Navarone: "We werden tussen de nieuwe platen van Jack White en Beck gemixt!"

Nijmeegse band nam debuutalbum op in gerenoveerde varkensschuur

Tim Arets ,

De in 2008 opgerichte rockband Navarone bracht medio 2009 een titelloze EP uit en leverde het vijftal de nodige aandacht op. Zo werd de band opgepikt door Rob Stenders, noteerden ze een nummer-1 hit op KX Radio en stond de band dat jaar meer dan veertig keer op de planken, waaronder Paaspop. Daarna dook de band onder de radar, om na ruim twee jaar weer terug te komen met hun eerste langspeler, A Darker Shade Of White. In het tweede deel van het tweeluik met Navarone praten we over de plaat, van de totstandkoming tot het eindresultaat.

Tussen Jack White en Beck in

Over A Darker Shade Of White deed de band precies een jaar. Na veel te hebben gerepeteerd in de zomer van 2011, zat het gevoel er weer goed in. Merijn (zanger) vertelt: "Vorig jaar zomer hebben we de pre-productie gedaan. In oktober begonnen de opnames, we hebben het gemixt in januari/februari en de mastering in de afgelopen maanden." Kees (gitarist): "Het was een lastig proces om de juiste engineer te vinden. Doordat we allemaal betrekkelijk weinig ervaring hadden met het opnemen van een volledig album, was ons netwerk van 'studiotijgers' erg gering. Uiteindelijk hebben we gekozen voor Wouter Budé (Moon Music). We hadden een goede klik met hem, hij deelde dezelfde visie over sounds en het opnameproces en hij had de beschikking over de juiste ruimte om in op te nemen."

De plaat is opgenomen in een grote gerenoveerde varkensstal, dat als kantoor voor de vader van Wouter dient. Kees: "Het live-gevoel in de plaat krijgen, was voor ons echt heel belangrijk. De opnameruimte was een hoge, houten ruimte waardoor we het warme, ruimtelijke gevoel goed hebben kunnen vastleggen. Het was voor ons erg belangrijk om het dynamische live-gevoel te pakken te krijgen. De basis van alle songs is in één keer opgenomen, met de hele band in één ruimte dus. Merijn heeft alleen later ingezongen." Bram vult aan: "Wouter wist echt alles van zijn apparatuur af. Onze mixer gaf hem ook complimenten voor de opnames, een compliment van een man waar je dat graag van aanneemt!"

Die mixer heet Vance Powell: hoofd-engineer en mede-oprichter van de Blackbird Studio’s in Nashville, één van de beste studio’s ter wereld waar bijna alle grote namen hun album opnemen zoals Kings of Leon en The Raconteurs. Met een cv waar onder anderen een Grammy Award voor zijn werk met The Raconteurs op prijkt, is het logisch dat de band met hem wilde samenwerken. Kees: "We hadden wat albums, die we te gek vonden, gepakt en daar stond hij op. Het album van The Raconteurs vinden we geweldig. Als we maar een klein procentje in de buurt zouden komen daarvan, mochten we al blij zijn. We hebben Powell benaderd en hij heeft gecheckt wat we op YouTube hadden staan. Hij heeft toen 'ja' gezegd, een hele eer!" Bram: "Hij mixte onze plaat, maar was tegelijkertijd ook bezig met de soloplaat van Jack White en Beck. Een mooi lijstje namen om tussen te staan." Kees: "Daar mocht hij toen nog niks over zeggen, maar hij ging dan af en toe naar de Blackbird Studios om daaraan verder te werken. Hij heeft onze plaat gewoon thuis gemixt, waar dezelfde apparatuur staat. Die studio is alleen voor het opnemen handig, waar we eerst ook over nagedacht hadden, maar toch niet hebben gedaan."

In Nederland werkte de band intensief samen met Powell. De technologie staat voor niets, zo bewijst ook Navarone. Kees: "We hadden dezelfde speakers als in zijn studio. En twee laptops: de ene gelinkt aan zijn computer, waarop we zagen wat hij deed, en de andere verbonden met Skype waardoor we met hem konden praten. Wij gaven vanaf hier dan gewoon aan hoe we het wilden."

