Een uurtje met: Rogier Pelgrim

“Zoals de bakker broodjes bakt, zo schrijft de singer-songwriter liedjes.”

Paul Aerts ,

Het gaat de 25-jarige singer-songwriter Rogier Pelgrim uit Ede voor de wind. Voorheen verbleef Rogier vooral in zijn thuisdorp waar hij journalistiek studeerde en repeteerde met zijn band. Nu is hij dikwijls voor opnames in Amsterdam, een stad die zijn hart heeft veroverd. Hij zit namelijk in het programma De Beste Singer Songwriter Van Nederland en de finale komt steeds dichterbij. Reden genoeg om hem voor te stellen voordat hij na het programma weer de grote boze muziekwereld instapt. 3voor12 gelderland vroeg hem het hemd van het lijf over zijn muziek en zijn deelname aan het populaire televisieprogramma. Op een terrasje in zijn thuisdorp praat Rogier openhartig over heden en verleden.

Laten we beginnen met een hele simpele vraag: hoe gaat het met je?
“Het gaat prima met me, al ben ik wel een beetje moe. Ik heb gisteren een uur opgetreden en dat vergt veel van mijn stem. In ieder geval kun je stellen dat ik de zomer van mijn leven beleef. Het programma brengt me in contact met topartiesten, echte vakmensen, en dat is een privilege. Ik geniet er ontzettend van, hoe vermoeiend het ook is.”

Dat klinkt goed, maar wie is Rogier Pelgrim eigenlijk? Als je een lied over jezelf zou moeten schrijven, wat zou dan de titel zijn?
Rogier peinst: ”Pfff, daar vraag je me wat. Rogier? Nee, ik weet het echt niet! Ik heb ooit een nummer geschreven dat Mind’s Eye Tramp heet, dat gaat over mijn studententijd. Toen was ik erg in mezelf gekeerd en erg onzeker. Dat is een kant van mij die gelukkig ver uit het zicht is. Ik heb de laatste tijd veel aan zelfvertrouwen gewonnen, maar er zijn dus tijden geweest dat het minder goed met me ging. Misschien dat Fake Legend, een ander nummer van me, ook wel een beschrijving van mezelf kan zijn. Mensen in mijn omgeving vinden het geweldig dat ik op tv kom en zijn enorm onder de indruk van al die aandacht. Natuurlijk, het is ook niet niks, maar over vijf weken is het programma afgelopen en dan zal ik het toch weer helemaal zelf moeten doen, al is het een prachtige kans die ik nu krijg.”

Nu we het toch over je liedjes hebben, wat vind je het belangrijkste aspect van je muziek?
“Uiteindelijk gaat het om het totaalplaatje, maar als ik een sleutelwoord zou moeten noemen, dan is dat toch bezieling. Ik probeer boeiende verhalen te vertellen met mijn muziek. Verder hoor ik vaak van mensen dat ik een erg goede stem heb. Zelf vind ik niet dat ik de beste gitarist ben, maar ik ben wel een performer, mijn shows hebben vaak een theatraal randje.”

Verhalen vertellen… welk verhaal zou je nog graag vertellen in een liedje?
“Ik weet niet of het me ooit gaat lukken, maar mijn oma heeft in de Tweede Wereldoorlog onderdak geboden aan een Joods jongentje. De Duitsers wisten wel dat het jochie Joods was, maar ze deden niets. Volgens oma ging het om de zogenaamde ‘goede’ Duitsers die het niet over hun hart konden verkrijgen hem te verlinken. Ze heeft het verhaal zo vaak verteld dat ik het kan dromen. Maar een song erover schrijven, dat is een ander verhaal. Ze heeft die man laatst weer gesproken en hij heeft op het moment een vrouw en twee kinderen die op hun beurt ook weer kinderen hebben gekregen. Toch mooi dat mijn grootmoeder eraan bij heeft kunnen dragen dat hij en zijn kinderen nieuwe gezinnen konden stichten.”

We hebben het nu gehad over je eigen muziek, maar waar luister je zelf naar als je thuis bent?
“Op het moment ben ik helemaal weg van Glen Hansard. Die gast is echt ongelooflijk goed. En verder veel Coldplay, U2, Sufjan Stevens, Ben Howard. Die laatste stond vorig jaar nog op de-Affaire en moet je zien waar hij nu is! Ik heb ook wel eens andere muziek geluisterd. Mijn eerste platen waren Jagged Little Pill van Alanis Morissette en Nevermind van Nirvana. Daarna luisterde ik veel punk: Heideroosjes, The Offspring en NoFX. Toen kwam de (nu-)metal periode met bands als Deftones en Limb Bizkit. Ook ontdekte ik de Nederlandse emo zoals The Spirit That Guides Us en een band waar ik nog steeds veel respect voor heb: Face Tomorrow. Die jongens werken echt hard en krijgen er mijns inziens veel te weinig voor terug. Nu vergeet ik nog een hele belangrijke: Jeff Buckley!”

