Op het hoofdpodium wordt de dag gestart door het uit België afkomstige Sore Losers. Deze band kent al bestaansrecht sinds 2009. Het viertal heeft inmiddels de nodige ervaring opgedaan. En dit is hoorbaar, het geheel klinkt zeer dynamisch. Wel is het muzikale landschap inmiddels uitgebreid, maar zijn invloeden van blues/folk minder hoorbaar dan in de beginperiode van de band. Men kan speculeren of dit een min- of pluspunt is, maar de band verliest hiermee iets van zijn origine. Inmiddels klinken de heren meer als een stevige garagerockband. Opvallend zijn daarbij wel de pakkende refreinen die toegankelijk in het gehoor klinken. Hierdoor heeft de band zeker potentie om ook het grote publiek aan te spreken. Helaas is het veld voor het hoofdpodium karig gevuld met mensen. Hierdoor komt de sfeer niet echt op gang. De bandleden versterken dit door ook weinig interactiemomenten met het publiek te creëren. Zij spelen hun show echter wel met overgave. Wellicht was de band op een kleiner podium beter tot z'n recht gekomen.
#zc14 Ruig-'n-roll route zaterdag 26 juli 2014
Ruig en rauw
De zaterdag blijkt diverse stromingen te bieden binnen de rock-gerelateerde muziek. Vooral Roadhouse en het hoofdpodium lenen zich hier perfect voor. Roadhouse (een grote schuur, waar je ook met de trap naar boven kunt, en ook de band van bovenaf kunt bekijken) biedt een net wat intiemere sfeer. Op deze zaterdag is het lastig keuzes maken. Er is simpelweg te veel goede muziek om over te schrijven. En zoals dat bij een festival hoort, zijn overlappingen helaas niet te voorkomen. We hebben weer een kleine selectie gemaakt.
Als je op de mainstage van de Zwarte Cross staat, schept dat verplichtingen. DeWolff heeft in het Nederlandse clubcircuit inmiddels een goede reputatie opgebouwd, maar dit is andere koek. De bluesrock van de broers Van de Poel (zanger-gitarist Pablo en drummer Luka) en organist Robin Piso slaat goed aan, net als de hallucinerende, psychedelische rock. Het spel van DeWolff dampt, is powerful en retestrak. De solo’s van Robin op het orgel zijn ellenlang, maar vervelen geen moment door de begeleiding van Pablo en Luka. DeWolff doet haar stinkende best, maar in het publiek wordt onder andere gewoon touwtje gesprongen. Dan beuken we ze gewoon helemaal murw met stevige rock, moet de band gedacht hebben. En dat lukt. Als de groep aan haar laatste nummer toe is, roept Pablo “Ik hoop dat jullie er klaar voor zijn, maar hopelijk ook niet.” Want DeWolff heeft nog een nagerecht in petto, later die avond in de Roadhouse. Blijkbaar hebben de toeschouwers daarvoor wat extra energie nodig.
De bezoekers moeten misschien nog wat opwarmen, maar de volgende band draait op volle toeren. Het is maar goed dat Santa Cruz in Roadhouse speelt, want in deze barn sta je stevig. Buiten was je vast weg geblazen door het enorme muzikale geweld wat op je af wordt gevuurd. Elke cel in je lichaam trilt door alleen al door de basis die de bassist en drummer neerzetten. Ook de gitaarrifs springen eruit. Wout Kemkens (Shaking Godspeed) speelt tijdelijk mee, en met passie zoals men dit van hem gewend is. Hij voelt en beleeft elke noot. In opperste concentratie wordt een riff perfect getimed. Drummer Guy Tavares heeft veel weg van Animal van The Muppets. Hij is een energieke verschijning. Na twee volledige instrumentale nummers wordt er ook door Tavares gezongen. Zijn rauwe stemgeluid sluit perfect aan bij de sound van de band. De nummers zijn eigenzinnig, maar toch toegankelijk.
Van Roadhouse dan naar hele andere koek: de Theaterweide. Daar een ruige band? Jazeker! Met een passende bandnaam, want Raw Flowers zijn ruig. Ze doen denken aan een volwassen versie van folkrock uit de jaren zeventig, maar dan hard. De band staat op die afgelegen plek op de Theaterweide, maar dat heeft er niet voor gezorgd dat er geen publiek is. Sterker nog, de band heeft een schare fans meegebracht. Een groot aantal meisjes zingt mee met de teksten. Die hebben vast het nieuwe album al goed beluisterd. Voor het podium ligt een dansvloer gemaakt van losse planken. Deze planken worden tijdens het optreden luidruchtig in beweging gebracht. Het publiek stampt en danst er op los. Zelfs een solonummer van de zanger brengt het volk in beweging. Het nummer hoort eigenlijk ondersteund te worden door de leadgitarist, maar Paul Diersen “heeft weer eens iets kapot gemaakt”. Zodra het technisch mankement verholpen is, worden de liedjes weer prachtig ingekleed met vreemde klanken uit een vergeten tijdperk.