The Black Atlantic, een oceaan aan instrumenten

Folkbands verzorgen een tedere avond in het Cultuurcafé

Tekst: Paul Aerts / Foto's: Willie Kerkhof ,

Geen uitgekiende gitaarsolo’s of zangers die de longen uit hun lijf schreeuwden. Het collectief was deze avond belangrijker, het neerzetten van een setting en sfeer met zijn allen. De folkbands I am Oak en The Black Atlantic probeerden de intimiteit en emotie van de folk over te brengen.

Folkbands verzorgen een tedere avond in het Cultuurcafé

Iets na half negen begint I am Oak in het Cultuurcafé. De Utrechtse band heeft net in de Ekko de release van de eerste plaat gehad. De rustige zanger praat het verhaal met een aangename voorleesstem aan elkaar. De vier mannen beschikken over een minimale drumset (floortom en snaredrum), een banjo en gitaar, een basgitaar en een (electric reed) orgel. De band brengt de muziek als een geheel en ieder bandlid kan zingen. Hierdoor ontstaan mooie harmonieën die erg aandoenlijk zijn. Ze geven zich helemaal over aan de muziek die ze maken, de banjospeler staat bijna het gehele optreden naar achter gebogen alsof hij gehypnotiseerd is door de sterrenhemel.

Leadzanger Thijs heeft een holle stem, hij maakt van zijn mond een heuse klankkast waardoor zijn stem een soort mooie echo krijgt. Toch gaat deze wat lage stem na verloop van tijd wat vervelen. Het is misschien een goed idee om af en toe de hogere stemmen wat meer te laten overheersen. Maar de korte nummers van I Am Oak, met het countrygehalte van de banjo, klinken zoals folk hoort te klinken. Het belangrijkste element is dat iedereen in dienst van de band speelt. Ze eindigen bombastisch met een schreeuwnummer waarin de spanning erg goed wordt opgebouwd. De band zet met holle eik Dave een geslaagd optreden neer.

Het hoofdprogramma van vanavond is The Black Atlantic uit Groningen. De drumset is inmiddels uitgebreid met een tikbekken. De bescheiden maar tegelijkertijd opvallendste persoon binnen het viertal is Megan Hoffman. Deze muzikale duizendpoot zingt, en bespeelt dwarsfluit, keyboard, melodica en een mini accordeon. De rest van de band wisselt geregeld van instrumenten, wat totaal niet ten koste van de kwaliteit gaat. Frontman Geert van der Velde is erg charismatisch en tilt de band naar een hoger niveau. Hij speelt ukelele en gitaar en zingt met een aangename luisterstem. Heel opmerkelijk, aangezien Geert de vroegere  zanger is van de Amerikaanse hardcore-punkhelden van Shai Hulud! De stem van de ex-schreeuwer binnen dit collectief is meer te vergelijken met die van Søren Huss van Saybia. Lieflijk streelt hij zijn ukelele en zingt hij behouden met af en toe een wat emotionelere en pittigere lading.

Bij een song wordt het publiek ingeschakeld om een heus percussie-orkest te vormen met alles wat er in de zaal aanwezig is. Als de band na drie kwartier van het podium verdwijnt, wil het publiek nog wel een nummer horen. Dan breekt het mooiste moment van de avond aan. Geert verplaatst zich naar het midden van de zaal en speelt het nummer Monsters zonder versterking, waarbij het publiek meezingt met het refrein. Een prachtig interactief einde van de show, waar de intimiteit en het eigen geluid vanaf straalde!