Doornroosje 40 jaar: terugblikken en vooruitkijken met Robert Meijerink

“Als er iets niet saai is dan is het wel werken bij Doornroosje”

Tonnis van der Luit & Maarten Wagemakers ,

Doornroosje bestaat veertig jaar! Een mooi moment om even terug te blikken op de rijke geschiedenis en vooruit te blikken op de toekomst. 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen sprak met programmeur Robert Meijerink over de snel veranderende muziekwereld, de rol van Doornroosje binnen Nijmegen, de aanstaande nieuwbouw en de verdere toekomst.

“Als er iets niet saai is dan is het wel werken bij Doornroosje”

Doornroosje bestaat veertig jaar! Een mooi moment om even terug te blikken op de rijke geschiedenis en vooruit te blikken op de toekomst. We spraken met programmeur Robert Meijerink over de snel veranderende muziekwereld, de rol van Doornroosje binnen Nijmegen, de aanstaande nieuwbouw en de verdere toekomst.
 
Bij je aantreden in 2003 moest je in principe vanaf nul beginnen. Toentertijd zat Doornroosje in wat zwaarder financieel weer door wat geharrewar met de gemeente, en aanvankelijk werd je aangesteld om met een beperkt budget een commercieel aantrekkelijk programma weg te zetten met niet al te veel risico’s. Je sprak toen al wel de hoop uit dit in de toekomst verder te kunnen uitbouwen met meer artistiek verantwoorde acts. 

Nu, zeven jaar later, loopt Doornroosje als een klok. Verrassend veel optredens van een prikkelend en alternatief karakter verkopen uit, er lijkt over de hele linie een gezonde toestroom van publiek te zijn en de programmering in Doornroosje heeft de laatste paar jaar ook de nodige prijzen gewonnen. Mag je nu stellen dat je vooropgestelde missie als programmeur geslaagd is?

“In zekere zin wel, ja. Het is een mooie, uitdagende missie om een breed en gevarieerd programma op te blijven zetten met een klein budget. Dat is de laatste jaren wel redelijk gelukt. Al blijft de missie natuurlijk nog gewoon doorlopen. Elk jaar staat er weer een nieuwe generatie potentiële bezoekers op, dus je blijft altijd bezig om nieuwe mensen aan je te binden. Zorgen dat je bij blijft met de trends, zowel onbekende nieuwe talenten als commerciële.”

Is er veel veranderd sinds 2003?

“Ja, absoluut. Vooral de komst van nieuwe media heeft voor een hoop veranderingen gezorgd waardoor je als programmeur ontzettend scherp moet blijven. Mensen zijn niet langer strikt gebonden aan één genre, maar ontwikkelen een steeds bredere smaak die ook een steeds bredere programmering vergt. Sowieso, doordat muziek steeds makkelijker verspreidbaar is kunnen bandjes tegenwoordig vanuit het niets binnen een paar maanden ineens grote concertzalen uitverkopen. Dat betekent dat je soms risico’s moet durven te nemen in je boekingen. Bands ruim van te voren vastleggen met de hoop dat ze op precies het juiste moment de buzz genereren om veel toeschouwers te trekken.

En een ander belangrijke verandering is dat de hele sector een flinke professionaliseringsslag doorgemaakt heeft. Subsidies moeten zo effectief en verantwoord mogelijk besteed worden. Je bent aan de ene kant verplicht om je doelen te halen, maar aan de andere kant heb je ook wel een taak om vooruitstrevend te blijven.”

Hoe zie je de rol van Doornroosje binnen de huidige Nijmeegse popscene?
“Als onderdeel van een groter geheel. Uiteraard proberen we een rol als aanjager te bekleden met meerdere initiatieven buiten Doornroosje zelf, zoals programmeringen op locatie (Lux, De Vereeniging, Stadschouwburg) en nauwe samenwerkingen met festivals (de-Affaire, Fortarock, Kids ’n’ Billies) en andere organisaties. Zo wordt Merleyn ook steeds belangrijker als poppodium: een prachtige zaal waar een focus ligt op aanstormend talent, een soort broeinest. Het is erg belangrijk dat er daarnaast nog een hoop andere onafhankelijke initiatieven blijven bestaan, dat houdt het popklimaat gezond. Onafhankelijke zalen als de Onderbroek, Extrapool, Plufabriek en De Vasim zijn belangrijk, als ook Oranjepop, PAN en Club 3VOOR12. Vanuit deze broeinesten komen juist de bands bovendrijven die uiteindelijk via Doornroosje weer een stapje verder kunnen groeien.”

Over doorgroeien gesproken, hoe zie jij de nieuwbouwplannen tegemoet?
“Voor nu is het nog vooral toekomstmuziek. Eerst moet het hele politieke verhaal worden afgesloten, en daarna kijken we stapje voor stapje verder. Natuurlijk heb ik al wel ideeën en plannen over hoe het straks moet zijn met de grotere capaciteit, maar voor nu richt ik me nog gewoon op de huidige zalen. We gaan het oude gebouw met alle voordelen, nadelen en ‘last but not least’ de prachtige sfeer en geschiedenis zeker missen maar we werken er hard aan om het nieuwe Doornroosje tot een succes te maken.”

Zou je een persoonlijk hoogtepunt kunnen aanwijzen van jouw tijd tot dusver bij Doornroosje?
“Er is zoveel moois geweest in Doornroosje qua optredens. Het is bijna onmogelijk om daar iets uit te pikken, dan zou ik onrecht doen aan andere bands. Nee, ik denk dat de meeste voldoening toch voortkomt uit het boeken van bands die kort daarna te groot voor Roosje worden, dat zijn voor mij toch de hoogtepunten. Het is echt tof als het dan gewoon lukt om een bands die bij het boeken gaan nog relatief onbekend zijn geboekt te hebben net voordat ze doorbraken. En dat is ook vooral een compliment aan het publiek hier in Nijmegen. Het feit dat zij nog steeds hun oren spitsen en open blijven staan voor nieuwe muziek maakt het veel makkelijker om frisse, nieuwe dingen te blijven boeken. Dan durf je af en toe ook wel een gok te wagen. En ik ben ook best trots dat grotere bands die hier in het verleden eerder speelden terug willen komen. Zoals Bonnie Prince Billy, Mark Lanegan, Greg Dulli en binnenkort Pavement, Yeasayer en Shellac. Dat is een goed teken.”

Waar zie jij jezelf en Doornroosje over tien jaar?

“Of ik er tijdens het 50-jarig jubileum nog zit? Dat weet ik niet, ik kan nog niet zo ver vooruit kijken. Maar zolang ik genoeg voeling heb met deze club en de mensen die er werken kan ik dit werk  blijven doen. Ik werk hier met plezier ook doordat er zoveel fijne projecten zijn. Maar deze doe ik natuurlijk niet alleen. Dit doen we hier met zijn allen. Dat houdt het uitdagend, afwisselend en vooral plezierig. Als er iets niet saai is dan is het wel werken bij Doornroosje.

Naar mijn verwachting: over tien jaar heeft Doornroosje de oversteek naar de nieuwbouw gemaakt en is zij als poppodium nog steeds gezond en een meerwaarde voor de stad en het culturele klimaat in deze stad. Ook dan zal er nog steeds een breed programma worden aangeboden doorspekt van nieuw talent en frisse initiatieven.”