#vf14 Thomas Azier: “De dj’s hebben het voor ons verneukt”

Over slapeloze nachten, overwegingen en lol leren maken

Jaël Niesink, Esmee Ottema en Aukje Verstegen ,

Hectisch en druk, zo kun je het leven van Thomas Azier in twee woorden samenvatten. Naast zijn drukke tourschema is hij in zijn ‘vrije tijd’ in de studio te vinden. Altijd bezig met nieuw materiaal. Vorige week sliep hij nog op een luchtbedje bij zijn broer in Amsterdam, nu schuift hij bij 3voor12Gelderland aan op het Valkhof Festival.

“Wat is dat eigenlijk, de Vierdaagse?” vraagt hij. Als Azier hoort dat het om vier dagen wandelen gaat, vraagt hij wat dat in hemelsnaam te maken heeft met zuipen en naar de klote gaan. “Ja op zich is dat wél leuk.” 
 
Azier is op het Valkhof Festival al wat vrienden tegen gekomen. Zo ook Jaakko eino Kalevi. Een vriend uit Finland die in het dagelijks leven overigens gewoon tramchauffeur is. Triomfantelijk vertelt Azier dat hij al ruim twee jaar enorm fan is van Mdou Moctar. Ook hem kwam hij zojuist hier tegen. “Superweird ze hier te mogen ontmoeten! Ik wist niet eens dat de band op tour was. Volgens mij hebben ze nu voor het eerst een show buiten Niger. Vijf jaar geleden heb ik hun tapes besteld en het duurde een jaar voor ik ze had. Via een dubieuze Nigeriaanse website had ik geld overgemaakt, ik dacht dat ik kon fluiten naar die tapes. Ik ben verliefd geworden op hun muziek. Tijdens hun reis door de Sahara hebben ze gespeeld op bruiloften en voor groepen mensen die ze onderweg tegenkwamen. Hier hebben ze bestandjes van opgenomen en deze wisselden ze dan uit via bluetooth. Dat is hun muziekdistributiesysteem, echt zo cool! Een westerse gast heeft dat materiaal verzameld en er een compilatiealbum van gemaakt: Music From Saharan Cellphones. Hij wist niet hoe de tracks heten want vaak hadden ze geen naam. Dus kregen ze namen als Guitar Algeria omdat hij daar toevallig was, Autotune omdat ze autotune gebruikte en Niger. Op die compilatie heb ik een track gehoord waar ik superverliefd op was. Ik heb net heel lang met ze gesproken. Ik kan gewoon niet geloven dat ze hier nu zijn”, vertelt hij enthousiast. “Ik ben echt fan van hen, zoals je fan kan zijn van Kanye West. Ze kennen mij natuurlijk niet. Ik heb geprobeerd Mdou Moctar te contacten, maar hij had dus ook geen mailadres. Ik ga er hopelijk dit jaar nog heen om met hem samen te werken.”
 
Een andere vriendschap die Thomas Azier heeft overgehouden aan een samenwerking is die met Stromae. In bepaalde nummers zoals Batârd en Merci zijn zijn invloeden goed te horen. “Ik vind het heel leuk om een soort van helicopterview te hebben en mensen adviezen te geven over de productie en arrangementen. Een soort van frisse blik, dat heb ik bij mijn proces moeten missen.” Hij pronkt liever niet met veren als ‘die ene die met Stromae heeft gewerkt’.
 

Het album van Azier is in Berlijn geproduceerd, maar ondanks dat loopt het wat stroef in Duitsland. “Ik wilde het op mijn eigen label doen, maar ik had daar helemaal geen mankracht voor. Daar heb ik wel een fout gemaakt. In Nederland en Frankrijk gaat het dan wel weer heel goed.” Gelukkig is alles gegaan zoals het moet gaan. “Ik moet er niet aan denken om ineens heel groot te zijn, of dat het helemaal niet werkt.” Het album is goed ontvangen, maar volgens Azier moet het altijd net weer beter en hij wil nieuwe dingen blijven ontwikkelen. Daarom zijn initiatieven als 3voor12 ook zo belangrijk, preekt Azier. Duitsland is volgens hem heel erg Duitsland gericht. Nederland is juist een klein land dat erg om zich heen kijkt. In ons land zijn we in staat om dingen te maken die van hoogstaand niveau en out of the box zijn, maar we krijgen de kans niet om het te spelen omdat we geen BBC1 hebben. “Ik zei net nog tegen Roosmarijn: ‘Dit moet meer. Jullie zijn de BBC1 van Nederland. Jullie kunnen jonge bandjes de kans geven'. Ik probeer echt te lobbyen voor meer platformen op televisie en radio waar nieuw talent zich laat zien. We moeten sterk zijn in Europa, laten we focussen op onszelf en daar wat van maken.” 
 
