Music Meeting dag 2: Afro-Latin night zorgt voor het nodige vuurwerk

Muzikale topkwaliteit en prachtweer creëren ultiem festivalgevoel

Tekst: Jasper Konijnenbelt / Foto's: Bernard Bodt ,

Ook deze tweede dag van de 26e editie van Music Meeting in park Brakkestein heeft alles waar de festivalganger om vraagt: een geoliede organisatie, heerlijk weer en een puik programma. Na top-optredens van Roberto Fonseca, Black Sea Trio en Renaud García-Fons, maakte het dertienkoppige salsa-ensemble La Excelencia duidelijk dat het niet alleen in de zon erg heet was.

Muzikale topkwaliteit en prachtweer creëren ultiem festivalgevoel

Ook deze tweede dag van de 26e editie van Music Meeting in park Brakkestein heeft alles waar de festivalganger om vraagt: een geoliede organisatie, heerlijk weer en een puik programma. Een prachtlocatie, een kleurrijke markt, een gemêleerd publiek een keur aan exotisch voedsel, wat wil een mens nog meer.

In de Kathedraal – het overdekte podium met betaalde plaatsen – bijt de Cubaanse jazzpianist Roberto Fonseca het spits af. Qua uiterlijk en zangstem treft de overeenkomst met Alain Clark, maar het is wel direct duidelijk dat Fonseca een slordige twintig keer meer muziek in zijn donder heeft. Razendsnelle en perfect getimede pianosalvo’s rollen uit zijn concertvleugel en brengen de zaal in extase. Zijn begeleidingsband staat duidelijk ook op scherp en met een perfect getimede uithaal op de saxofoon is het eerste kippenvel van de dag direct binnen.

Bij het Haai-podium verzamelen de aanwezigen zich voor het Black Sea Trio, inderdaad afkomstig uit de contreien rond de Zwarte Zee. Virtuositeit is hier het sleutelwoord. De Oekraïense gitarist Enver Izmailov bespeelt zijn gitaar kruislings en beslaat het besnaarde hout als ware het een percussie-instrument. De werkelijke percussionist van het trio laat in een langdurige solo zien dat hij aan een enkel cimbaal voldoende heeft een heel orkest weg te spelen. Een genot voor oog en oor.

Les Triaboliques uit Groot-Brittannië handelen in de Kathedraal in rafelige delta-blues met invloeden uit Oost-Europa en Afrika. Met drie snaarinstrumenten, variërend van cümbü tot elektrische gitaar, zijn de songstructuren complex. De zaal luistert desalniettemin aandachtig naar de broeierige wereldblues. Het debet aan percussie wordt helaas niet altijd goedgemaakt en soms is het zoeken naar structuur in de warrige tokkels. De droogkomische aankondigingen – “This song, in a way, is about vleurbehdekking (vloerbedekking)” – maken de sfeer ontspannen en gemoedelijk. Met een geëngageerde balade over het Israëlisch-Palesteins conflict en een ode aan onze eigen Waal sluiten de Britten in stijl af.

Na een rondje langs de wereldmarkt en het Micro-kredietdorp is het buiten bij de Haai tijd voor Besh o droM uit Hongarije. De reputatie als publiekslieveling van het Hongaarse megafestival Sziget maakt de verwachtingen hooggespannen. De pompende Balkan schalt over het veld en zorgt voor het eerste echte vuurwerk van de dag. Een dansende massa voor het podium valt de Hongaren dan ook ten deel en beurtelings solerend stuwen de groepsleden het publiek langzaam naar een hoogtepunt. Halverwege wordt er echter overgegaan op wat rustiger materiaal en met een zijlings uitstapje naar reggae laat Besh o droM de kans onbenut om er zo vroeg op de dag al met de hoofdprijs vandoor te gaan.   

