Geiser is inmiddels geen onbekende meer in de muziekscene van Arnhem en Nijmegen. Het kwintet, dat in een ver verleden Dead Man Running heette, walst menig podia plat tot een ouderwetsch dubbeltje. De compromisloze kraut/post/psych/noise-rock van het zooitje ongeregeld slaat deze avond wederom in als een clusterbom. De scherven treffen een ieders oren om ze aan flarden te scheuren met het chaotische geweld waar Geiser patent op wil nemen.
Voor het ongeoefende oor is Geiser mogelijk te moeilijk, misschien soms te gekunsteld. Dit clubje pure liefhebbers van diverse a-commerciële muziekstromingen is er ook niet om gemakkelijk Lowlands- en Pinkpopvolk te dienen. Geiser is een band die niet zou misstaan op een festival als Roadburn, daar waar psychedelica en (on)gestructureerde herrie hand in hand gaan. De band teast het publiek door níet te doen wat verwachten wordt, dus gaan ze (te) lang door op dezelfde structuren, kappen ze bruut af om ineens stiekem te grooven, of prediken ze op stronteigenwijze jaren ’80-manier het evangelie der tegen-de haren-in-strijkende noise. Het vijftal wordt iedere beluistering beter en interessanter, toch zal het ze zowel haters als lovers opleveren.
Ook dit optreden in Doornroosje, voorafgaand aan het optreden van de grotere broers van A Place to Bury Strangers, zal vast voor weer enkele nieuwe volgers zorgen, want het is steengoed. Van het hypnotiserende begin tot het ontregelende einde van de set weet Geiser de aandacht op zich te richten en dat is knap voor dit type muziek.
Het rumoer rondom A Place to Bury Strangers is de band al dik een jaar tot in Nijmegen vooruitgesneld. Het drietal laat het hart van menig shoegaze- en noisepopliefhebber al twee albums lang sneller kloppen. Vanavond bewijst het luidruchtige trio ook aan Nijmegen waarom zij live hét globale middelpunt van dit moment van de scheurende indie zijn. Jesus and Mary Chain, Joy Division en My Bloody Valentine; alle drie aanwijsbare referenties waaruit ‘A Place’ hun naargeestige geluidsmuren uit opbouwt. Maar het is zo goed, intens en heftig dat niemand zeurt over de originaliteit van het gebodene.
In de zaal wordt er middels oproepen aan de muur duidelijk gemaakt dat het optreden erg luid kan uitpakken (naar Nederlandse geluidsnormen). Hoewel dat in het begin van dit optreden erg meevalt, blijkt daar, naar gelang de set vordert, geen woord van gelogen.
De ‘zanger’ (nauwelijks hoorbaar) annex gitarist (dominant aanwezig), stuwt de geluidsmuur verder en verder op, waardoor de andere (begeleidend) muzikanten ook verder opgedraaid dienen te worden om niet ondergesneeuwd te raken onder lagen van ruis en knetter.
A Place to Bury Strangers speelt niet lang, maar lang genoeg om een onuitwisbare indruk achter te laten. Het schaart hen in het rijtje van Mogwai, My Bloody Valentine en aanverwanten die precies weten hoe ze met luide intensiteit en een bloedmooi lied het ultiem haalbare qua geluid weten te combineren. Ongezellig?! Jazeker, maar dat is toch ook precies zoals ‘het hoort’ en geliefd wordt!
Luidruchtige intensiteit bij Geiser en A Place to Bury Strangers
Gezelligheid ver te zoeken... en zo hoort het!
‘De orkaan’ deed Nijmegen aan. Doornroosje was het toneel voor A Place to Bury Strangers. De Amerikanen kregen het lokale Geiser als opwarmer. Zij lieten er geen gras over groeien om de zaal te bedwelmen met hun averechtse muziek. Samen met A Place To Bury Strangers werd het een heerlijke teistering voor de trommelvliezen.