In de huiskamer weet Tom Musca oprecht te raken

Maar is diezelfde huiskamer te klein voor Yesterday's Men?

Tekst: Timo Pisart / Foto's: Anne Hopman ,

Intieme, oprechte concerten waarin artiesten op nog geen meter afstand van het publiek hun hartzeer bezingen. Red Shoe Sessions is goed op weg een reputatie op te bouwen als huiskamerpodium met perfecte programmering. Met Tom Musca en Yesterday's Men maakt de organisatie het weer waar.

Maar is diezelfde huiskamer te klein voor Yesterday's Men?

“Ik heb het koud, is het daar warmer?” Op het bevestigende antwoord wacht Tom Musca amper, hij gaat zomaar tussen het publiek zitten spelen. Hij raakt onmiddellijk in een soort muzikale trance, slechts af en toe opent hij zijn ogen om glimlachend het publiek aan te kijken. Op het eerste gezicht lijkt Musca een hele gewone jongen. Totdat hij zijn strot opentrekt. Met niets dan een akoestische gitaar en zijn gouden stem weet hij het publiek in twee korte sets -afgewisseld door Yesterday's Men- te boeien, fascineren en bij vlagen zelfs kippenvel te bezorgen. Vergelijkingen met Jeff Buckley zijn te makkelijk; hoewel ook Musca is gezegend met een typische falsetto zoekt hij het experiment op een andere wijze. Fluistert hij op het ene moment, op het andere moment wakkert hij een storm van effecten aan die zijn stem en gitaar dusdanig vervormen, dat de climax niet anders kan dan oplossen in een extatisch muzikaal orgasme. “Normaal heb ik ook een band”, biecht Musca op voor zijn toegift, een prachtige soulvolle cover van Satisfied Mind. “Dat mis ik soms”, maar Musca heeft helemaal geen band nodig om oprecht te raken.

“Wat grappig, dat laatste nummer”, haakt de frontman van Yesterday's Men in op het laatste nummer van Musca's eerste set. “Met het tweeluik waarmee wij starten, blijven we in dezelfde thematiek. Het is een tweeluik over een man en vrouw die door de duivel worden verleid.” Eigenlijk vat die overanalytische binnenkomer perfect het optreden samen van de 'romantische' band: pretentieus, kitscherig en meestal mierzoet. Wanneer het theatrale echter opzij wordt geschoven, blijft de muzikaliteit als een muur overeind staan. Op zijn best speelt Yesterday's Men dramatische, romantische popliedjes met sferische gitaren en een klassiek sausje, en wanneer de heren zeemanskoren inzetten is het zelfs lastig te onderdrukken om mee te brullen. Helaas verwordt de band soms tot een karikatuur van zichzelf bij het maken van grootse gebaren. Maar misschien is de 'Shoebox' gewoon te klein voor Yesterday's Men.