Zondag 18 november werd de cirkel van de Popronde 2012 gesloten. 7 september startte het grootste rondreizende popfestival van Nederland in Nijmegen en keerde daar nu terug. Eén locatie, één dag en meer dan 45 Popronde-acts. We waren er de hele dag bij voor een verslag.

Om 14.30 uur opende de deuren van de Lindenberg in Nijmegen en traden in diverse zalen 45 acts op. In de line-up vandaag:

Leeways, Dakota, The Red 17, The Applejacks, Coppersky, Please, The Pignose Willy’s, 3rd Floor Magic, The Jacks, Vine-Yard, We Sell Guns, J.C. Thomasz & The Missing Slippers, Nouveau Vélo, Komatsu, Let’s Go Eskimo, Richie Dagger, Wolvon, John Coffey, Mezlev, Aafke Romeijn, Lucas Hamming, Rebecca Sier, Oh Brave Wide Eyes, Wilalrd Codey, The T.S. Eliot Appreciation Society, Sur Nilsson, Sue The Night, Major Tom, Chris Kok & Civil Union, Mister and Mississippi, Wooden Constructions, La Corneille, Supra Naturals, Bodypolitics, Orlando, Dyzack, Kid Totem, Indian Askin, April, NY Fan, Kaizoku, Makkie & Krankjoram, Onemanwolfpack, Hamertje Tik en Kids With Guns.

De zegetocht van dit hard rockende vijftal kent nog lang geen einde. Al voor hun album uitkwam gonsde het al flink, met name door hun energieke live presentatie. Maar ook muzikaal is het dik in orde. John Coffey is een strakke punkrock’n roll band met aantrekkelijke melodieën, stampwerk en meebrulrefreinen. Als geen ander moet deze band dan ook één van de podia afsluiten tijdens deze einddag van de Popronde 2012. Achttien optredens hebben de jongens gedaan tijdens de grootste kroegentocht van Nederland. Het gezelschap is mede hierdoor nog beter op elkaar ingespeeld geraakt, maar misschien ook wat overmoedig geworden.

Het feestje in de Valkhofzaal moet en zal vanavond aan gaan. Of dit nou ten koste gaat van de muzikaliteit, dat zal hen blijkbaar een worst wezen. John Coffey steekt vanavond (te) veel energie in hun presentatie waardoor het vooral heel hard werken is voor de eigen stagemanager om alles in goede banen te leiden. Muzikaal maakt men er een relatief rommeltje van. Afsluiter Romans vormt, qua uitvoering, hierin het hoogte cq. dieptepunt. Toch is de impact en beleving er niet minder om, het stampt en beukt nog steeds prima. Maar als je deze band vaker hebt gezien, dan weet je wel beter… (Eelco)

Lokaal 16 zit al snel vol voor Oh, Brave Wide Eyes. En dat blijkt volkomen terecht te zijn. Normaal bestaat de band uit vier personen, maar is vandaag een duo. Er kan niet gezegd worden dat dit erg is, want dit tweetal speelt prachtige indie-folk waarbij de focus vooral op de mooie stemmen ligt. Deze vullen elkaar zeer goed aan. Ze hebben hiernaast niet veel meer nodig dan een gitaar, tamboerijn en mandoline om de zaal muisstil te krijgen met hun mooie liederen. (Michael)

John Coffey

Leeways laat zien een productieve Popronde te hebben gehad: de bandleden zijn bijzonder goed op elkaar ingespeeld. De foyer is helaas niet echt hun setting: de consumpties lijken bij het publiek belangrijker dan de band. Dat is jammer, want Leeways zet een goede dansbare sfeer neer. Zelf genieten de bandleden er zichtbaar van en dat is vermakelijk om te zien. (Matthijs)

Aafke Romeijn heeft dertig Stella’s, en begint met twee daarvan. Ze verontschuldigt zich daarna aan de aanwezigen in het volle lokaal 16 dat ze met haar rug naar hen toe zit. De excuses zijn niet nodig, want het publiek kijkt en luistert gefascineerd naar haar verhalen. En terecht. Muzikaal en tekstueel klopt het allemaal, met een mooie afwisseling tussen Engels en Nederlands (haar volgende album wordt volledig Nederlandstalig, verklapt ze alvast). Kippenvel. (Matthijs)

