Tweede podium Kids ’n' Billies plek voor aanstormend talent

Hummingbirds hoogtepunt

Tekst: Eelco van Eldijk / Foto's: Bernard Bodt ,

Kids 'n' Billies moest afgelopen weekend het Goffertpark delen met het megalomane Rockinpark en leek hierdoor wat plek betreft wat in de verdrukking te komen. Maar niet getreurd; de échte rock laat zicht niet wegduwen! Het werd weer een feestelijk dagje onvervalste gezelligheid en muziek. Lees hier het verslag van het tweede (tent)podium van Nimweegs stoerste!

Hummingbirds hoogtepunt

Goedemorgen rock-’n-rollend Nijmegen; het weertje is fantastisch voor de zonaanbidders (een keer geen stortbui zoals andere kids-edities) en bomen genoeg voor schaduwtypes. Het sfeertje is jaarlijks meer dan ideaal voor muziekliefhebbers met of zonder kinderen. Dus voor eenieder die het gemist heeft; jammer!!

Het programma opent met een kort optreden bij de ingang van ‘de band in 60 seconden’ My Boot Heels. Vorig jaar dé ontdekking van het festival op podium 2. Dit jaar spelen ze zoals ze het ’t liefst doen, te midden van het publiek. Met minimale middelen behaalt dit waanzinnig goedspelend viertal altijd het maximale effect. Een beter ‘welcome’ kan je je op een festival niet wensen. “Fuck that job tomorrow”, want vandaag is het feest!

Kids ’n' Billies heeft dit jaar in het traject naar het festival het een en ander aan aanloopwerk gedaan. Een heuse pre-party, maar ook een bandcontest voor formaties onder de zestien die ‘rollen’ alsof ze een volwassen leven achter de rug hebben. De beste van de vier zou op het grote festival staan, maar omdat ze alle vier zo enthousiast (en leuk) waren, mogen ze allemaal op Kids ’n' Billies spelen. De ‘winnaar’ op het grote podium, de andere drie in het tentje.

De eerste die deze dag aan zouden treden is Epic Fail. Helaas blijkt hun gekozen naam een selffulfilling prophecy, want van optreden komt het niet. De jonkies uit Horst (Limburg) hebben hun ouders niet kunnen bewegen tot vervoer naar Nijmegen. De band moet verstek laten gaan. Doodzonde.

The Feliciano's (niet één van de jonkies, want deze staan verdeeld over de dag) beginnen daarom maar wat eerder. Hetgeen resulteert in een te lang durend optreden, wat beter gedijt  als achtergrondmuziek dan uitnodigt bij de band in de tent te komen staan. De als frontlinie opgestelde bandleden brengen ons bluegrass, aardig en gezellig. Maar met deze temperaturen verwelkt het gras al spoedig tot een stoffige zandvlakte.

Kylfa is wel één van de jonge-honden-garde. Fanatiek rockt dit jeugdige trio er flink op los. Soms zompig als oudgedienden Blue Cheer en Cream, dan weer flirtend met hedendaagse (nieuwe) helden als DeWolff (maar dan zonder het orgeltje) of het Haagse Orange Sunshine. Het gedreven drietal durft soms echt van de geijkte paden af te wijken, middels  andersoortige composities, dat verdient en oogst lof. En of het nu wel of niet strak uitgevoerd is, dat interesseert eigenlijk niemand; deze band bezit a-shitload-of-talent. Hier gaan we nog veel van horen als het de tand des tijds doorstaat.

De stevige rock van Kylfa wordt afgewisseld met de landerigheid van Cat-Rhythm. Een zeker niet onaardig clubje mannen dat muziek speelt die het best vanuit het gras genoten kan worden. Met enkele covers op de set als het onvermijdelijke Runaway, maar ook Let me entertain you, is het aangenaam verpozen bij Cat-Rhythm, buiten de bloedhete tent.

Zonder de mennekes op het podium te zien staan, lijkt het bij de aanvang van het optreden van Nameless, alsof de zanger voor de grap eerst een hele heliumballon naar binnen geslurpt heeft. Maar bij nadere beschouwing blijkt het toch wel degelijk het stemgeluid te zijn van dit brutale frontjochie. Een kleine ertenwipper van amper twaalf jaar die doodleuk Stones en Stooges aan elkaar rijgt met zijn twee bandleden. De twee gitaristen en drummer die Nameless bevolken zijn zo uiterst charmant dat het geen bal uitmaakt of de uitvoeringen van de tracks uit het hart komen of opgedragen zijn door een uberfanatieke ouder. Het rammelt aan alle kanten, maar die dikke grijns is van niemands gezicht te krijgen.

Barababob (geweldige bandnaam) heeft hun naam gewijzigd in The Mississippi Angelus. Een zonde, want Barbabob bekt veel lekkerder, blijft hangen en past deze band echt goed. De lompe boerenbluesrock met wat soulachtige invalshoeken is catchy as hell. Deze band past op iedere motorcross (Zwarte Cross?!) of Tractor Pull event. Simplistisch doorrockend wint deze band vandaag zieltjes voor hun naar stront en pis riekende muziekgospel. Trailer park white trash plakplaatjesvolk,’n knarsende mondharpiste, meegillende zangeressen en een zanger met een gigantisch grote bek (type Steven Tyler uit Boekel zeg maar), dit Brabants Bont is goud waard!

Uitsmijter op dit podium zijn de scheurijzers van de Hummingbirds. Met twee drummers in de gelederen en twee gitaristen weten deze mannen vriend en vijand te verrassen met een smerige cocktail van blues, brandende motorolie, verschroeid rubber en psychedelica. De opgefokte kippengaasblues van The Baptist Generals en (de eerste platen van) Archie Bronson Outfit, aangelengd met de grooves en hooks van Jon Spencer Blues Explosion, rauw tot op het kippenbot. Deze sympatieke enthousiastelingen doen geen concessies en winnen daarmee het hart van ’t bij het  grote podium weggelopen muziekminnend publiek (daar speelt nm. Van Katoen’s Bazz een ultieme set voor kinderen, waar een gemiddeld muziekliefhebber graag zijn heil elders door zoekt). De Hummingbirds kwamen, zagen en overwonnen op het kleine (tweede) podium. Zo goed als Th' Legendary Shack*Shakers (hierna op het hoofdpodium) zijn ze niet, maar Kids ’n' Billies werd gewonnen door deze achter-uit-vliegende (met andere woorden; tegen de stroom in maaiende) rare vogels.