Stampen op een ijzeren plaat
Hoe haal je klank uit een gebouw? Of uit afgedankte objecten? “De graansilo in Deventer was de eerste locatie die we aandeden voor de serie Het Geluid Van,” zegt Doan Hendriks van BOT. “De ene keer geef je een ram tegen een pilaar, de andere keer sta je te stampen op een ijzeren plaat. Daardoor krijg je geluiden van zo’n pand te horen die associatief doorwerken op herinneringen van mensen.” Zanger, liedjesschrijver en tubaspeler Job van Gorkum: “Per keer passen we ons instrumentarium aan, worden er nieuwe liedjes geschreven en kijken we op de plek: hoe klinkt het hier en hoe kun je dit gebouw als instrument gebruiken?”
Een slagwerker en een goede knutselaar. Combineer die twee dingen en je krijgt een audiomachinist. Dat is Geert Jonkers. Hij maakt samen met Doan de geluidsmachines voor BOT, machines gemaakt van afgedankte materialen. Dat deed hij eerder voor Marike Jager en De Staat (De Staat speelt toevallig ook op de première-datum van Het Geluid Van Stilte, in Luxor). Jonkers: “Soms wil je groots uitpakken met meer geluid. Een geluidsmachine is een goede manier om met veel meer handen te spelen dan je werkelijk hebt.”
“Muziek maken is theater”
Toetsenist en componist Tomas Postema: “Een klassieke muzikant probeert alles zo comfortabel mogelijk te maken. Die kiest het beste instrument, de beste kruk, de vingers lekker warm, perfect! Dat is voor de muziek heel aardig maar dat maakt het niet per se theatraal. Wij maken het juist ingewikkeld om muziek te maken, op een vrij onconventionele manier. We bedenken alles opnieuw. Muziek maken is bij ons theater.”
Geert Jonkers: “Je vecht hier met de galm van het gebouw. Er staat een orgel, maar die blijkt hartstikke vals te zijn vergeleken met de rest van de instrumenten. Dan moet je daar een oplossing voor bedenken. Ook het kleine orgel en de vleugel die bij de kerk horen, zijn anders gestemd.” Zo zoekt BOT iedere keer opnieuw naar hoe dingen die een uitdaging of een beperking lijken, deel kunnen uitmaken van de muziek. “En hoe je die dingen als een cadeautje kunt ervaren,” zegt regisseur Kim Arnold.
Ademen, ruiken, voelen
De vier mannen van BOT en de regisseur zitten aan een grote houten tafel in de sacristie van de Walburgiskerk. Kim: “De serie Het Geluid Van is echt locatietheater, geen theater op locatie. Je begint bij het gebouw, bij de ruimte: wat hebben we hier en wat is dit voor ons, hoe klinkt dat? Na een paar weken is er een voorstelling, waarmee de groep meerdere keren optreedt en daarna verdwijnt het ook weer.” “Wij focussen op het geluid van een erfgoedlocatie,” zegt Tomas Postema. “Fabriekshallen waar alles zo grondig weggesloopt en kaal is, daar is de sfeer weg. Daar kun je met geen mogelijkheid meer een verhaal uithalen. Je moet ademen, ruiken en voelen wat het is geweest. Het liefst moet een gebouw net leeg staan. Dan komen wij.” Job van Gorkum trekt een kast open om het te illustreren. Originele gewaden van de priester hangen nog netjes aan hangertjes op. De Walburgiskerk is sinds mei 2013 onttrokken aan de eredienst en officieel geen kerk meer. Het is slechts een gebouw, maar al het kerkelijke meubilair staat er nog.