Goede kennismaking met dit bij elkaar geraapte zooitje. Muzikaal klinkt het hechter dan de uiterlijke som der delen. Fijne indie, aangelengd met ontregelende en elektronische elementen. Wat onwennig in de vroege middag, maar met het geluk dat ze wat langer door mogen spelen omdat de tweede band in dezelfde zaal op het laatste moment het optreden laat schieten. Jammer genoeg zijn de extra nummers die Kid Totem speelt vanwege de verkregen extra tijd niet hun sterkste. De knusse knutselpop en rammelrock mag best meer ontsporen dan binnen de lijntjes te blijven. Leuke eerste act in de Karolingenzaal. (Eelco)

Rotterdams vijftal met een voorliefde voor aantrekkelijke vocale harmonieën en scherpe muzikale uitspattingen. De band met de briljante naam staat in het volle middag- en zaallicht wat onwennig in de foyer te spelen. De vier jongens en één schone dame (wat een prachtige blos) mogen zich dan bedienen van zonnige en speelse klanken, het volle licht past hen niet. De ontregelende kant van het gezelschap verraadt dat S As In Assassins meer is dan het zoveelste indiebandje. Die willen we nog weleens terug zien, met een fatsoenlijk geluid in een mooi zaaltje in Nijmegen!  (Eelco)

Op The Jacks is muzikaal weinig aan te merken. Qua presentatie ook niet. Waarom staan The Jacks dan eigenlijk in de Popronde? Misschien is dat te verklaren door het gemak waarmee de band naar covers grijpt. Dat heeft de band niet nodig en ze sneeuwen de eigen nummers wat onder. Doodzonde, want The Jacks mogen er best wezen. (Matthijs)

The Jacks

Komatsu is brute stonermetal uit Eindhoven. Ondanks dat men door technische problemen niet helemaal lekker in de flow zit, een ware verwelkoming tussen al het singer-songwriter- en indiegeweld deze zondag. Er worden enkele nummers van hun ep, maar ook van het aanstaande album (dat begin 2013 het levenslicht zal zien) de Valkhofzaal ingeslingerd. Vooral die laatste nummers maken flinke indruk. De vadsige pletwals die Komatsu in deze nummers is, schreeuwt om een dubbeltour met het eveneens Nederlandse Herder: samen de versterkers laten brullen tot het publiek murw is en beuken tot het pus uit de oren druipt. Komatsu is een lekker lompe band, waar er in Nederland te weinig van rondlopen. (Eelco)

Vrolijke klanken in de foyer. Het licht is wat gedimd en The Applejacks treden aan. De sixtiesgaragerammelpop en -rock zorgen voor een goede sfeer. De arrangementen en meerstemmige ruwe vocalen koppen de bal gemakkelijk in. Aardige band, die niet direct opvalt binnen het grote aanbod van de dag. Toch zullen ze op podia in kleine, liefst nog rokerige, kroegen zeker tot hun recht komen. In de foyer van de Lindenberg zijn de drieminutenliedjes prima te pruimen, maar wat extra ambiance zou wenselijk zijn. (Eelco)

Het uiterlijk van de frontman en frontvrouw doet al precies vermoeden wat ons te wachten staat: uiterst dansbare funk. Door invloeden van onder andere hiphop en pop creëert PleaSe! een originele sound en heeft het zeker een aantal potentiële hitjes in de pocket. Niet alleen sluiten de looks van eerdergenoemden goed aan bij de muziek, hun zang is ook nog eens dik in orde. Dit is nog een jonge band, en hun toekomst zou er wel eens erg rooskleurig uit kunnen zien! (Michael)

"Willen jullie een hard of een zacht liedje?" La Corneille kan alles. Er trilt constant iets mee met het geluid van een ontregelde snaredrum, maar dat stoort niemand. Ondanks dat de toetsenist met zijn Koreaanse geliefde op een romantische trip naar Parijs is, spelen de overige twee mannen uit Utrecht met een volle indiefolk sound waaraan niets ontbreekt. De wildharige Guy spreekt net zo poëtisch als hij zingt en zijn gitaar bespeelt. Zelden hoor je een drummer met zo’n mooie stem. Jammer dat de ep maar uit drie nummers bestaat, want we willen meer! (Josette)

