Huntenpop dag 2: Groeiend festival met kinderziektes

Arid geeft positieve power

Tekst: Felicia Tielenius Kruythoff / Foto's: John Boerdam ,

Met het openbaar vervoer naar Huntenpop blijkt een haast ondoenlijke klus. Bij aankomst op het terrein maakt de zee van fietsen duidelijk dat Huntenpop iets is voor ‘in de regio’. Dat hier inmiddels behoorlijk grote namen geboekt worden, blijkt daar nog niks aan af te doen.

Arid geeft positieve power

Met het openbaar vervoer naar Huntenpop blijkt een haast ondoenlijke klus. Bij aankomst op het terrein maakt de zee van fietsen duidelijk dat Huntenpop iets is voor ‘in de regio’. Dat hier inmiddels behoorlijk grote namen geboekt worden, blijkt daar nog niks aan af te doen.

En er zijn nog meer kinderziektes. De organisatie heeft de regionale coverband Blackpoint als een van de eerste acts geprogrammeerd, die om het vriendelijk te noemen nog niet festivalwaardig is. Ook bij licht- en geluidsmannen valt nog het een en ander bij te schaven.

Het Oostenrijkse Kontrust is een cross-over band die veel invloeden haalt uit de metal en maar liefst twee drummers telt! Dit uit zich overduidelijk in het geluid, dat niet anders valt te omschrijven dan hakkerig (maar op de goede manier) en vrolijk. Helaas valt de gitarist uit de toon, omdat hij nog geen kaas heeft gegeten van solo’s zonder ondersteuning van een slaggitarist. Jammer. De zangeres zingt clean en de zanger doet iets wat het midden houdt tussen rap, ritmische zang of grunts. Maar het werkt en er is een ongenaakbare muzikale eenheid tussen die twee. Je irritatieniveau stijgt wel bij de constante opmerkingen tussendoor, waarbij je je niet aan de indruk kunt onttrekken dat de vocalist lijdt aan een onbeantwoorde obsessie voor de zangeres. Maar alles bij elkaar straalt de band een berg energie uit waar je niet omheen kunt.

Het Belgische duo The Back Box Revelation wekt ontzag. Het is werkelijk knap hoe vol het geluid is dat ze creëren met zijn tweeën. Geen logisch schema voor deze band. De coupletten, refreinen en bridges lopen origineel in elkaar over. Deze muziek is echter overduidelijk een eerbetoon aan de gitaar en soms is dat jammer. De zanglijnen gaan namelijk na een paar nummers allemaal op elkaar lijken en zelfs vervelen tot op het punt dat je gaat verlangen naar de gitaarsolo’s waar de band zo goed in is.

Luka Bloom heeft de zee van fietsen ook ontdekt en brengt zelfs een muzikale ode aan dit fenomeen. Het nummer zal wel Riding Along heten, want veel meer dan die twee woorden komen er niet uit. De Ierse singer-songwriter heeft een opvallend Amerikaans geluid en zijn nummers lijken eindeloos te duren. Bovendien heeft deze man een veel te positieve instelling (en te veel majeur-akkoorden) om voor de intensiteit en kippenvel te zorgen waar je op hoopt, slaapverwekkend.

De frontman van Fiction Plane heeft het ruige imago klaarblijkelijk vaarwel gezegd. Hij staat met gladgeschoren kin en net jasje opeens vreselijk veel op zijn beroemde vader te lijken. Met een set die afgezien van het populaire Two Sisters een promotie is van het nieuwe album is goed te horen hoe de band gegroeid is. De nummers worden veel zorgvuldiger opgebouwd in langzame en tergende spanningsbogen met uitbarstingen die het publiek op zijn kop zetten. Er zijn uitgesponnen solo’s die getuigen van veel meer gevoel en volwassenheid. De kenmerkende stijl wordt behouden, maar overall wordt de druipende ironie van het vorige album losgelaten en er komt ruimte voor een verwachtingsvolle sfeer gevuld met hoop. Dit doet je verlangen naar het verhaal achter de nummers.

Tijdens etenstijd worden we plotseling uitgenodigd voor de Huntenpop-taxi! Iemand heeft zijn laadbak volgeladen met zitzakken en rijdt zo af en toe bezoekers rond het terrein. Max Koffi, een aardige man met gitaar die speelt op het Wereldplein op initiatief van COS Gelderland, komt ons zomaar vergezellen. En dan volgt een prachtige rit met mooie luistermuziek en steeds meer mensen die tijdens de rit in de bak springen om deel te mogen nemen aan dit feestje. Misschien wel het spontaanste moment van Huntenpop.

De Nederlandse Stefan Schill Band doet precies wat de naam belooft. Het is één groot Stefan-feestje. Hij staat erbij met opengeknoopt shirt, wat overigens absoluut niet appetijtelijk oogt met zijn iele jongenslijfje. Stefan sneeuwt met de opbouw van zijn nummers alle mede-muzikanten onder. In elk nummer zet hij dezelfde jankende ellenlange gitaarsolo neer. De bas staat zo donker afgesteld, dat de tonen nauwelijks te horen zijn. Juist in dit funky genre zou je hem op de voorgrond moeten zetten en daar de solo’s van verwachten.

Arid maakt alle hooggespannen verwachtingen waar. De band heeft een dromerige en positieve sound die voor een groot deel gedragen wordt door de toetsen. Het valt op dat de teksten in vergelijking met de andere bands erg goed verstaanbaar zijn. Het is verfrissend weer eens een band mee te maken die iets te melden heeft en dat ook belangrijk vindt. De mannen hebben een open houding, zelfs als ze geen oogcontact maken met het publiek. Tijdens dit optreden gaat er langzaam een blij vuurtje in je hart branden. Je wordt gewoonweg meegesleept. Arid heeft overduidelijk een eigen lichtman meegenomen, die echt essentieel is voor de sfeer. En dat is waar het bij Arid om draait. Sfeer is alles!

En dan is er eindelijk tijd voor het toetje: Garcia Plays Kyuss. Deze band heeft in de huidige formatie twee Nederlandse leden: Jaques de Haard op bas en Ron Snijders op drums. Het eerste nummer belooft veel goeds, de band komt op zonder John Garcia himself en speelt een prachtige, lange, mooi opgebouwde intro. Helaas was dit meteen ook het hoogtepunt. Als de frontman opkomt zie je een ongeïnteresseerde man die het kunstje op automatische piloot komt afdraaien. Ook de gitarist lijkt alleen geïnteresseerd in zijn instrument en heeft volgens mij de zaal niet eens gezien. Wat een contrast met de bassist, die daar staat te rocken alsof zijn leven ervan afhangt en eigenlijk zelfs de frontmanpositie met zijn performance overneemt! Garcia loopt regelmatig van het podium af om in de coulissen even een sigaretje (of jointje?) te gaan roken en laat de band het klusje alleen klaren, en ik ben blij toe. Met zo’n arrogante houding wíl je de man ook niet meer zien. Muzikaal gezien klinkt het allemaal nog steeds erg jaren ’90, niks vernieuwends aan, maar er valt technisch gezien niks op af te dingen. Toch was deze eindact één grote teleurstelling…