Doornroosje 40 jaar: Doornroosje wordt opstandig, de jaren tachtig

Geen gelul maar aksie!

Tekst: Tonnis van der Luit ,

De vermaarde poptempel Doornroosje bestaat dit jaar 40 jaar. In dit artikel de bespreking van de roerige jaren ’80 als er een nieuwe onderstroom in Nijmegen arriveert: PUNK! In een café in Nijmegen wordt het een tijdje gedraaid, maar dit is van korte duur. De punkers komen op straat te staan en vinden dat Doornroosje een plek moet zijn waar ze wel voor deze nieuwe stroming open staan.

Geen gelul maar aksie!

De vermaarde poptempel Doornroosje bestaat dit jaar 40 jaar. Op 6 en 7 juli zal dit groots gevierd worden. De eerste twee artikelen omtrent Roosjes verjaardag, over de roerige jaren zeventig en tachtig, zijn voor een groot deel overgenomen uit het boek Doornroosje, 20 jaar jongerencentrum van Michiel Bugter en Aribert Guiking. Zij hebben de roerige beginjaren van Doornroosje op een prachtige manier in tekst gevat.

Inmiddels is Doornroosje een begrip in Nederland en niet meer weg te denken uit het culturele leven van Nijmegen. In de roerige begindagen van het poppodium was dit toch even anders. Het tij keert late jaren zeventig, de soepele organisatie loopt vast en de stafleden zijn niet meer in staat om samen te werken en voor goede activiteiten te zorgen. Een stel bezoekers en vrijwilligers zijn zeer ontevreden over het weer inslapen van Doornroosje en ‘nemen’ haar onder het motto:  ‘Geen gelul, maar aksie’. De staf wordt de toegang ontzegd en de groep organiseert zelf activiteiten, optredens en feesten.

Dan arriveert een nieuwe onderstroom in Nijmegen: PUNK! In een café in Nijmegen wordt een tijdje punk gedraaid maar dit is maar van korte duur. De punkers komen op straat te staan en vinden dat Doornroosje een plek moet zijn waar ze wel voor deze nieuwe stroming open staan. In 1979 zou Crass in Roosje kunnen spelen en dit was dan ook bijna gelukt. De politiek van de band: anarchistisch- militant , feministisch en antimilitaristisch. Dit zit wel snor, maar de aanbieder van de band wordt al snel verteld dat er voor deze pokkeherrie geen ruimte is in Doornroosje. Ondanks deze tegenwerking vinden in het najaar van 1979 de eerste punkavonden plaats en verschijnt de eerste graffiti op de muren van het schoolgebouw. In het jaarverslag van 1983 staat: “Laten we eerlijk zijn, Doornroosje is een eiland geworden van een loos geworden levensstijl, waar restanten van het hippiedom zich in leven houden met zogenaamd ludieke feesten en overjarige popmuziek.”

De punkers en de hippies liggen elkaar niet, de punks doen graag aan hippie pesten en de hippies pakken hen terug door grote bloemen in de zaal te schilderen. Het theehuis is inmiddels naar boven verplaatst en de punks verblijven beneden. Op de trap ertussen houden stafleden zich op om de twee groepen uit elkaar te houden. In het najaar van 1982 wordt er vrede gesloten tussen de twee culturen en het theehuis gesloten. Er komt een modern ogend Kaffee die de functie van het theehuis overneemt.

Meer en meer woningen in Nijmegen worden gekraakt en de reactie van de overheid hierop wordt steeds grimmiger. Er is sprake van een tweede feministische golf. Jongeren gaan steeds meer op zoek naar een eigen manier van leven en dat gaat niet zonder slag of stoot. De ontruiming van de Piersonstraat achter café de Plak en de rellen die hierop volgen, maken van het rustige Nijmegen een oorlogsgebied. Veel bezoekers en vrijwilligers van Doornroosje zijn actief betrokken bij deze stadsguerrilla. Doornroosje fungeert in de roerige februarimaand als opvangplaats voor vermoeide actievoerders.

De punks probeerden van Roosje hun eigen punktempel te maken  en de sociale maître is erg streng. Als een meisje en jongen tegen elkaar op stonden te rijden op de dansvloer werden ze letterlijk uit elkaar geslagen door militante feministen binnen Doornroosje. Maar de beweging krijgt al snel te maken met hetzelfde euvel als de hippies: vercommercialisering. In kledingwinkels zijn voorgescheurde kledingstukken verkrijgbaar en de grote platenmaatschappijen lijven veel vooraanstaande punkbands in. In Roosje worden alle punkconcerten georganiseerd door de zogenaamde punkkommissie, er wordt urenlang gediscussieerd of een band nou wel of niet ok is. Iedereen moet het met elkaar eens zijn voordat een band mag komen spelen.

Ondanks het feit dat Roosje weinig geld heeft vinden er roemruchte concerten plaats: Joy Division, The Fall, The Comsat Angels, Birthday Party, Echo & The Bunnymen, Einsturzende Neubauten en Black Flag. Dit laatste concert ontaardt in 1984 in een ware veldslag tussen skinheads, politie en punks. Ook het optreden van Nick Cave en zijn Birthday Party laat zijn sporen na. De bassist maakt neukbewegingen op het podium en wordt bekogeld door feministen.

Volgens een oud-medewerker komt de nadruk steeds meer te liggen op stressmuziek, doem, vermaak en uiterlijk vertoon. Volgens een aantal mensen in Roosje richt de muziek zich teveel op mensen die zich aan de rand van de samenleving bevinden en alleen functioneren in de kraakbeweging. Daarnaast loopt het speed- en heroïnegebruik en de overmatige alcoholconsumptie uit de hand. Doornroosje moet weer een stedelijk jongerencentrum worden en daaruit vloeit voort dat door vrijwilligers geïnitieerde groepenpresentaties of andere activiteiten voorrang hebben op de commerciële programmering. Halverwege de jaren tachtig wordt Doornroosje verbouwd en er wordt door het bestuur besloten dat er geld verdiend moet worden aan concerten en cafébezoek. De balans moet een wat fleuriger aanzien krijgen. Volgens veel medewerkers is het motto in die jaren: ‘Ruim baan aan de poenscheppers’.

Een aantal kroegmedewerkers van Doornroosje bevalt dit absoluut niet en zij organiseren buiten medeweten van de staf een concert van de UK Subs. De stafleden reageren door de kroeg tijdje te sluiten en een aantal opstandige medewerkers te ontslaan. Het conflict tussen de kroegmedewerkers en de ‘autoritaire’ staf komt in juni 1986 tot een uitbarsting en de kroeg wordt bezet. Medewerkers eisen meer inspraak en willen meebeslissen met stafleden. Zij vinden dat Doornroosje een strak amusementspaleis aan het worden is.

Aan het eind van de jaren tachtig is er echter geen sprake meer van een dominante jeugd- of tegenbeweging. De muziek is meer divers geworden en reggae, punk, rock, hardcore en andere muziekstijlen gaan inmiddels hand in hand. Er worden steeds grotere en  bekendere bands binnen gehaald om geld te verdienen zodat daarnaast ruimte ontstaat om meer experimentele muzieksoorten een plek te kunnen bieden. De nadruk komt dan ook steeds meer te liggen op swingavonden. Het publiek dat naast Doornroosje ook nog een studie, werk of iets anders heeft, is meer op zoek naar ontspanning en ontwikkelt  geen eigen initiatieven meer.