Haldern Pop 2011: Dag 2

Wild Beasts zorgen voor vroeg hoogtepunt

Tekst: Maarten Wagemakers / Foto’s: Marc Gommans ,

Dit jaar vond in het Duitse Rees-Haldern Am Niederrhein alweer voor de 28e keer het Haldern Pop Festival plaats. En 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen was van de partij! Bij deze een verslag van dag 2.

Wild Beasts zorgen voor vroeg hoogtepunt

Net als in voorgaande jaren is het kleinschalige Haldern Pop festival op 11-13 augustus een welkome gastheer voor de muzikale fijnproevers. Net over de grens bij Arnhem in het Duitse Rees-Haldern biedt het festival een jaarlijkse thuishaven voor aanstormend talent, een handvol gevestigde namen en een stuk of 6000 bezoekers. Precies genoeg voor een stressloos weekendje kwaliteitsmuziek. Op een door regen en vele vertragingen in het programma geteisterde tweede dag wordt ook het hoofdterrein geopend voor het publiek. Het zou een wat matte dag worden met helaas meer tegenvallers dan echte hoogtepunten.

Is er zoiets als een typisch Haldern-bandje? Het in Duitsland al aardig populaire Golden Kanine lijkt z’n best doen om zich in die rol te schikken. De Zweden gooien alles wat momenteel werkt binnen de indiefolk/pop (Bon Iver, Fleet Foxes, Mumford & Sons, Band of Horses, Elbow) in een grote blender, maar het resultaat komt wat onecht over. Golden Kanine wil heel veel tegelijk en raakt af en toe ook wel de juiste snaar, maar vergeet wel aandacht te besteden aan een onderscheidend geluid. Geen moeilijke band om van te kunnen genieten, maar echt koesteren is een ander verhaal. Daar is deze kanine toch wat te tandeloos voor.

The Antlers blijft een lastige band om met open vizier in te duiken. De New Yorkse band heeft in korte tijd al aardig wat platen uitgebracht, waarbij het loodzware Hospice met haar donkere tekstuele lading over ziekte en dood en de zweverige ambient/postrock productie de meningen al flink verdeelde. Of je gaat volledig mee in de emotionele kaalslag van frontman Pete Silberman, of het laat je volslagen koud. Sowieso is het lastig om direct grip te krijgen op de muziek van The Antlers. Door de diep gelaagde productie worden veel van de geheimen pas prijsgegeven na vele draaibeurten, waardoor een festivaloptreden zonder voorkennis zwaar op de maag kan liggen. Vooral voor fijnproevers.

Het absolute hoogtepunt van de dag komt bij nader inzien al vroeg. De Spiegeltent blijkt een perfect podium te zijn voor de theatrale artpop van Wild Beasts uit het Britse Kendal. Ondergedompeld in warme eighties avant-garde gloss - denk Kate Bush - lijkt hun hele muzikale visie zich af te spelen met een soft focus filter op. De elegantie van sterke platen Two Dancers en Smother komt, mede door de indrukwekkende falsetto van frontman Hayden Thorpe, perfect tot zijn recht. Adembenemend mooi.

In het huidige hypegevoelige muzikale klimaat is het redelijk indrukwekkend dat Okkervil River zich al een decennium moeiteloos weet te handhaven in de elite van de indiefolk/rock. En er is op zich ook wel wat voor te zeggen; hun set van vanavond werkt als een bloemlezing van een rijk oeuvre, bol van de smaakvolle dramatiek en een aanstekelijkheid die live nog wat extra wordt benadrukt. Dat de meningen desalniettemin sterk verdeeld zullen blijven over dit optreden ligt vooral aan frontman Will Sheff. Of hij nu een natuurlijke extase beleeft op het podium of eentje ingegeven door drugs is niet helemaal duidelijk, maar in zijn benevelde, onrustige enthousiasme vergeet hij helaas toonvast te blijven en overschreeuwt hij zichzelf regelmatig. De fan zal een oogje toeknijpen en meegaan in de bombastische euforie van het spektakel; een deel van de neutrale liefhebbers loopt er hoofdschuddend van weg.

Dat The Wombats meer zijn dan enkel dat ‘ene’ hitje is bij de liefhebber wel bekend. Dat deze zelfde gedachtegang door te trekken zou zijn naar hun nieuwe album is moeilijker te verdedigen. De glossy hitparade-electro van het nieuwe albumgeluid blijft godzijdank onderbelicht bij hun optreden. Op een paar redelijke nieuwe singles daargelaten moet de band het vandaag toch vooral hebben van het oude werk. Het is lovenswaardig dat de band een nieuwe koers is ingeslagen, maar hook-loze, holle Killers bombast en halfbakken ballads sieren The Wombats helaas niet. Het oude materiaal creëert gelukkig genoeg nostalgische euforie om er een thuiswedstrijd van te maken voor hun fans. Hun overbekende ode aan Joy Division werpt echter vooralsnog helaas een te grote schaduw.

Het gapende gat in de programmering van het hoofdpodium wordt onaangekondigd en onverwacht gevuld door Josh T. Pearson. Pearson, frontman van Lift To Experience, bracht eerder dit jaar een ongrijpbaar mooie plaat uit, vol met sombere, desolate bespiegelingen die op bezwerende, doch volslagen a-melodieuze en compromisloze wijze worden gepresenteerd. Helaas is de impact van zijn optreden niet zo groot als gehoopt. Doordat achter hem de opbouw van John Grants orkest in volle gang is, en Pearson in zijn eentje op de rand van het podium akoestisch staat te spelen, voelt zijn optreden voor veel mensen blijkbaar aan als een pauzeact. De zware kost van zijn composities lijkt te worden bejegend als de witte ruis van een eeuwig doortokkelende straatmuzikant, waarbij Pearsons chaotische verschijning - woeste haar- en baardgroei - ook niet echt helpt. Teleurstellend, want Pearson verdient veel beter.

Wist John Grant een paar dagen eerder Merleyn nog te betoveren met een intieme, kale interpretatie van de liedjes van zijn debuut The Queen of Denmark (oorspronkelijk opgenomen met Midlake), op Haldern krijgt het publiek precies het tegenovergestelde voorgeschoteld. Ditmaal wordt de voormalige frontman van The Czars namelijk ondersteund door een heus orkest onder leiding van Tim Isford. Het is een interessant experiment, maar eentje die helaas wel meer uitgediept had mogen worden dan de ene dag oefenen die er nu voor is uitgetrokken. Tijd om de subtiliteiten in het albumgeluid met enige mate te recreëren is blijkbaar niet genomen, waardoor het uiteindelijke resultaat helaas ergens tussen Vegas showtunes en het Sprookjesbos komt te liggen. An sich blijven de liedjes sterk in elke vorm, maar te veel tierelantijntjes en opsmuk zorgen ervoor dat het glazuur je toch af en toe lelijk van de tanden slaat. Een veel beter pleidooi voor het “less is more” credo is eigenlijk zelden gemaakt. Een gemiste kans.