Deze Koninginnedag staat Oranjepop alweer klaar voor haar twaalfde editie. Dit jaar ook voor het eerst met een 3VOOR12/Gelderland podium. Programmeur, projectleider en eindverantwoordelijke Peter Onstein vertelt over het verleden, het heden en de toekomst van Oranjepop.

Twaalf jaar geleden, de eerste Oranjepop; hoe is dit festival ontstaan en hoe raakte jij erbij betrokken?
“Voor 1999 was er op Koninginnedag niets te doen in Nijmegen. Diogenes nam dat jaar samen met stichting Pan het initiatief tot Oranjepop. Ik was toen programmeur voor Merleyn en werd uitgenodigd om met mijn band Babelicious AllStars op te treden. Toen ik daar stond wist ik: hier moet Merleyn volgend jaar ook aan meedoen. En zo geschiedde, in 2000 deed Merleyn - en dus ook ik - mee. In 2004 werd een eigen stichting (’t P.A.C.T.) voor Oranjepop opgericht. Tot en met 2006 was ik programmeur en technisch producent, vanaf 2007 ben ik projectleider en programmeur."

Oranjepop is een gratis festival, is het moeilijk om het hoofd boven water te houden?
“Het is wel vrij lastig ja. Slechts 20% van de inkomsten komt van subsidies, fondsen en sponsors, de rest moeten we zelf verdienen via horecaopbrengsten. Eigenlijk is het ieder jaar weer de vraag of het wel door gaat. Tot nu toe kunnen we pas in januari de knoop doorhakken, omdat dan pas definitief bekend is of de gemeente ons weer ondersteunt. Dit heeft ook gevolgen voor de line-up: we kunnen onze bands niet zo lang van te voren boeken. Mede daarom doen we dit jaar een experiment. Alle festivals op Koninginnedag zijn gratis, dus entree heffen is lastig. Wij geven in plaats daarvan de mensen die het festival een warm hart toedragen de mogelijkheid om een vrijwillige bijdrage te leveren.”

Wat is naar jouw mening de succesformule van Oranjepop?
“Er zijn eigenlijk drie oorzaken voor het succes van Oranjepop. Het is het eerste openluchtfestival van het jaar in Nijmegen, de programmering is goed (al zeg ik het zelf) en het festival heeft ook een ontmoetingsfunctie. Het is vaak voorgekomen dat de bands van onze line-up later in de rest van het land doorbraken. Kijk maar naar De Staat (2009 op Oranjepop), C-mon en Kypski (2006), Voicst (2006) en Go Back to the Zoo (2009). Dat weten de mensen op een gegeven moment. Ons publiek bestaat uit muziekliefhebbers, veelal jong volwassenen. Oranjepop is een plek waar men, ook als men elkaar wat minder ziet, weer kan ontmoeten.”

Dit jaar is er een 3VOOR12/Gelderland podium voor de lokale bands, hoe is dat ontstaan?
“Ik wilde al langer een extra podium. Drie jaar geleden hebben we de Tipi opgericht als akoestisch podium. De laatste twee jaar wordt de programmering daarvan verzorgd door Productiehuis ON met onder andere Rock ON Roll, the stories. In de voorgaande jaren was het hoofdpodium een mengsel van nationale en lokale bands en dit jaar wilde ik de lokale talenten een eigen podium bieden. Door dit podium te koppelen aan 3VOOR12/Gelderland, heeft zowel 3VOOR12 als Oranjepop extra publiciteit. Dit jaar heb ik de lokale bands - onder andere The Jacobites, Roy Santiago en Easy Trigger - zelf geboekt, in de toekomst zou de line-up in samenspraak met 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen kunnen ontstaan."

De afgelopen twee edities waren een groot succes: in 2009 boekte je De Staat en Go Back to the Zoo, in 2010 Gotcha! en Bettie Serveert. Zijn die jaren nog te evenaren?
“Ik moet eerlijk zeggen dat dat wel lastig is ja, het was dit jaar moeilijk om de programmering zo goed te krijgen als gewenst. Het is natuurlijk leuk dat 2009 en 2010 zo’n succes waren, maar daarmee loop je wel het risico dat je een bepaald niveau en verwachting neerzet. Maar ik ben erg tevreden met de bands van dit jaar. Krach en Jungle by Night zijn veelbelovend en Bertolf verdient naar mijn mening meer credits, aangezien hij een klassieke vakman is. Een goede, dansbare afsluiter vond ik niet in Nederland. Toen stuitte ik per toeval op The Heavy. Deze band heeft alles: pop, rock en dans. En ze komen speciaal voor Oranjepop en een optreden in Eindhoven naar Nederland.”

Een paar dagen later staat het Hunnerpark nog een keer op zijn kop: het Bevrijdingsfestival gaat daar plaatsvinden.
“Ja, het Bevrijdingsfestival wordt al een aantal jaren in Nijmegen georganiseerd, maar dit is het eerste jaar dat het een goede locatie en genoeg aandacht krijgt..”

Is er een kans dat daar vanaf dit jaar verandering in komt?
“Ja, dat denk ik wel. Het Stedelijk 4 & 5 mei Comité is dit jaar een samenwerking aangegaan met Doornroosje. Doornroosje is beter in staat om een goede programmering neer te zetten. Met een line-up met onder andere Boemklatsch, Zo Moeilijk en Baskerville heeft Doornroosje bij ons aangeklopt voor de locatie. Het Hunnerpark wordt nu een paar dagen langer geboekt. Kennis en ervaring wordt nu gecombineerd, dus het is niet onwaarschijnlijk dat de naam van het Nijmeegs Bevrijdingsfestival zich dit jaar zal vestigen.”

Nijmegen heeft dit jaar zowel Oranjepop als een Bevrijdingsfestival, zijn we daarmee compleet? Of ontbreekt er nog een landelijk volksfeest in de grootste stad van Gelderland?
“Ik denk dat Nijmegen al behoorlijk compleet is wat festivals betreft. Ik juich nieuwe (pop)initiatieven toe en ik ben blij met zoveel creativiteit, maar je moet daarbij wel waken voor verzadiging. Afstemming wordt meer en meer belangrijk. Daarom denk ik dat een stedelijk festivaloverleg wel wenselijk is, al is het alleen maar om de festivals goed op elkaar af te stemmen en elkaar niet in de weg te lopen.”

Je bent nauw verbonden met Oranjepop en je speelt ook een grote rol in de totstandkoming ervan. Heb je grootse plannen met het festival? Hoe ziet Oranjepop er bijvoorbeeld over tien jaar uit?
“De formule voor Oranjepop is nu wel gevonden. Natuurlijk willen we meer, maar het moet zich rustig ontwikkelen. Het festival is in 12 jaar tijd langzaam, maar gestaag uitgegroeid tot wat het nu is. Ik denk dat er nog meer rek in zit. Over tien jaar hoop ik dat Oranjepop landelijk bereik zal hebben, een locatie voor het dubbele aantal mensen en dezelfde programmering, maar dan meer. Als de sfeer maar hetzelfde blijft.”