NO blues: een westers hart met een Arabisch/Afrikaanse ziel

Luxor Live deint mee op de spannende arabicana van multi-culti NO blues

Tekst: Marian van der Noordt / Foto's: Bernard Bodt ,

Verhalen over geluk, verdriet, pech, hoop, liefde, of gewoon over het weer. De missie is om over grenzen heen te gaan en, wie weet, een nieuw verhaal te maken gebaseerd op de kenmerken van Amerikaanse folk blues en traditionele Arabische muziek.

Luxor Live deint mee op de spannende arabicana van multi-culti NO blues

Blues in Luxor Live met Arabische melodielijnen en Afrikaanse percussie. Ad van Meurs, Haytham Safia en Anne-Maarten van Heuvelen werden door productiehuis ON uitgenodigd om een verkenning te maken binnen de Amerikaanse folk-blues en de traditionele Arabische muziek en deze twee stijlen aan elkaar te verbinden. In beide tradities wordt door middel van specifieke lijnen en ritmes een verhaal verteld.

Dat mondde uit in Farewell Shalabiye, hun eerste album met de kersverse nieuwe muziekstijl arabicana. Dit werd opgevolgd door een tweede album, Ya Dunya en inmiddels is er een derde verschenen: Lumen. Opmerkelijk is dat de muzikanten nieuwe ontdekkingen weten vol te houden, waardoor er geen sprake is van een kunstje wat herhaald wordt. Integendeel: ieder album klinkt nieuw, vers, interessant en bovenal, ondanks het experiment, doorwrocht.

Aan de lijst met optredens is te zien dat we al lang niet meer te maken hebben met een gelegenheidsformatie. NO blues is een feit, met muzikanten die elkaar weten te prikkelen en elkaar opstuwen naar meer, beter, hoger, dieper. Het is gewoonweg lovenswaardig hoe er buiten de paden wordt getreden met behoud van al die wortels. Zo horen we hoe een folksong een wending neemt als de slepende gitaarlijn wordt overgenomen door balalaika-achtig getokkel, vergezeld van een Afrikaans stepperitme, om dan weer terug te keren naar de slepende riffs die blues blues maken. En geen moment heb je het gevoel dat je getuige bent van een onlogische stijlbreuk waarbij je moet schakelen om op hetzelfde niveau te blijven als de muzikanten.

Anne-Maarten van Heuvelen (contrabas) lijkt de basis te zijn die de stukken perfect aaneen smeedt met zijn Nick Cave-achtige aanpak en prettig stemgeluid. Maestro Ad van Meurs (gitaar) en de virtuoze uit Jeruzalem afkomstige Haytham Safia (U’d) breken af en toe hun vingers op de snaren wanneer ze elkaar volgen in een opzwepend tempo, of in een poging elkaars geluid te treffen op hun eigen instrument, terwijl de Soedanese Osam Maleegi (djembe, bongo’s) bijna onbeweeglijk de meest ingewikkelde ritmes trommelt, alsof hij tien handen heeft in plaats van tien vingers. De klankkleur die hij neerzet is beslist even opmerkelijk als die van gitaar en u’d. Alsof alle ritmegeluiden van de wereld door zijn vingers naar buiten komen, gewoon knap. Hij wint alle harten door eventjes van plek te wisselen met Safia en op diens U’d een verstild Soedanees liedje te spelen.

Het onmiskenbare folk geluid komt van achter het mengpaneel, waar Ankie Keultjes achter de knoppen staat en tegelijkertijd meezingt vanaf de andere kant van de zaal. Het publiek draait zich dus af en toe om wanneer haar aandeel meer prominent wordt, zoals bij het nummer The River Wild. Wat aanvankelijk begint als een Iers aandoend lied krijgt een flamenco tintje gevolgd door een u’d (gypsy)/percussie (tabla) intermezzo. Instrumentale fragmenten wisselen af met in verschillende talen gezongen stukken. Keultjes verstaat de kunst om al die verschillende instrumenten, geluiden en stemmen optimaal tot hun recht te laten komen. Een optreden met uitsluitend hoogtepunten, warm aanbevolen.