Jacco Gardner: nuchter talent

De sixties zijn onsterfelijk

Adriaan de Jonge ,

Pas één album heeft hij uitgebracht, nu al een contract bij een Spaans en een Amerikaans label in de pocket en een tour door de Verenigde Staten achter de rug. Multi-instrumentalist Jacco Gardner werd in 1988 in het Nederlandse Hoorn geboren, maar heeft zijn naam al ver buiten ons land verspreid. In korte tijd verwierf hij een indrukwekkende verzameling aan positieve media aandacht en werd hij het moderne gezicht van de sixties baroque pop. Gelukkig is deze internationaal bejubelde artiest ook nog steeds dicht bij huis te bewonderen, zoals bijvoorbeeld in Luxor Live afgelopen donderdag.

De bevriende band Earth Mk. II vormt Jacco's voorprogramma. Deze formatie bestaat nog niet zo lang en de muzikanten kijken dan ook een beetje onzeker het publiek in. Liedjes worden netjes en strak ingestudeerd afgewerkt. De muzikale sfeer ligt in de buurt van die van Gardner zelf, maar de band is lang niet zo virtuoos en verrassend. Het mooie drumloze nummer in het midden van de set lijkt het best aan te slaan.

Jacco en zijn band starten de show met een instrumentale intro die hoge verwachtigen schept voor de rest van de avond. De muzikanten zijn zichtbaar in hun element. De visuele vertoningen op de achtergrond maken de zweverige sfeer compleet. Als er tussen de nummers door iets gezegd moet worden, praat de frontman luchtig en niet te veel. Het muzikale talent mag dan een plaat hebben gemaakt die zelfs Robert Plant (inderdaad, die van Led Zeppelin) heeft gekocht, hij heeft zijn Nederlandse nuchterheid behouden. Hij lacht veel en mengt zich na het optreden meteen tussen zijn publiek om een praatje te maken.
 
Jacco Gardner beschikt over de mysterieuze gave om klavecimbels cool te laten klinken. Hij gebruikt de klassieke geluiden van strijkinstrumenten en kerkorgels en weet die op een bijzondere manier te integreren in zijn nummers. Deze klanken gecombineerd met Beach Boys-meerstemmigheid, ongebruikelijke harmonieën en psychedelische teksten vormen samen de Jacco Gardner sound. Voor wie Pink Floyd kent of het Beatles album Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band heeft gehoord, zijn vergelijkingen met de psychedelische jaren zestig onontkoombaar. Overigens blijkt dat niet alleen uit de muziek, ook het kapsel van de zanger verraadt het tijdperk van zijn muzikale inspiratie. Het succes van Gardners debuutalbum Cabinet of Curiosities bewijst dat de retro baroque pop nog lang niet dood is.
 
Onbetwist hoogtepunt van de avond is een freaky intrumentaal intermezzo waarin de band minutenlang spanning opbouwt en die uiteindelijk tot uitbarsting laat komen in de start van een volgend nummer. Van de frontman is alleen nog maar de bovenkant van zijn hoed te zien omdat hij geconcentreerd naar zijn toetsen kijkt, wat het geheel nog meer duister en eng maakt.
 

Jacco Gardner heeft na zijn vliegende start uitzicht op een grootse carrière. Hij heeft inmiddels een reputatie opgebouwd die gepaard gaat met hoge verwachtingen. Dat kan een last zijn voor een artiest, maar Gardner zal hier ongetwijfeld goed mee om gaan. Hij geniet van optreden en er is gelukkig nog geen spoor van sterallures te bekennen.