Appelpop 2013 zaterdag: Warme sferen, klamme kleren

Zeer afwisselend programma in smaak en kwaliteit

Tekst: Paul Aerts / Foto's: Matthijs Quaijtaal ,

Ieder jaar is de recensie van het Tielse festival weer het feest der woordspelingen. Welke acts zijn de appeltjes voor de dorst, de rotte appels, appeltjes van Oranje? Hoe verleidelijk de vergelijkingen ook zijn, dit jaar spelen de woordgrapjes geen rol. Daar is namelijk helemaal geen tijd voor tijdens de tocht tussen de drie podia en andere vormen van entertainment op Appelpop-zaterdag.

Op het Brunotti-podium mogen een paar jochies uit Manchester de kampeerders die een natte nacht hebben beleefd, proberen wakker te schudden. The Virginmarys slagen er echter niet in als wekker te fungeren. Met een nonchalante houding als Pete Doherty in zijn beste dagen komt dit drietal vandaag niet weg. De Britten proberen de rockgeschiedenis van hun land na te streven, maar hoewel de sound overeen komt met de stroom britrock in de jaren negentig, missen The Virginmarys overtuiging. De set wordt al na tien minuten saai en dan irriteert de valse zang van frontman Ally Dickaty, de enige factor die er bij deze heren uitspringt.

Met de slaap nog in de ogen zal de weekendbezoeker hopen dat Kensington op het Hoofdpodium wat aan de vermoeidheid kan doen. Dat is de Utrechters wel toevertrouwd. Goede samenwerking leidt tot een mooie set waarin vooral de samenzang eruit springt. Dat de bandleden inmiddels goed op elkaar ingespeeld zijn, laten ze zien tijdens het nummer Ghosts. In het begin valt de stem van zanger Eloi weg, maar de rest speelt en zingt onverstoord door en weigeren het tempo uit de show te halen.

Opgekikkerd sluipt de Appelpopper weg uit de tent om Tessa Rose Jackson te ontmoeten op het McBlossom-podium. Op de flyer wordt de Amsterdamse aangekondigd met het steekwoord ‘reclameliedjes’, maar Tessa verdient toch meer lof dan dat. Vrolijk als altijd promoot ze haar aanstekelijke popliedjes en met haar enthousiaste lach speelt ze zichzelf bij onbekenden in de kijker. Tessa houdt niet zo van afstand. Als een jongen in het publiek om haar nummer vraagt, dan krijgt ‘ie dat toch gewoon? Tessa Rose Jackson drukt je liever tegen zich aan, dan dat ze je in de regen laat staan.

Door Tessa’s warmte zijn de kleren half opgedroogd, en kan de tocht vervolgd worden langs de Vlamingen van de dag: Balthazar. Het mystieke geluid op het Brunotti-podium trekt opvallend veel bekijks als je bedenkt dat Laura Jansen en Bløf ook nog komen. Balthazar blaast de herinnering aan The Virginmarys weg.

Op naar Laura Jansen op het Hoofdpodium, die haar publiek vertelt dat haar liedjes meer voor de huiskamer zijn, en dat ze gewoon gaat proberen een grote huiskamer van deze tent te maken. Dat lukt haar slechts deels, want niet al haar liedjes slaan even goed aan. Hoogtepunten van haar eigen nummers zijn Wicked World, dat lekker swingt, en Same Heart, waarbij de stem van Tom Chaplin prachtig ingevuld wordt door haar gitarist van dienst. Verder zijn de nummers van de Nederlands-Amerikaanse te smooth en jazzy voor een grote tent. Ze zijn niets nieuws onder de zon, en vandaag ook niet onder de regenwolk. Maar met de cover van Bronski Beats Small Town Boy laat mevrouw Jansen zien een dijk van een stem te bezitten die meer kan bewerkstelligen dan het zoveelste poppy jazzbandje.

Na zoete lieve Laura is het de beurt aan Therapy? om de glimlach te doen veranderen in een boze stoere blik ondersteund door pink en wijsvinger in de lucht. Maar de Noord-Ierse cultband is vandaag opvallend vriendelijk. Zanger Andy Cairns kijkt het publiek in als een ober die vriendelijk vraagt of je nog wat te drinken wil. Dat wil het publiek wel, want de muziek van Therapy? is een traktatie voor zowel de bleue festivalbezoeker als de oude fan. De nummers zijn bikkelhard, maar de cleane zang maakt de band ook aangenaam voor onbekenden. En zeg nou zelf, met zijn allen “evil priest” roepen, dat is toch reuzefijn?

Nog even kijken hoe het met Wende Snijders is op het McBlossom-podium. Het antwoord is niet eenduidig. Wie van wazige electro houdt geniet van het optreden, maar wie verrast wil worden door Wendes stem komt vandaag bedrogen uit. Ze slaat op haar bekken en haar trommeltje en zorgt voor een 80’s/90’s-dance vibe. Het werkt alleen niet echt. Hoe hard ze ook schreeuwt en mept, de fascinatie zit hem toch vooral in het ongeloof dat ze dit een optreden lang vol kan houden en vol dúrft te houden.

Omdat Pascal Jakobsen en consorten de klus net als vorig jaar prima klaren, is het na het nuttigen van een hapje en drankje tijd voor Birth Of Joy. De Amsterdamse band die het tijdperk DeWolff overleefd heeft, heeft zich ontwikkeld tot een ware rockmachine die over alle aanwezigen heen walst. Dit is echter niet positief bedoeld, want het oldschool collectief weet ondanks het harde geluid niet te boeien. De kunst van het muziek maken, heeft ook te maken met balans, en met een dunne bezetting als die van Birth Of Joy is het juist van belang zachte momenten af te wisselen met harde. Bovendien is een baslijn ingevuld door een toetsenist veel minder mooi pakkend en levendig dan een livebassist. De set klinkt niet slecht, maar er is meer nodig om deze muziek tot een succes te maken.

Het kan natuurlijk allemaal nog een graadje erger. Op het Brunotti-podium weet The Kik er weliswaar een feestje van te maken. De vraag is alleen of de Rotterdammers dat doen door goed te spelen of door cadeautjes uit te delen en vrolijk te doen. Dat laatste blijkt het geval. Het cadeautje is voor de kleine Simone, die de beatring mag slaan op het podium. Simone laat echter duidelijk blijken dat ze er eigenlijk helemaal niet zoveel aan vindt en blijft stil staan. The Kik doet leuk, dat moet gezegd. Maar hoe oprecht zijn deze Beatles uit die andere arbeidersstad?

Gelukkig weet het eerlijke John Coffey op McBlossom daarna nog wel een moddervette rockshow af te leveren en maakt afsluiter Madness er op het hoofdpodium een ware ska-bende van. Zo gaat een druk dagje Appelpop voorbij en kan de vermoeide festivalganger na een zwaar, regenachtig weekend tevreden huiswaarts keren.