Blackstroke wint felbevochten bandbattle in Ede

Vijf finalisten tegenover elkaar in The Substitute

Adriaan de Jonge ,

Een betaald optreden tijdens de Edese Heideweek en eeuwige roem: dat klinkt niet slecht. Vandaar dat de vijf finalisten van het 'Sub Open Podium' afgelopen vrijdag alles op alles zetten om deze prijs in de wacht te slepen. Strijdtoneel was het podium van café The Substitute in Ede, de stad waarin het grootste deel van de bands hun roots heeft liggen.

De huisband van The Substitute opent de avond en blijkt een aardig bluesrepertoire in huis te hebben. Ze doen niet mee in de competitie en zijn goed in wat ze moeten doen: ze krijgen de zaal vol en de sfeer erin. Deze act heeft qua genre echter niets te maken met de muziek die daarna op het programma staat. Kaggel is de naam van de Nederlandstalige poprockgroep die als eerste deelnemer van de wedstrijd het podium betreedt. Zowel de nummers als het uiterlijk van de band doen sterk denken aan Bløf. Misschien zelfs iets té sterk. Door het ontbreken van een onderscheidende stijl wordt het geluid van de mannen na de eerste twee nummers steeds saaier. Tegen het einde is het nog maar weinig overtuigend.

Dan is het energieke Edese collectief Blackstroke aan de beurt. Van begin tot einde slepen ze het publiek mee in hun zware, doordenderende ritmes. De strak uitgevoerde metal overtuigt de zaal onmiddellijk. Met onvervalst enthousiasme weten de bandleden de aandacht te grijpen en vast te houden. Op de uitstraling en de show is niets aan te merken, maar aan muzikale diepgang moet de band nog wel werken. De muzikanten zijn op technisch gebied volkomen afhankelijk van de ongelooflijk goede drummer en de prima ondersteunende bassist. De twee gitaristen spelen voornamelijk dezelfde partijen en ik heb helaas geen enkele solo gehoord. Bovendien geeft de band een halfuur lang constant vol gas, terwijl af en toe een stapje terug de muziek afwisselender en interessanter had kunnen maken.

Hoewel Masquerade vanuit een vergelijkbaar genre opereert, staat hun optreden in schril contrast met het vorige. De tweede finalist heeft namelijk de grootste moeite contact te maken met het publiek. De muziek is inhoudelijk van hoog niveau, maar de bandleden, die eruit zien als een bijeengeraapt zooitje, hebben niet de uitstraling om het verhaal op de juiste manier te vertellen. De zanger en componist is een kunstenaar die over elk arrangement goed heeft nagedacht: de afwisseling in sferen en instrumentgebruik maken de muziek erg interessant. Elk nummer is diepgaand en verhalend. Toch slaagt de band er niet in een aantrekkelijke show neer te zetten.

Een zowel krachtige als gevoelige vrouwenstem knalt even later, ondersteund door discoritmes, door de speakers. De groep presenteert zich als Burning Paris. Het is een verfrissend optreden met snelle en vaak vrolijke nummers. Vooral de rock 'n roll-cover van Nina Simone's ‘Feeling Good’ slaat goed aan. Helaas dwaalt de aandacht van het publiek na een tijdje af: de nummers zijn weinig verrassend, dus de act zakt na verloop van tijd in. Het is niet een optreden dat er ver bovenuit springt op deze avond, maar toch een verdienstelijke band met een getalenteerde zangeres.  

Er had geen betere afsluiter van de avond kunnen zijn dan Reventes. Deze jongens zijn een feest om naar te kijken. De ouderwetse punk moet het niet zozeer van de inhoudelijke kwaliteit hebben, maar de uitvoering is geweldig. Het trio staat zelfverzekerd op het podium en geniet enorm van de muziek die ze samen maken. De zanger doet niets liever dan op een podium staan en heeft daarin de nodige ervaring, dat blijkt overduidelijk uit zijn houding en zijn stemgebruik. In geen enkele andere band op deze avond waren de leden zo goed op elkaar ingespeeld als bij Reventes.

Laat op de avond komt dan het eindoordeel van de jury. Ze kiezen voor de band die het publiek het meest bewogen heeft, de band die de tent tijdens de Heideweek gegarandeerd vol gaat krijgen: de winnaar is Blackstroke.