A Darker Shade Of White

Op het album staan zeven nummers, waarvan de meeste langer zijn dan de gebruikelijke drie tot vier minuten, met als grootste epos Sage van ruim tien minuten. Toch lijkt de keuze voor zeven tracks uitzonderlijk. Kees vertelt: "We zitten in een digitaal tijdperk waar iedereen losse nummers van een plaat beluistert. Wij wilden weer een echte luisterervaring. De plaat wilden we sowieso uitbrengen op vinyl en daar past maximaal veertig minuten op en onze nummers dekken dat samen prima. We hebben in de afgelopen vier jaar veel geschreven en uiteindelijk gekeken naar welke we goed genoeg vonden om te bewaren en welke we echt goed genoeg vonden om uit te brengen. Het is naar onze mening nu een mooi breed geheel, een soort rondje. Door sommige albums met veertien of vijftien nummers kom je amper heen."

Ook Bram vindt de keuze prima: "Er zijn bands die vijftien kneitergoede nummers erop zetten. In de jaren ’80 had je vaak twee 'knallers', die kwamen dan op MTV, en de rest vulden ze dan gewoon op. Je hoort op bijna elke plaat uit dat tijdperk dat die 'knallers' echt veel beter zijn. Bij ons zijn er ook verschillende favorieten, maar elk nummer moet wel representatief zijn voor wie ze zijn. We moeten daar dus ook voor de volle honderd procent achter staan. We hebben best een brede plaat neergezet, waar mensen de meest toegankelijke nummers het tofst vinden of de meest ontoegankelijke. Daarnaast zijn we vrij onbekend, dus we hebben nu een fijnere spanningsboog neergezet. Het is iets nieuws wat te behappen valt."

Op het intronummer The Red Queen Effect zijn duidelijk achtergrondzangeressen en blazers te horen: gastmuzikanten. Merijn: "Op The Red Queen Effect hebben twee zangeressen meegedaan: Irma, die we nog kenden van de Rockacademie, en Hester, mijn oude zanglerares. Die hebben hier bij mij in de studio een stukje ingezongen. Zij hebben beiden een krachtige, soulvolle stem. Onze drummer Robin is afgestudeerd in composities maken voor filmmuziek en heeft met zijn bedrijfje een arrangement voor de blazers gemaakt voor bij het nummer." Bram vertelt over de keuze voor gastmuzikanten: "De plaat is je enige moment om wat anders te doen dan hoe het live klinkt. The Red Queen Effect leende zich voor een kleurtje met meer soul erin en heeft nu wat meer karakter." Merijn knikt en vult aan: "Zolang het live maar overeind blijft staan en het nummer niet zijn kracht verliest, kan het gewoon. Vaak zijn grote festivals de enige keren dat bands gastmuzikanten er bij halen. Alles op onze plaat 'staat live overeind'. Je zal mij ook nooit iets horen autotunen of wat dan ook, dan is het niet echt meer. Ik hou ook van oude platen waarbij je nog gewoon hoort dat het live opgenomen wordt, met foutjes tussendoor. Het is tenminste wel echt!"

Eigen beheer

De plaat wordt in eigen beheer uitgebracht, geen labels of dergelijke. Bram vindt het een logische keuze: "Alles wat we wilden doen, was al een langdurig proces. Als andere partijen zich dan daarna er ook nog in zouden gaan mengen, konden we misschien pas over drie jaar de plaat uitbrengen. Ik heb het idee dat het in deze tijd ook allemaal makkelijker kan. We willen een langdurige carrière opbouwen, logisch! Doordat we nu alles zelf doen, laten we aan partijen die ons misschien kunnen helpen wel zien hoe we het willen." Ook de boekingen en het management doet de band nu zelf, maar dat willen ze zo snel mogelijk aan andere partijen overlaten.

Wanneer gevraagd wordt hoe de band haar toekomst ziet, komt de naam van Nijmeegs trots De Staat voorbij. Bram: "De Staat is een goed voorbeeld van gedegen carrièrebouw. Met die eerste plaat heeft Torre ook concessieloos zijn visie, zijn product in de markt gezet en is vanuit daar gaan werken. Ze zijn – terecht – enorm snel doorgegroeid naar wat gezien kan worden als het plafon van bands binnen hun genre in Nederland. En dat is ook een band die het niet hoofdzakelijk moet hebben van airplay, zoals wij ook niet elk uur voorbij zullen komen op Radio 538. Vanuit die stabiele basis in Nederland wordt er structureel en gericht aan de fanbase in het buitenland gewerkt. Dat lijkt me voor ons ook een goed traject om te volgen. Veel live spelen, landje veroveren, fan voor fan."