Diesfestival in een nieuw jasje

Radboud Universiteit viert 88-jarig bestaan

Tekst: Martine de Rijck en Tim Arets / Foto's: John Boerdam ,

Dit jaar zag het Diesfeest er anders uit anders. De twee podia waren nu vervangen door één hoofdpodium. Waar voorgaande jaren de acts elkaar moeiteloos afwisselden op de verschillende podia, kon men nu in pauze genieten van diverse cabaretacts in verschillende zalen van het universiteitscomplex.

Radboud Universiteit viert 88-jarig bestaan

Opvallend aan de opstelling van Beans & Fatback is dat er twee drummers zijn. Één van de drummers doet na een paar nummers een wasbord aan en begint met lepels op het wasbord te ratelen. Het geeft een leuk effect als ze eenmaal bij de solo zijn aangeland.  Het grote scala aan instrumenten valt bij deze band op, zoals één van de twee toetsenisten, die soms zijn keyboard inwisselt voor de sambaballen of koebel. Bij het nummer Holding On wordt in het begin de verkeerde toonladder gepakt door de gitarist, maar de tweede keer zit hij meteen goed. Meteen na het nummer volgt een sterke drumsolo van de twee drummers, terwijl band en publiek meeklappen. Met nieuwe nummers als Devil’s Son en Begging worden we weer verrast, en vooral Devil’s Son leent zich goed voor stampen, klappen en de zanger heeft een hele fijne blues sound. Als kers op de taart krijgen we een mooi einde waar veel mensen naar blijven luisteren, ondanks dat er druppels uit de hemel neerdalen. Een goed openingsbandje met fijne muziek.

De tweede act van de avond is niemand minder dan onze Bemmelse Ruben Hein. Na in 2008 in Amsterdam te zijn afgestudeerd aan het conservatorium vormt hij met zijn andere bandleden sinds 2010 een band. Stuk voor stuk allemaal goede muzikanten die jazz met pop weten te mengen. Het kan er aan liggen dat het pas de tweede act is, maar echt aanslaan doet de band nog niet bij het publiek. Voor het podium is het leeg, en hoe zoetsappig de liedjes ook zijn, niemand danst of beweegt mee. Pas bij het op één na laatste nummer speelt hij zijn hitje Elephants en komt de sfeer er wat meer in. Goedgeklede jongedames dringen zich een weg naar voren om dan maar een dansje te wagen…

Krach valt goed in de smaak. Het wordt al drukker, er wordt gedanst en dat deze keer niet alleen bij de hitjes. Hun meeslepende psychedelische breaks worden gewaardeerd, maar lopen af en toe iets uit de hand en worden dan een beetje langdradig. Aan het einde van hun optreden spelen ze Do The Wave Now waarin de band laat zien meer te kunnen dan eindeloos lange psychedelische breaks in nummers te proppen, maar ook in staat zijn om goede nummers te schrijven. Af en toen is de synth niet helemaal strak, zit de zanger er soms een klein beetje naast, maar al met al spat de energie er op het podium vanaf, en dit vloeit ook over naar de toeschouwers. De sfeer zit er in!

Als afsluiter heeft het Diesfestival dit jaar op safe gespeeld. Waar vorig jaar C-mon&Kypski het feest afsloten, is de eer dit jaar gevallen aan de stuk commerciëlere Waylon. Het gemiddelde 3VOOR12-publiek wordt eerder koud dan warm van Waylon en zo was het dan maar afwachten op dat ene bekende nummer van hem, dat natuurlijk pas op het einde gespeeld werd. Van de band Waylon kun je niet zeggen dat hij slecht is, want stuk voor stuk zijn de muzikanten erg goed en spelen ze super strak. Maar als Waylon dan een nummer aankondigt met de volgende woorden: “Dit nummer…. gaat over uuh… een chille zondagmorgen… Je zult wel horen waarom…” en dan vervolgens zingt: "I woke up on a lazy Sunday morning…” dan trekken de tenen bij de meesten onder ons krom. Het optreden lijkt wat dat betreft een beetje op dat van Ruben Hein: de nummers worden goed gespeeld, maar lijken stuk voor stuk op elkaar en zijn niet vernieuwend of origineel. En ook pas bij zijn hitje Wicked Way, wat overigens wel een lekker nummer is met flink wat power erin, gaat het publiek los en wordt er uit volle borst meegezongen. Volgend jaar hopelijk gewoon weer een ‘C-mon&Kypski act’ om het Diesfestival af te sluiten.