De eerste landelijke editie van Festival Club Canapé – een initiatief van huisconcertnetwerk Live in Your Livingroom – ! In totaal spelen tachtig acts in tweeënveertig verschillende woonkamers, waaronder die van het Dobbelmannklooster. Terwijl het buiten akelig koud is, verwarmt het Nijmeegse publiek zich aan de akoestische klanken van twee charismatische singer-songwriters.
‘Ik heb mijn tanden gepoetst, hoor. Jullie kunnen best op de eerste rij zitten,’ zegt Eric van Dijsseldonk plagerig tegen zijn publiek. Na twee woonkamerconcerten elders in het land, speelt de sympathiek ogende vaderfiguur nu een ‘thuiswedstrijd’. Met clichématige, weinig sprankelende nummers over de onbereikbare liefde (Zwak Voor Jou), het begin van de lente en ‘iets moois’ (Terug Naar De Bron) en de liefde voor zijn tweejarige zoontje (Alles Voor Het Eerst) weet hij echter niet te overtuigen. In plaats van de beoogde sympathie, wekken de met zoetsappigheid doordrenkte nummers slechts lichte braakneigingen op. Dat gevoel kunnen zelfs een grappige, in dialect gezongen ode aan Eindhoven en een maatschappijkritisch lied over ‘de verhuftering van de Nederlandse samenleving’ niet compenseren.
In tegenstelling tot Van Dijsseldonk weet de Ierse John Carrie het zittende publiek wél op te zwepen. De teksten van de joviale surferboy zijn wellicht even sentimenteel als die van zijn voorganger, maar zijn zelfspot en overduidelijk plezier in het spelen maken dat hij ermee wegkomt. Na een solonummer over hoe hij zijn inspiratie haalt uit de bergen, wordt Carrie druppelsgewijs vergezeld door drie andere bandleden. De vrolijke vrienden – die samen het kwartet John Carrie and Moor Green vormen – toveren het ene na het andere interessante instrument uit de hoge hoed. Denk hierbij aan een cajón, theremin en melodica, maar ook aan een tamboerijn die met duct tape aan een knie bevestigd is. Al met al zorgt dit rockende doch intieme optreden voor een grote glimlach en de onbedwingbare drang om met je voet mee te tikken op de maat van de muziek. Dit is lekker.
‘Ik heb mijn tanden gepoetst, hoor. Jullie kunnen best op de eerste rij zitten,’ zegt Eric van Dijsseldonk plagerig tegen zijn publiek. Na twee woonkamerconcerten elders in het land, speelt de sympathiek ogende vaderfiguur nu een ‘thuiswedstrijd’. Met clichématige, weinig sprankelende nummers over de onbereikbare liefde (Zwak Voor Jou), het begin van de lente en ‘iets moois’ (Terug Naar De Bron) en de liefde voor zijn tweejarige zoontje (Alles Voor Het Eerst) weet hij echter niet te overtuigen. In plaats van de beoogde sympathie, wekken de met zoetsappigheid doordrenkte nummers slechts lichte braakneigingen op. Dat gevoel kunnen zelfs een grappige, in dialect gezongen ode aan Eindhoven en een maatschappijkritisch lied over ‘de verhuftering van de Nederlandse samenleving’ niet compenseren.
In tegenstelling tot Van Dijsseldonk weet de Ierse John Carrie het zittende publiek wél op te zwepen. De teksten van de joviale surferboy zijn wellicht even sentimenteel als die van zijn voorganger, maar zijn zelfspot en overduidelijk plezier in het spelen maken dat hij ermee wegkomt. Na een solonummer over hoe hij zijn inspiratie haalt uit de bergen, wordt Carrie druppelsgewijs vergezeld door drie andere bandleden. De vrolijke vrienden – die samen het kwartet John Carrie and Moor Green vormen – toveren het ene na het andere interessante instrument uit de hoge hoed. Denk hierbij aan een cajón, theremin en melodica, maar ook aan een tamboerijn die met duct tape aan een knie bevestigd is. Al met al zorgt dit rockende doch intieme optreden voor een grote glimlach en de onbedwingbare drang om met je voet mee te tikken op de maat van de muziek. Dit is lekker.