Is jullie dit jaar iets bijzonders opgevallen ten opzichte van de vorige Poprondes?
Mischa van den Ouweland (oprichter Popronde): “Nee, eigenlijk niet bijzonder. Wat ik wel zie is dat de Popronde nog steeds blijven groeien, zowel met betrekking tot het aantal steden als tot de opkomst. En mensen gaan steeds meer rondlopen. Ze blijven niet stilstaan, maar komen nu echt voor het festival. Of dat nou echt iets bijzonders is, weet ik overigens niet.”
Timo Pisart (coördinator Popronde Nijmegen): “In iedere stad zijn steeds meer gevulde zalen, zoals in Amersfoort en Wageningen. Daar barst het gewoon van de mensen, zeker in Wageningen. Dat is echt waanzinnig, dat zo’n festival na een aantal jaren zo erg leeft in die stad.”
Mischa: “Wageningen is er ongeveer vijf jaar bij, en puilt de afgelopen twee of drie jaar uit. Dat is ook een perfecte Popronde-stad. Beloopbaar centrum, niet te groot, veel studenten en er is verder qua festivals niet heel veel te doen, behalve het bevrijdingsfestival. Tilburg is na een aantal jaren heel erg opgeleefd, daar ben ik ook erg blij mee. Er zijn er nog wel een paar.” Terwijl hij kijkt naar de Popronde-folder: “Pfff, wat zijn die lettertjes toch klein.”
Timo: “Het klinkt heel grappig nu, maar de foldertjes zijn even groot gebleven. Alleen het festival groeit steeds meer, dus de letters worden automatisch kleiner.”
Mischa: “Deventer is ook echt er heel erg op vooruitgegaan. Je ziet dat, als je het goed volhoudt en een betrokken coördinator erbij hebt, een stad toch wel kan gaan opleven. Maar we hebben nog nooit een stad gehad waarvan we twijfelden of we er wel mee door zouden moeten gaan.”

Zijn er ook nog steden bijgekomen?
Mischa: “Sittard is er bijgekomen, Helmond en natuurlijk de tweede avond in Nijmegen.’
Maar er zijn dit jaar toch wel zaken die noemenswaardig zijn?
Timo: “Natuurlijk zijn er wel weer wat toffe dingen gebeurd. Zo lieten we Eric Corton met Torre Florim (De Staat) de Popronde openen en hebben we de Popronde CD Boxset gepresenteerd, omdat de Popronde CD tien jaar bestaat.”
Mischa: “En uiteraard hadden we de Cortonville-sessies met bijvoorbeeld Orlando, die supergoed bekeken worden. Dat is erg fijn voor een artiest, om ook op zo’n platform te staan.”

Draagt een persoonlijkheid als Eric Corton bij aan de opkomst?
Mischa: “Je merkt dat Cortonville wel echt iets toevoegt voor ons. Qua publiciteit, maar ook voor de bands zelf. Die sessies leveren namelijk ontzettend goede opnames op, die bands goed kunnen gebruiken. Dat vind ik erg belangrijk. Het is voor het publiek ook interessant om zoiets te zien. Dat iemand als Eric Corton zo’n platform heeft is handig, maar we gingen natuurlijk niet de samenwerking aan omdat dat het Eric Corton was. Het platform leende zich gewoon erg goed voor een samenwerking.”
Timo: “Ik denk wel dat als hij tweet, of stralend glimlacht, er waarschijnlijk wat mensen op af komen als hij in de buurt is. Maar het is natuurlijk ook een feit dat mensen de Popronde zelf al kennen, er naartoe gaan en dan gewoon die sessies als een soort tof extraatje zien. En voor de bands geldt dat precies zo. Op een gegeven moment had het filmpje van Orlando meer dan 300 likes op Facebook, terwijl de band zelf er veel minder had. Hij is ook erg vaak gedeeld via de social media. Dat zorgt voor extra aandacht.”

Waren jullie verrast door het succes van The Jacks? Ze verbraken het record als meest geboekte band van de Popronde.
Mischa: “De jury, die elk jaar de 100 bandjes uitkiest, had The Jacks ook al vaak genoemd. Dus ik had het zelf wel zien aankomen. Daarnaast zijn het gewoon erg goede muzikanten, die allemaal al ergens van bekend zijn. The Jacks was vorig jaar ook al ingeschreven, waren toen niet geselecteerd, maar kwamen dit keer zelfs veel verder. Het zijn gewoon heel goede muzikanten.”

Even over een licht bekende artiest: Dotan. Hij had al een aantal toffe dingen gedaan, wat was voor hem de reden om aan de Popronde mee te doen?
Mischa: “Hij had een grote hit met het nummer This Town, maar van mij hoeft een redelijk succes niet een reden te zijn om bands uit te sluiten van deelname aan de Popronde. Daarnaast wilde hij het zelf graag en het pakt voor hem goed uit.”
Timo: “Hij had dat hitje, maar verkocht zalen zoals Merleyn nog niet uit. Met de Popronde kun je dat extra publiek wel voor je winnen en daar heb je gewoon veel aan. Bovendien kan hij alvast warmspelen voor zijn nieuwe shows met nieuwe liedjes, dus het is best een goede keuze.”

Nu de hoofdvraag: wat is de reden voor een extra show in Nijmegen?
Mischa: “Voor de mensen die mee hebben geholpen, was er altijd al een eindfeest op de Zeester in Nijmegen. Dat is vaak lang nadat de Popronde afgelopen is. We wilden het nu er gewoon vlak achteraan doen, en dan ook met meer bandjes. Ook die bands hebben elkaar in de afgelopen maanden beter leren kennen, ze hebben podia en apparatuur gedeeld, ga zo maar door. Het is dan gezellig om in Nijmegen weer af te sluiten, waar we ook zijn begonnen. Het is trouwens niet zeker of het eindfeest elk jaar in Nijmegen zal zijn.”

Mischa komt vervolgens meteen met een nieuwtje: “Vanaf volgend jaar begint de Popronde in Nijmegen op donderdag, en niet meer op vrijdag. We zijn aan het kijken naar potentiële nieuwe Popronde-steden en kunnen niet heel veel eerder of later beginnen. Ook willen we het festival niet gelijk laten beginnen met bepaalde andere festivals, want dan ben je veel van de media kwijt die daar naartoe gaan. Het is begrijpelijk dat ze daarheen gaan. Daarnaast zijn er weinig steden waar de Popronde op donderdag tot zijn recht zal komen; voor een goede avond in een beginnende stad kun je beter op vrijdag zitten.”

Timo: “De afsluitende avond in Nijmegen is anders dan een reguliere Popronde. Het is niet Nijmegen II. Iedereen die met de Popronde heeft meegereisd, ziet dit als een grote ervaring. Je reist door ongeveer tien steden in het land en je leert veel muzikanten kennen. Je speelt echt heel erg veel in die periode. Het is voor het publiek en voor de bands gewoon leuk om het samen af te sluiten. Daarom zal het zich ook allemaal afspelen in de Lindenberg, en niet op verschillende locaties. Het publiek kan dan veel bands zien die ze hebben gemist door al het rondrennen door de stad. Met een boekje in een stad zie je vaak maar vier acts, nu zullen dat er meer zijn. Die dag moet je ongeveer tien bands kunnen zien. In de Lindenberg hebben we vijf zalen tot onze beschikking, dat is erg fijn. Je kunt die dag ook gelijk zien wat voor muziek er allemaal bij de Popronde meedoet, een soort dwarsdoorsnede.”