“We hebben ons verkeken op de tijd die in de organisatie gaat zitten”

Popronde Arnhem: minder locaties, wel toffe programmering

Robert Koekkoek ,

Het landelijk reizend festival van de Popronde strijkt op 11 oktober neer in Arnhem. Hoogste tijd dus voor een gesprek met de organisatie van de Arnhemse editie. Elke Poprondestad heeft namelijk zijn eigen coördinatoren. In Arnhem zijn dit Tijn Jongedijk en Duncan Daalmeijer.

Wanneer ik Jongedijk bel voor een afspraak reageert hij direct enthousiast. We spreken af bij hem thuis. Wel verontschuldigt hij zich bij voorbaat voor de rommel thuis: “Je weet wel, studentenkamer.” Wat hij er niet bij vertelt, is dat zijn deurbel het laat afweten.

Een eerste blik op de website laat zien dat de Popronde in Arnhem minder locaties aandoet en dus ook minder bands programmeert. Er is een terugval van bijna 40% t.o.v. 2012. Voor de statistieken: in 2012 waren er 43 optredens op 23 locaties. Dit jaar komen er 27 bands op 14 podia. In 2012 behoorde Arnhem tot de top van Poprondesteden. Nu doet Arnhem het qua locaties en bands een stuk minder dan het landelijk gemiddelde. Jongedijk en Daalmeijer hebben wel iets uit te leggen.

Na de derde keer op de deurbel gedrukt te hebben, brengt de telefoon uitkomst. Jongedijk is in no-time de twee trappen afgerend om de buitendeur te openen. Van de beloofde studentenkamerrommel is nauwelijks sprake. Hier en daar slingeren een paar gitaren rond. In de kamer staan twee aquaria met in elk een waterschildpad. Fritz de kat zoekt een comfortabele schoot om op te zitten. Op de achtergrond produceert Comedy Central lachsalvo’s. Er is cola en ijsthee om onze kelen te smeren.

Als het gesprek op gang komt, gaat Comedy Central uit. Maar het geluid wordt overgenomen door de aan chronische bronchitisleidende Fritz: er komen grungy synthesizergeluiden uit z’n strot. We laten ons niet afleiden van ons thema: Popronde Arnhem. Het is voor Daalmeijer en Jongedijk de eerste keer dat zij de Popronde coördineren. Eind april was de landelijke selectie bekend: van de ruim 1100 aanmeldingen kregen 120 bands van de selectiecommissie het predicaat ‘veelbelovend’. Deze bands presenteren zich in de maanden september, oktober en november in 29 steden aan het publiek. In mei, na het bekend worden van de selectie, zijn Daalmeijer en Jongedijk aan de slag gegaan. De viereneenhalve maand die zij hadden om het programma rond te krijgen, leek tijd genoeg. Terugkijkend op die periode zeggen beiden in koor: “We hebben ons verkeken op de tijd die in de organisatie gaat zitten.”

Beide coördinatoren hebben een drukke agenda. Jongedijk combineert zijn studie aan de Herman Brood Academie met gitarist zijn bij The Heat. Daalmeijer drumt bij Orange Maplewood en studeert aan de Hogeschool van Amsterdam. In die drukke agenda’s moet tijd vrij gemaakt worden voor de Popronde. Jongedijk had ook al anderhalve maand vakantie staan in Australië. Aan enthousiasme ontbrak het ze niet. Of zoals Jongedijk zegt: “We wilden alles zelf doen.” Hij geeft daarmee aan dat ze te laat en te weinig de hulp van anderen ingeschakeld hebben. “Veel tijd en energie zat in het op één lijn krijgen van bands en locaties. Soms trokken locaties toezeggingen voor deelname terug. Een aantal kroegen wilden om financiële redenen dit jaar niet meer mee doen.” Er bleef te weinig tijd over om vooral ook nieuwe locaties dan de reguliere (muziek)cafés te zoeken.  

De heren hebben uit de 120 bands een keuze gemaakt waarmee zij langs de locaties zijn getrokken. Op de vraag hoe zij tot die keuze zijn gekomen is het antwoord simpel: “Onze persoonlijke voorkeur.” Volgens Daalmeijer en Jongedijk zijn de beloftes in Arnhem: Taxas Radio en Twin Shades (De Kroeg), Adam & the Relevants (Mick O'Connells), Sunday Sun (’t Huys) en Flow&CO (Willemeen). Beiden zijn enthousiast over het feit dat Willemeen dit jaar weer mee doet én met de twee hiphopbands. Vooral omdat hiphop weinig in de Popronde aan bod komt. Ook zijn beide coördinatoren blij met de inbreng van Doppio Espresso. Als enige niet-regulier café pakken zij uit met drie bands. Jongedijk tipt hier de all-female Bells of Youth.

De frustratie van de mannen dat zij niet zo’n omvangrijk Poprondeprogramma kunnen brengen als hun voorgangers in 2012, blijft boven ons gesprek hangen. Nadat dit goed uitgesproken is, komt er meer ruimte voor positieve gevoelens over hun werk. Elkaar aanvullend: “We hebben er veel van geleerd. Volgend jaar weer, en dan een stuk beter. We weten wat we beter kunnen doen. Er zijn goeie ideeën voor 2014, ook voor nieuwe locaties”. 

Het mooiste bewaren Jongedijk en Daalmeijer voor het laatst: “We zijn blij met de programmering, blij met de bands die komen. Het wordt een toffe Popronde.” Nadat dit gezegd is, springt Fritz nog een keer op m’n schoot. Uit zijn keel klinkt een nog mooiere soundscape. Het kan niet anders dan dat Fritz wil zeggen: “Popronde Arnhem kleiner, maar wel heel tof.”