Het is vroeg in de middag wanneer zich een grote menigte achter het Universiteitsterrein bijeen schaart. Verbrande schouders en armen verraden direct de terugkerende bezoekers. Uit grote tassen komt vervolgens een unlimited supply met dorstlessers en lichte versnaperingen tevoorschijn. Het mag duidelijk zijn: Park Brakkenstein is vandaag wederom omgedoopt tot een tijdelijke habitat. Ja, op deze derde en tevens laatste dag van de Nijmeegse Music Meeting 2010 lijkt iedereen goed voorbereid.
Toch kan geen enkele mate van voorbereiding voldoende zijn om je op te wassen tegen de eerste verschijning van de dag. Klarinetvirtuoos David Krakauer & Klezmer Madness. De eerste paar noten zijn voldoende om het publiek stijl achterover te laten slaan. Dankzij een gezonde portie frivoliteit weet hij een ultieme start van de dag te geven. Met een wirwar van pijlsnelle vingerbewegingen en gecontroleerd ademwerk vliegt hij van de ene toonladder naar andere. Hij heeft een uptempo speelstijl met voldoende ruimte voor gitaarsolo’s. Mede hierdoor en de aanwezige humoristische hiphop invloeden van sampler/rapper Socalled, zet hij samen met zijn Klezmer gezelschap een indrukwekkend tafereel neer. Het publiek smelt volledig weg bij het kortstondige en indrukwekkende speelse duel tussen Krakauer en zijn gezelschap. De staande ovatie na meezing nummer TweetTweet is niet meer dan verdiend.
Onder The First Statement bevindt zich ook een van de zeldzame talenten van eigen bodem op dit festival, Joram Kroon. Deze jonge Utrechtse componist en hiphopartiest laat met zijn 15-koppige ensemble een imposante indruk achter. Met de eerste schitterende klanken verzamelen zweverige dames op leeftijd zich acuut vooraan het podium. Blootsvoets laten ze zich meevoeren op een combinatie van Arabische zang en melodie, klassieke muziek en hiphop. Een aparte en veelzijdige stijl geïnspireerd door het Midden-Oosten conflict. Ondanks deze diversiteit blijft de muziek onder de Kyteman-achtige begeleidingswijze van Joram een samenhangend geheel. Uit de bewogen zang spreekt pijn en wellicht ook zelfreflectie. Er wordt op gedanst, maar ook stilletjes naar geluisterd door het publiek, zittend in de schaduw van het podium.
Een grote wachtende stoet verraad halverwege de middag dat men weer iets te wachten staat in de Kathedraal. Op zich is zo’n lange rij nog helemaal niet zo verkeerd. Want hoewel de loopafstand tussen beide podia zeer klein is, duurt het enige tijd om je door de zonaanbiddende mensen heen te banen. Dat je bij het passeren maar liefst twee seconden in hun zon bent gaan staan wordt slechts duidelijk gemaakt met een kortstondige norse blik, die prima te negeren is.
Het publiek reageert wat afwachtend op de improvisatorische kunsten van Global Village Orchestra, waar ook de Nederlandse bassist Tjitze Vogel deel van uit maakt. Maar, zo gaven ze al aan, “De instrumenten moeten eerst nog even snel gestemd worden”. Een kleine omschakeling van geestestoestand is door de ongewone -maar niettemin aangename- experimentele symfonische klanken wel nodig. Hierbij acht het ensemble het niet noodzakelijk de maximumsnelheid van de voorgaande groepen te evenaren. Er valt zelfs een algehele stilte wanneer de tedere Namgyal Lhamo, ook wel de “Nachtegaal van Tibet” genoemd, zich naar de microfoon begeeft. Haar loopje en alle andere bewegingen die ze maakt zijn vloeiend, rustig en elegant. De wijze waarop ze met haar handen klapt lijkt eerder op zachte strelingen. Ondanks haar Tibetaanse achtergrond brengt ze met een zuivere stem een Marokkaans lied ten gehore. Een sierlijk genot zowel om naar te kijken als naar te luisteren.
Dat improvisatie niet altijd goed hoeft te zijn blijkt even bij het optreden van Club Van Rome. Niet dat er niet ook veel goeds naar voren komt uit hun enthousiast gespreide bedje van beats. Maar de continu exploderende uitspattingen van geïmproviseerde composities op een draaitafel is op deze zwoele dag net teveel van het goede. Een klein beetje rust en enige samenhang was zo nu en dan prettig geweest. Maar, in alle eerlijkheid kan dit natuurlijk ook komen door de eindeloze hoeveelheid prikkels die je gedurende de dag van de andere zwerm ontvangt.
Dat gezegd hebbende levert Mercan Dede & Secret Tribe ook alles behalve rust met zijn Soefibeats tijdens ‘de avondmis’. Binnen een handomdraai weet hij de hele Kathedraal op zijn grondvesten te doen schudden. Het publiek, wat gevangen zit te midden van grote rijen stoelen, is gedoemd om maar wat mee te draaien en mee te klappen op hun knieën op het hypnotiserende ritme van de tamboerijn. De gehypnotiseerden aan de buitenkant hebben zich allang aan de dans moeten overleveren en worden aangemoedigd: “Don’t mind what other people think, it’s better to be crazy in the head.”
Deze dag is al het toetje op de Music Meeting in zijn geheel, maar er is natuurlijk altijd nog die ene kers. Dat sublieme elegante onderdeeltje dat ervoor zorgt dat al dat smakelijks waardig afgerond wordt. Met de Zuid Afrikaans geklede Mahotella Queens en Hugh Masekela heeft de organisatie deze afsluiter gevonden.
Geïnspireerd door de film ‘Young Man With A Horn’ pakt de inmiddels zeer geapprecieerde Hugh Masekela op zijn 14e jaar de trompet op. In de muziek die hij door de jaren heen maakt, wordt zijn afkeer voor de apartheid in Afrika zeer duidelijk. Nu, inmiddels 56 jaar later, toont deze 70-jarige grootheid dat hij nog steeds niet gedateerd is. Hij grijpt je vast, laat niet meer los, en dat niet alleen met zijn muziek. Wanneer is het de laatste keer geweest dat je een man op die leeftijd seksueel getinte dansbewegingen hebt zien maken, aangejoeld door een horde vrouwen? Het gevolg is dat de ogen van de levenslustige man bijna net zo oogverblindend schitteren als zijn geliefde trompet. En laat je niet misleiden door de feestelijke klank van de nummers. Bij nadere beluistering is ook aan zijn hese, soms bijna fluisterachtige stem te horen dat zijn nummers meer bevatten en een behoorlijke diepgang hebben.
Music Meeting dag 3: Waardige afsluiting van een zonnig en experimenteel festival
Volop improvisatie en ruimte om te ontladen bij wereldmuziek
Het was vroeg in de middag toen zich een grote menigte achter het Universiteitsterrein bijeen schaarde. Verbrande schouders en armen verrieden direct de terugkerende bezoekers. Uit grote tassen kwam vervolgens een unlimited supply met dorstlessers en lichte versnaperingen tevoorschijn. Het mocht duidelijk zijn: Park Brakkenstein werd wederom omgedoopt tot een tijdelijke habitat.