In de Kathedraal maakt het publiek zich op voor de Franse keizer van de contrabas, Renaud García-Fons. García combineert een klassieke opleiding met speelse invloeden uit de Mediterrane en Zuid-Amerika. Bijgestaan door een tweetal topmuzikanten op accordeon en percussie loodst hij het publiek door zijn muzikaal universum. Het basspel van de Fransman is watervlug en accuraat als een precisiebombardement. Wanneer hij feilloos een fragmentje Bach inpast staat de Kathedraal op zijn kop. Het gastoptreden van zangeres Sabrina Romero is overbodig. Hoewel ze oogverblindend mooi is, klinken haar uithalen als die van een schorre eend en zijn onnodig theatraal. García en band kunnen het duidelijk alleen af.

In de Haai staat een levende legende op het programma. José Cobles (1923) dé bewaker van de Dominicaanse son, bolero en merengue en tevens bekend als muzikaal verzetstrijder ten tijde van de Dominicaanse dictatuur. Zijn band Puerto Plata gaat vlammend van start en het publiek gooit de heupen los. Cobles zit er tevreden bij. De goede man komt welgeteld één keer per half uur uit zijn stoel voor een kort vocaal intermezzo. Dat is gezien zijn leeftijd te billijken, maar doet zijn band te weinig eer toekomen, aangezien ze onder zijn naam opereren. Maar wanneer hij dan de microfoon grijpt en olijk een dansje maakt met een dame gaan alle aanwezigen plat.

In de Kathedraal gaat de Occidental Brothers Dance Band International verder met een dansbare cocktail van rumba, soukous en jazz. De stoeltjes zijn inmiddels verwijderd en de voetjes gaan van de vloer op de enorme dansvloer. Hoewel sterk uitgevoerd en uiterst dansbaar, klinkt het geheel wat eenvormig, is de podiumuitstraling statisch en zit er als geheel weinig pit in.

Op het kleinere Doerak-podium treedt vanavond een keurkorps aan piepjong Nijmeegs jazz-talent op, in de vorm van het Teun Creemers Quartet. Min of meer voor aanvang voor de show wordt dit omgedoopt tot het WaterQuartet. Er zijn weinig wereld-invloeden bij deze jongelingen en dat is na een hele middag mondiale klanken best prettig. Soms nog wat voorzichtig, maar met een overduidelijk talent en meer dan voldoende gretigheid, speelt het viertal een gedegen mix van eigen werk en bewerkingen van een aantal standards. De knapen geven elkaar de ruimte om te soleren en met name op drums en toetsen valt er het nodige vakwerk te bespeuren. Deze jongens komen er wel, zoveel is duidelijk.

Dat de Braziliaanse samba in de lift zit, bewijst Casuarina, net als het genre afkomstig uit die zonnige natie. De jonge band uit Rio bracht de samba van de straat letterlijk naar het miljoenenpubliek van MTV. Met een klassiek instrumentarium en hedendaagse bravoure zet Casuarina de massa voor de Haai voor de laatste maal vanavond in beweging. Dat laatste is niet helemaal waar overigens: een spontane trommelsessie van een aantal bezoekers omringd door joelende en klappende mensen zorgt voor de ideale afterparty op het veld.

In de Kathedraal mag het dertienkoppige salsa-orkest La Excelencia het bal afsluiten. De groep staat bekend als het enfent terrible van de salsa, hoofdzakelijk te wijten aan chagrijn vanuit de eenkennige salsascene over hun jeugdige baldadigheid. Dat een dergelijke baldadigheid een uitstekende manier kan zijn om een volledige zaal tot een gierend  hoogtepunt te brengen, wordt al snel duidelijk. Naatstrak musiceren ook trouwens; petje af voor alle afzonderlijke muzikanten. Als de voltallige percussie afdeling tijdens de derde toegift het publiek induikt om aldaar verder te spelen, bereikt de avond de ideale climax. Zelfs de stijfste hark staat te swingen dat het een aard heeft. Geweldige afsluiter van een prachtdag.