De laatste weken zul je daar wel niet meer zoveel tijd voor hebben, nu je in de finale zit van De Beste Singer Songwriter Van Nederland. Hoe heeft dat programma jou geholpen?
“Uiteraard in de sociale media, ik heb nu veel meer volgers dan voorheen doordat ik op tv kom. De aandacht is wel een belangrijk aspect van het programma; ik word (h)erkend. Er is ook veel interesse van partijen uit de muziekwereld die ik niet bij naam zal noemen. Muziektechnisch gezien zijn de juryleden en de artiesten die workshops geven ook heel eerlijk. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik niet al hun adviezen uitvoer. Als je dat zou doen, zul je veel dingen die je eigen zijn, in moeten leveren. En daar ben ik juist voor uitgekozen: een eigen geluid. Sanne Hans (Miss Montreal, red.) heeft me heel erg geholpen met de instelling als het gaat om liedjes schrijven. Ik kwam met het romantisch beeld dat inspiratie vanzelf moet komen en dat schrijven niet te dwingen valt. Door gesprekken met Sanne kwam ik erachter dat het niet altijd ‘magie’ is die inspiratie moet leveren. Soms moet er werk verschijnen, zeker als het je beroep is. En als je er dan voor gaat zitten, dan komt de inspiratie ook! Ik heb de zakelijke kant van muzikantschap leren kennen. Zoals de bakker broodjes bakt, zo schrijft de singer-songwriter liedjes.”

Je hebt zojuist al wat muzikale helden genoemd, maar bij wie zou je het liefst in het voorprogramma staan?
“Glen Hansard! In november speelt hij in Paradiso. Ik zou het onwijs tof vinden als ik nog eens zijn supportact mag zijn. Ik heb onlangs als support van Blaudzun gespeeld, dat was ook heel cool. Hem vind ik ook erg goed.”

En met wie van de acht finalisten zou je graag samen zingen?

“Angela Moyra, de finaliste met wie ik een duet heb ingestudeerd voor het programma. Van tevoren dacht ik niet dat onze stemmen en manier van songwriten per definitie bij elkaar zouden passen, maar tijdens de samenwerking bleek dat we een prima duo vormen. Ik vind dan ook dat er een erg tof liedje uit is gekomen.”

Kom je uit een muzikale familie?

“Ja en nee. Mijn moeder zong vroeger in een koor en de familie van mijn moeders kant besteedde veel aandacht aan muziek, mijn vaders familie nauwelijks. Verder speelt mijn broer gitaar, met hem heb ik wel eens samen gespeeld. Thuis werd wel veel muziek van de Beatles, Rolling Stones en U2 gedraaid. Soms weet mijn vader meer van de nieuwe alternatieve bands dan ik. Thuis wordt nu ook geluisterd naar hedendaagse artiesten als Snow Patrol, Coldplay en Adele. De muzikaliteit binnen mijn familie heeft me niet direct geïnspireerd maar het is wel erg fijn om met muziek op te groeien.”

Even genoeg over muziek, wat zijn je passies naast muziek maken?
“Als freelance journalist maak ik video’s, en dat is zeker geen straf! Mijn video’s zijn onder andere te zien op de website nieuwwij.nl. Verder hou ik ervan om films te kijken. Alles wat audiovisueel is dus. Maar wandelen vind ik ook erg leuk, lekker door het bos met of zonder mijn vriendin. Waar mijn vriendin woont, is de natuur prachtig, er is veel water... heerlijk om tot rust te komen.”

Wat zijn je idealen? Hoe sta je ervoor over vijf jaar?

“Ik hoop dat ik dan kan leven van mijn muziek. Platen uitbrengen, veel optreden, zodat ik me niet meer druk hoef te maken om geld. Wereldberoemd hoef ik niet te worden. Mijn ambitie is muziek maken en ik wil dan ook niets te maken hebben met een rock-‘n-rollwereldje waarin drank en drugs belangrijk zijn. Als ik een huisje kan kopen met mijn vriendin dan zou dat heel mooi zijn. Ik kijk niet te ver vooruit want ‘elke dag heeft genoeg aan zijn eigen
kwaad’.

Wat een mooie uitdrukking, waar komt die vandaan?
“Uit de Bijbel. Ede ligt tegen de Veluwe, midden op de biblebelt. Ik ben dus in een christelijke omgeving opgegroeid en ik ben zelf ook gelovig. Zingeving is dus wel iets wat je af en toe terug hoort in mijn muziek, al wil ik het er niet te dik bovenop leggen. Mijn muziek moet toegankelijk blijven voor iedereen. Ik ben geen relipop artiest en ik hoef niemand te bekeren.”

Tot slot: wil je nog wat kwijt aan de lezer van dit interview?
“Na het programma ga ik weer lekker veel en lang spelen. Tijdens de uitzendingen hoef ik steeds maar één nummer te doen. Ik sta in het voorprogramma van een oude gitaarheld, Leo Kottke in Carré. Het is een spannende tijd, want er liggen nu veel kansen voor me. Maar ik ga niet te veel hopen totdat ik alles zwart op wit heb. Ik zie wel wat de toekomst mij brengt.”