Opvallend harde klanken kwartfinale Grote Prijs

Veel rock en metal binnen categorie Alternative Bands

Tekst: Martine de Rijk / Foto's: Rianne Luiten ,

Tijdens de kwartfinale van de Grote prijs van Nederland in Merleyn kregen vijf acts twintig minuten de tijd om te laten zien wat ze in huis hadden. In de categorie Alternative Bands liepen dit jaar de stijlen weer enorm uiteen. Deze avond stond echter vooral in het teken van het stevigere werk. Experimenteel, rock en metal: het was allemaal vertegenwoordigd.

Veel rock en metal binnen categorie Alternative Bands

Tijdens de kwartfinale van de Grote prijs van Nederland in Merleyn krijgen vijf acts twintig minuten de tijd om te laten zien wat ze in huis hebben. In de categorie Alternative Bands lopen dit jaar de stijlen weer enorm uiteen. Deze avond staat vooral in het teken van het stevigere werk. Experimenteel, rock en metal: het is allemaal vertegenwoordigd.

De aftrap van de avond is aan Do Not Run We Are Your Friends.  Een band met zeven leden die absoluut niet in een hokje geplaatst wil worden en daarom de nodige stijlen door elkaar mixt. Op sommige momenten hoor je duidelijk metal invloeden, later voert  psychedelische rock de boventoon. Wanneer tijdens het eerste nummer de twee blazers gaan improviseren, doet dit haast atonaal aan. Dit geeft de band duidelijk een experimenteel karakter. Echter geeft de stem van de zangeres de band weer iets ‘gothics’. Door het gebruik van percussie-instrumenten door de blazers krijgen de ritmes ook een extra dimensie.  

Blizzard, de tweede band van de avond, is een driemansformatie. De zanger, die tegelijkertijd bas speelt ziet er stoer uit in zijn leren jack. Waar de eerste twee nummers van de set goed rocken verslapt het bij hun derde en nieuwste nummer. Het begint met drums en zang: ‘I know you’re here with me this time, this time, this time’. Vervolgens komt de gitaar langzaam in en klinkt het als geheel erg commercieel. Het heeft wel wat weg van Hoobastank. De kracht waarmee Blizzard begon te spelen wordt helaas niet vastgehouden. De set eindigt met nummers die vooral goede megahits zouden kunnen worden op 3FM. Een slappe en kleffe bedoening dus.

Daarna is de eer aan Mister Blue Sky, vier dames die vooral voor het stevigere werk willen gaan. De gitariste heeft een perfecte bluesrock sound te pakken en de zangeres komt daar met haar rauwe stem en harde pianospel lekker overheen. Echter staat de bassiste tamelijk verlegen voor de microfoon als ze ook een deuntje waagt te zingen. Het laatste nummer is opgedragen aan alle juryleden en recensisten, bedoeld als parodie op hun kritieken en meningen. In het refrein wordt dan ook gezongen: ‘You’ll never be a hitmachine’. De toetsen maken plaats voor accordeon en de gitaar wordt ingeruild voor een mandoline. Daarmee sluit de band hun optreden heel feestelijk af.

Na het vrolijke einde van Mister Blue Sky gaat de avond een andere kant op. Deadbeat klinkt precies zoals je zou verwachten: keihard en snel. De zanger heeft zijn witte sportsokken onder zijn korte broek hoog opgetrokken en de gitarist draagt een ‘Hello Kitty’ shirt. De humor hierachter is niet direct duidelijk, waardoor de band in eerste instantie kinderlijk overkomt. Het eerste nummer is nog redelijk melodieus, (er wordt zelfs driestemmig gezongen!) maar doet een beetje emo-achtig aan. Bij het tweede nummer begint het meer naar metal te neigen en stroomt de zaal langzaam leeg. Wanneer er glitters in het publiek worden gespoten moet ik toch echt mijn conclusie trekken dat ik deze band ´a little too much´ vind.  
De afsluiter is de death metal-band Divine Sins. Ondertussen is de zaal op drie bezoekers en de deelnemende bands na bijna leeg. Toch weerhoudt dit de band er niet van een goede show neer te zetten. De podiumperformance past perfect bij die van een death metal-band: laaghangende gitaren, lange haren en headbangen. De grunts van de zanger zijn goed, maar op den duur wel eentonig door gebrek aan variatie. De drums zijn strak en super snel. Toch ontbreekt het me in het geheel aan melodie. De distortion effecten op de gitaren zijn zo overheersend dat er van het gitaarspel niks meer overblijft dan een grote ruis van geluid. Dit is jammer, want technisch gezien ziet het er goed uit en als je je best doet hoor je ook dat er vette riffs gespeeld worden.