Timber Timbre moest verhuizen van Doornroosje naar Merleyn, en gelukkig maar. Merleyn is veel beter uitgerust voor de intimiteit die Timber Timbre over de zaal uitspreidt.
Het ziet er een beetje verloren uit, een podium vol instrumenten met drie verdwaalde muzikanten ertussen. Overal liggen mengpanelen, extra gitaren en trommels. Als het optreden begint, springen de muzikanten er ook niet bepaald uit met hun podiumpresentatie. Toetseniste en gitarist kijken niet één keer op van hun instrumentarium om te zien wie dit moois allemaal wil bekijken. Maar…, de sfeer maakt alles goed. Als de langzame, soms zwoele en melancholische muziek begint, komt er dikke atmosfeer die zich als een deken over de aanwezigen verspreidt. Een aantal bezoekers vooraan gaat er zelfs bij zitten op de vloer.
En dit zet de toon voor het gehele optreden. Taylor Kirk heeft een heldere en prachtige stem en alle instrumenten zijn zo afgesteld om dit stemgeluid als beste te laten uitkomen. Je ontkomt moeilijk aan een vergelijking met Jeff Buckley. Hij gebruikt echter weinig variatie in tonen en zingt bijna pratend, wat net als de rest van de muziek ervoor zorgt dat je wordt meegenomen in een trance. Maar het zit op het randje, de trance kan ook te diep worden. Zo diep dat je niet meer met je aandacht bij de muziek kan blijven. Tijdens het optreden komen mentale beelden voorbij van het Nederlandse landschap, lang en vlak, net als de muziek.
En dan komt het, zomaar aan het eind van een tien minuten durend nummer; een gekke experimentele twist, meestal afkomstig van de gitarist met zijn enorme mengpaneel aan de voeten. Het schudt je wakker, geeft een kick, maar het is ook vreemd. Het valt een beetje tussen wal en schip in de folk en bluesy singer-songwritermuziek. Waarom wordt het niet meer in het nummer geïncorporeerd? Waarom geen opbouw naar de experimentele climax? Timber Timbre kiest ervoor om deze experimentele uitbarstingen incidenteel te dumpen in een optreden waarin de nummers egaal in elkaar overlopen, zodat je op een gegeven moment niet weet waar het ene begon het andere nummer eindigde. Naast dat de nummers zelf een zeer subtiele opbouw kennen, heeft de set geen spanningsboog. Ook dit voegt toe aan de transcendente sfeer, maar het laat je een beetje verward achter. Moest het nu nog komen of is het al geweest?
Timber Timbre: “It’s a nice mellow show”
Merleyn is zo stil dat je de airco hoort ronken
Timber Timbre moest verhuizen van Doornroosje naar Merleyn, en gelukkig maar. Merleyn is veel beter uitgerust voor de intimiteit die Timber Timbre over de zaal uitspreidt.