John Grant neemt je mee op een emotionele mindtrip

Rasartiest laat zijn grootsheid zien door eerlijkheid en muzikaal meesterschap

Tekst: Paul Aerts/ Foto's: Ilse Lambert ,

Vorig jaar stond hij nog op de-Affaire, dit jaar speelt de Amerikaanse singer-songwriter John Grant zich in Merleyn warm voor Haldernpop. De sarcastische en met vlagen zelfs cynische teksten van John wekken zowel een lach als een traan op.

Rasartiest laat zijn grootsheid zien door eerlijkheid en muzikaal meesterschap

Vorig jaar stond hij nog op de-Affaire, dit jaar speelt de Amerikaanse singer-songwriter John Grant zich in Merleyn warm voor Haldernpop.

Er is vanavond geen voorprogramma en een uitverkocht Merleyn wacht met spanning op de Amerikaan die aan het stage plan te zien geen band bij zich heeft. Met een aantal Nederlandse volzinnen begroet de sympathieke beginnende soloartiest zijn publiek: “Ik hoop dat jullie er van gaan houden.” 

John, zo mogen we hem vast noemen, speelt vanavond vrijwel zijn gehele debuutplaat. Al snel komen publieksfavorieten voorbij: Where The Dreams Go To Die heeft een prachtige dubbele laag, de mooie pianobegeleiding contrasteert met donkere lage dissonanten. Dat is ook meteen een rode draad door het optreden: je weet soms niet of je nu moet huilen of lachen. Het nummer dat John baseerde op de menukaart van de snoepwinkel waar hij als kind kwam, lijkt nu al een klassieker! Tijdens Sigourney Weaver komt ook de tweede stem van de pianist die met hem op tour is naar voren. Zonder hem zouden veel van Johns nummers een stuk minder cachet hebben.

De song die vanavond wat tegenvalt, is TC & Honeybear, die gitaarbegeleiding mist. Het liedje komt wat iel over met alleen piano en keyboard-foefjes waarmee oorspronkelijke instrumenten als een fluit worden geïmiteerd. Op Haldern twee dagen later zal dit nummer met een orkest toch beter tot zijn recht komen. De rest van de set redt Grant echter prima met zijn toetsenkompaan en zijn overweldigende stem. Ook de tederheid van Outer Space, een lied dat hij schreef over zijn allerbeste vriendin, verovert de harten van zijn nieuwe vriendjes en vriendinnetjes in de zaal.

John vult de show met flauwe maar doeltreffende grapjes als “the next song is about those people throwing chicken bones on the sidewalks. It’s called… Roast Beef.” Hij is van begin tot eind in dialoog met zijn publiek.  

Na iets meer dan een uur pure poëzie begint onze muzikaal briljante vriend aan zijn laatste relaas, de tranentrekker Little Pink House van zijn oude band The Czars, dat hij opdraagt aan zijn onlangs overleden oma. Dit is een fantastische afsluiting van een muzikaal en tekstueel meeslepend hoogstandje. Het enige gemis is het controversiële liedje JC Hates Fags, maar dat vergeven we de homoseksuele zanger, die zich in Nederland niet zo’n zorgen hoeft te maken om zijn geaardheid.