Energiek Intero en Doghouse Gallows vermaken braaf publiek

Geen ‘simplistische dikke-mannen-metal’

Tekst: Rob van Uden / Foto's: archief 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen ,

Een gedreven drummer, een basgitarist op vijf snaren, een doorslaggevende gitarist en een kregelige zanger. In tweevoud. Toch bleven de voetjes vanavond aan de grond in danscafé NDRGRND.

Geen ‘simplistische dikke-mannen-metal’

Dat Pantera na al die jaren nog steeds een inspiratiebron blijkt voor hedendaagse metalbands is een zegen. De Nijmegenaren van Intero zijn een schoolvoorbeeld van hoe dat eruit hoort te zien: opruiend, beukend, groovend en op de voorgrond een energieke schreeuwlelijk.
Vanavond staat de band voor het eerst weer op het podium met gitarist Tjeerd. Van zijn kwetsuur is niets meer te merken en hij bepaalt als vanouds het bandgeluid. De vergelijking met wijlen Pantera-gitarist Dimebag Darrel stopt niet bij het kapsel.
 
Intero pakt vanaf het eerste moment de aandacht en laat deze slechts zelden verslappen. Zanger Ralluf overtuigt en is onmiskenbaar de blikvanger van de groep. Tussen de nummers door maakt hij een sympathieke indruk, maar als de band op volle kracht is, is hij boos. Schreeuwend, roepend en zijn gal spuwend lijkt het alsof hij meer energie heeft dan dat hij kwijt kan. Geflankeerd door de twee mannen met lang haar heeft de band een krachtige gestalte. Merkwaardig is het uiterlijke contrast met de drummer. Het Björn Borg T-shirt in combinatie met de witte Allstars passen weliswaar uitstekend bij zijn smetteloze voorkomen; het is niet in harmonie met het totaal. Zijn enthousiaste drumwerk gelukkig des te meer. Dus tondeuse over die slapen, stalen ring door het neusbot, iets minder vaak in bad en de planken worden gelijkmatiger vervuild.
 
Maar waarom is dat vijftigkoppige publiek zo tam? Behoudens één headbangende liefhebber zijn de toeschouwers enthousiast en aandachtig, maar staan ze stil. Dat terwijl de muziek van Intero zich uitstekend leent om elkaar eens flink door de ruimte heen te slingeren. Bang om te zweten? Nee, dat kan het niet zijn... Merkwaardig.
 
Al met al overtuigt de Nijmeegse ‘harsh metal’ vanavond. De band is klaar voor een volle zaal met mensen die beuken, springen, duwen en vliegen. De zanger zal zeker voorop gaan.
 
Het Utrechtse Doghouse Gallows kent een identieke line-up. Een gedreven drummer, een basgitarist op vijf snaren, een doorslaggevende gitarist en een kregelige zanger. De band begint erg sterk en al snel is duidelijk dat dit een band is met meer ervaring. Met ogenschijnlijk gemak krijgt het drumstel een uiterst efficiënt en strak pak slaag, en worden de teksten krachtig de zaal in gebruld. Het zware geluid uit de versterkers is zo dik dat je er in kan gaan hangen.
 
Na een nummer of vier ontstaat de indruk dat de aanvankelijke power plaats maakt voor routine. De zanger heeft een uitstekende uitstraling op het podium, maar na een tijdje moeten zijn looks van ‘angry motherfucker’ het podium gaan delen met een soort ongepaste Nederlandse minderwaardigheid. Hij drukt na meerdere nummers de bravoure onnodig de kop in, als het publiek moet horen dat de band “simplistische dikke-mannen-metal” maakt en dat ze snel spelen “wel gehad hebben”.
 
Het publiek werkt wederom niet mee. Men is nog altijd aandachtig, maar het gapend gat tussen podium en publiek rekt gestaag twee meter verder op. Bang om vies te worden? Nee, dat kan het niet zijn…Curieus.