Zanger Twilight Singers is de stem van een generatie

Grote bek met een muzikaal hart op de juiste plaats

Tekst: Eelco van Eldijk / Foto's: Bernard Bodt ,

Jezelf verkopen in een interview als de beste rock ’n roll-band van het moment, doet de oren spitsen. Kan Greg Dulli, frontman van The Twilight Singers, dit waarmaken? Op een doordeweekse zondagavond stond het vijftal in het Nijmeegse Doornroosje; de messen werden geslepen.

Grote bek met een muzikaal hart op de juiste plaats

The Twilight Singers laten deze avond lang op zich wachten. Na menig rondje podiumverkennen door de roadie, komen Dulli en co eindelijk het podium op. De imposante gestalte van één van de alternative helden van de jaren negentig (die nog wel fatsoenlijk plaatwerk uitbrengt of nog niet dood is) zet zijn strot op tien en laat horen dat hij er wel degelijk nog mag wezen. De valsige zangpartijen laten horen dat de rock ’n roll een hard bestaan is, maar zijn tol niet hoeft te eisen.

Zijn huidige, straf spelende, begeleidingsmakkers en het publiek van deze avond ondersteunen hem daar naar hartenlust in. The Twilight Singers zijn in vorm. Met een set vol spanningsbogen laten zij menig jonkie dat rockmuziek placht te spelen, in anderhalf uur horen hoe het wél moet. Je brengt als band aardige albums uit, maar live laat je pas echt zien wat je waard bent.

Hoewel de jongere generatie massaal thuis gebleven is (en zij er helaas geen lering uit kunnen trekken), hebben The Twilight Singers een enthousiast en dankbaar publiek voor zich. Zowel de rustigere nummers als de ruigere rockers, alles wordt met een vol applaus ontvangen.

Er kan bij Dulli zelfs zo nu en dan een schamper lachje af. De frontman waar je ‘u’ tegen zegt balanceert op het enge randje tussen charismatisch en egotripper, en weet daar groot respect mee af te dwingen. De grote bek, met het muzikale hart op de juiste plaats, dirigeert zijn band deze avond van zoet naar vlak hard en weer terug. Zo nu en dan waan je je even op een een Pinkpop-editie van pak hem beet, anno 1995 (de tijd dat Dulli met zijn Afghan Whigs wist te imponeren). Zo’n 15 jaar later is de beste man en zijn rockmuziek een stuk volwassener en heeft zijn muziek meer aan diepgang gewonnen, middels de inzet van onder andere spaarzame toetsen en viool.

Er zijn momenten waar het zaakje dreigt te kantelen richting stroperigheid, de ballades zijn soms wel erg Bløf collegerock a la Dave Matthews. Gelukkig weet dan vooral de enorm swingende drummer wat hem te doen staat, hij mept het zaakje weer richting een fijne (tussen)climax. Hoogtepunt vormt het intermezzo waar Dulli zijn gitaar en microfoon aflegt en ‘akoestisch’ een songdeel de zaal in zingt/schreeuwt. Het levert collectief kippenvel op zowel in positieve als negatieve zin, ’s mans stem blijft een buitenbeentje qua timbre en toon.

Toch overtuigt deze bijzondere persoon vriend en vijand, met dit sterke Twilight Singers optreden. Blaaskaak Dulli heeft niet overdreven, maar mag wel wat nuanceren.