn. Voor zielloze huismannetjes hebben we Radio 2 en vele andere eenheidsworstproducten al. Daar wil je, tenzij je tweelingbroertjes bent en je jezelf Tangerine noemt, nog niet dood gevonden worden. Kom op, zedelijke Zweden, we willen jullie zien zwoegen en zweten! Ook dat deden ze tijdens de sixties en seventies overmatig, dus vooruit: gooi dat ook mee de teletijdmachine in!