De Steigerzaal vormt het perfecte decor voor het kwartet van Mister and Mississippi. De muziek heeft soms wat weg van Mumford & Sons, maar de band heeft absoluut een eigen karakter. De samenzang is werkelijk waar prachtig en bezorgt met enige regelmaat kippenvel. De band heeft een breed arsenaal aan instrumenten waardoor de show geen moment verveelt. De laatste minuut van de show verdwaalt een beetje in een overvloed aan bas, maar dit deert niet meer. Mister and Mississippi is in één woord magistraal. (Michael)

Mister and Mississippi

De standaardformule van gitarist, bassist, drummer en zanger van de Supra Naturals brengt weinig vernieuwende, maar energieke powerrock. Een flinke bak geluid knalt door de Steigerzaal. Helaas zijn de nummers monotoon en niet origineel. Terwijl de bandleden zelf volledig uit hun dak gaan, houdt niemand het langer dan twee nummers vol in deze zaal. (Josette)

Je hoort het meteen: dit is pure rock-‘n-roll. Zonder twijfel de meest krachtige act van de avond knalt door de foyer. Het zijn de mannen in rode pakken van The Pignose Willy’s. Nooit tevoren rockte een man zo hyperactief op de mondharmonica. Met een flinke reverb op de microfoon en een rauwe stem zingt de drummer over absint en de blues van een rockster. Aan het einde van het optreden pakt een muzikant van een andere band de tamboerijn en speelt mee. Het optillen en (bijna) slopen van apparatuur mag hier natuurlijk niet ontbreken. (Josette)

Singer-songwriter Tom Gerritsen, ofwel The T.S. Eliot Appreciation Society, gaat volledig op in zijn muziek. De voormalige straatmuzikant dwingt je mee in deze inleving met zijn krachtige stem en indrukwekkend volle gitaarspel. Het kleine semi-akoestische gitaartje klinkt als een kruising tussen een gitaar en een banjo – niet helemaal zuiver gestemd, maar juist dat randje geeft dit folktalent zijn authentieke charme. (Josette)

Wolvon is één van de namen die binnen de Popronde van 2012 een lichte buzz heeft weten te creëren. Het ‘noisy’ trio is namelijk een wat vreemde eend in de bijt. Happende baspartijen worden gecombineerd met krasserig gitaarwerk en afgemaakt met briljante aan freejazz herinnerende drums; een bijzondere combinatie. Helaas bedienen de heren zich ook van vocalen, iets wat hen beduidend minder goed afgaat. Hun echoënde en stroperige zangpartijen zouden zeker wat kunnen toevoegen aan de muziek, alleen moet het dan niet dit valse gekraai zijn. Dat is een smet op de interessante muziek van het drietal, waarvan de bonkige ritmiek juist doeltreffend is en ook de bijzondere en uitbundig-introverte (!) presentatie meewerkt. De interesse van het publiek in de Valkhofzaal is dan ook zeker terecht. Wolvon heeft nog wat te schaven, maar is een aanwinst voor muzikaal Nederland. Zeker voor diegenen die de oren open willen zetten voor eigenwijze muziek. (Eelco)

Those Foreign Kids is een jonge noiserock-duo in de lijn van Death from Above 1979, maar dan nog zonder de finesse van hun grote voorbeeld. Het optreden in de Valkhofzaal is rommelig en de jongens schuchter. Maar ze zijn jong; de taaiheid moet nog komen en er kunnen grenzen geslecht worden. Talent en durf bezitten ze, goede en pakkende stukken nog niet. (Eelco)

Bodypolitics: elektronische beats, experimenteel, stevig maar ook melodieus, meeslepend. De heren weten een goede sfeer neer te zetten in combinatie met het licht in de zaal. Het publiek is erg enthousiast en weet de muziek te waarderen. Al met al een topoptreden van een band die in de toekomst weleens hoge ogen kan gaan gooien. (René)

The Pignose Willy's