Zijn shows in Nederlands zijn bijna overal uitverkocht. Desondanks gieren de zenuwen hem telkens door het lijf. Zo gaf hij onlangs een show in Doornroosje. “Pijn in mijn buik en slapeloze nachten,” aldus Azier. Op de vraag of dit na verloop van tijd niet wat afneemt, geeft hij beduusd aan: “Emoties wennen niet. Je weet hoe het is om boos te zijn, maar toch kan je er weer van schrikken. Je zit dan in het moment. Net als bij seks, het is niet zo dat je na dertig keer denkt ‘goh, ik weet het nu wel, laat maar’. De link muziek versus seks klinkt wat gezapig, maar muziek is emotie net als verdriet en liefde. En als je dat goed doet, dan ben je na afloop ook echt kapot. Doe je het niet goed dan speel je gewoon een slechte show. Vanavond verliep het geluidstechnisch ook niet ideaal en dan ben ik gewoon niet op m’n best. We hebben alleen maar analoge apparatuur. Op vliegvelden wordt hier vaak mee gegooid terwijl de halve show draait op dat apparaat. Hopelijk kan ik binnenkort een roadie betalen die hiervoor zorg draagt.”
 
“Mensen vinden het moeilijk om te begrijpen hoe elektronische muziek werkt. De dj’s hebben het een beetje verneukt voor ons. De toon wordt live in de synths gemaakt maar niemand ziet dat dit gebeurt. Het is niet een kwestie van één knop indrukken. Dat hele gevecht van elektronische muziek live, dat moet je niet willen winnen. Dit is wat het is en het is een nieuw format. Mensen moeten daar aan wennen en ik ging er onterecht vanuit dat ze dat al doorhadden. Van rockmuziek werd vroeger ook gezegd dat het van de duivel kwam.”  
 

“Je ziet bij grote acts vaak dat hun eerste shows niet zo goed zijn. Kijk maar naar die show van Outkast Coachella, dat was gewoon kut. Je hebt tijd en regelmaat nodig om een show neer te zetten. Voordat mijn album uitkwam, werd er over mij zoveel gezegd: ‘het is fucking Thomas maar’ en ‘hij kan niet zingen’. Vervolgens stond ik op Noorderslag en dan is het erop of eronder. Een grote afrekening door journalisten, eigenlijk heel ongezond. Zo werkt het natuurlijk niet. Ik denk gewoon ‘whatever, ik word er wel beter in’. Ik heb er vijf jaar aan gewerkt. Nu hebben we uitverkochte shows die staan als een huis en mensen voelen mensen het als een overwinning. Terwijl ik me realiseer dat we gewoon veel tijd hebben gehad. Mensen verwachten zoveel van het eerste moment.”
 
“We moeten constant afwegingen maken: wil je er geld op toeleggen, willen we in heel Europa spelen of alleen in Nederland en met twee of drie bandmembers? De hele show is gebouwd voor drie muzikanten. Dat werkt beter voor mij. Ik speelde altijd met twee anderen tot het financieel niet meer haalbaar was. Er komt nu teveel neer op Robins’ schouders [JN: zijn creatieve partner]. Ik moet het niet hebben van de platenverkoop. Ik vind het ook verschrikkelijk om mensen iets door hun strot te duwen. Toch heb ik wel eens in fashion magazines gestaan om te vertellen welke merken je draagt. Ik doe liever een interview en ga de diepte in zoals met Menno Pot van de Volkskrant. Hij is laatst mee gegaan naar Berlijn. Hem heb ik mijn leven laten zien. Dat was wel heftig. Je ziet jezelf dan ineens heel goed. Je bent fucking naar de klote, maar er staan wel journalisten naast. Een beetje oppassen dan.” 
 
Thomas woont nog steeds in de fabriekshal in Berlijn, maar zit de laatste tijd ook veel in Parijs. “Het is daar iets relaxter qua vibe en mensen. Ik wil niet meer per se voor de moeilijke, tijdelijke dingen gaan. Dat heb ik in de eerste helft van mijn leven gedaan en nu kunnen dingen soms ook leuk en makkelijk zijn. Word je volgens mij ook wel gelukkiger van, als je soms voor de makkelijke weg kiest. Gewoon lol hebben. Dat moet ik nog een beetje leren.”