Haldern Pop zaterdag: Geluidsproblemen The National een domper

Dan Deacon onverstoorbaar entertainment

Tekst: Maarten Wagemakers ,

Dit jaar vindt in het Duitse Rees-Haldern Am Niederhein alweer voor de 27e keer het Haldern Pop Festival plaats. En 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen is andermaal van de partij! Bij deze een verslag van dag drie.

Dan Deacon onverstoorbaar entertainment

Zoals gebruikelijk is de Haldern zaterdag tot de nok toe gevuld met kwaliteitsoptredens. Soms leidt dat tot vervelende overlappingen (zoals The Tallest Man On Earth met Sleepy Sun), al zijn dat luxe problemen waar mening ander festival enkel van kan dromen. Voor de rest blijft het een indrukwekkende parade van verschillende indrukken, aangename (en minder aangename) nadere kennismakingen en toch ook wel een prima aanleiding om de hokjesgeest nog maar eens wat mentaal te trainen.

Zo luistert Young Rebel Set, met hun springerige pubfolk en working class ballads met zwaar aangedikte pathos, vooral weg als een kruising tussen the Pogues en the Frames. En Arcade Fire mag dan ontbreken op Haldern 2010, met Fanfarlo staat er een band op het programma die toch zeker ten dele een dankbriefje aan de Canadese band verschuldigd is. De slepende grandeur lijkt direct van Win Butler en de zijnen gekopieerd te zijn, maar waar de wereld van Arcade Fire grotendeels uit grafkisten en diep verzonken oogkassen bestaat, zijn er aanmerkelijk meer zonnestalen en vogelserenades bij Fanfarlo te vinden.  En wie mist Foals als er met Everything Everything een min of meer vergelijkbaar alternatief te vinden is? De geforceerde vocale acrobatiek van de frontman en de soms wat te monotone indie-electro verdienen nog wel wat beteugeling. Maar met een handvol sterke singles onder de arm is de band toch al een eind op weg richting een doorbraak.

Dat Wasilla, Alaska niet alleen maar op de kaart staat als de stinkende oksel van Amerikaanse white trash is vooral te danken aan Portugal.The Man. Met zomers getinte psych/bluesrock lijkt de band de juiste uitlaatklep gevonden te hebben voor hun bijna bodemloze bevlogenheid.  Naast een immense productiviteit leidt dit ook tot een zekere rusteloosheid. Dit laatste zorgt er mede voor dat geen enkel optreden van de heren volledig hetzelfde is: voor een spontaan geïmproviseerde medley meer of minder draait Portugal.The Man zijn hand niet om. Ook vandaag is de balans tussen geijkte singles en prettige psychjams aardig intact, wat andermaal voor een uitdagende en bekoorlijke live-ervaring in de hete zon zorgt. Ooit zal het hen lukken om hun persoonlijke heilige graal te vinden, maar tot die tijd blijft zelfs het zoekproces een fascinerend spektakel.

De hoogste kippenvelratio komt dit weekend op naam van The Low Anthem. De band uit Rhode Island lijkt met de teletijdmachine direct uit de vroege 20e eeuw te zijn overgevlogen. De verstilde parochiale fluisterfolk en woeste whisky-anthems doen aan als stokoude traditionals avant la lettre.  De band dwingt ook vanaf de eerste seconde een betoverende stilte af in de spiegeltent, die pas wordt doorbroken als tegen het einde nota bene het geweld van de Blood Red Shoes op het buitenpodium dwars door de muren heen dringt. Pure magie.

De volgende naam van aandacht is Sleepy Sun, ondertussen een oude bekende. Vorig jaar op de-Affaire openbaarde de Californische band zich al als een indrukwekkende live-act.  Het vele touren sindsdien lijkt de band alleen maar sterker te hebben gemaakt. En wie na de wat ingetogenere nieuwe plaat Fever rekenende op een koerswijziging hoeft in elk geval niets te vrezen. Gebleven is de druggy mix van lome stoner, jaren ’70 hippiefolk en klassieke bluesrock, die nog veel beter lijkt in te spelen op de onderbewuste beneveling dan voorheen. Aangeschoten of niet, quasi-dronken op je benen meegolven op deze trip gaat eigenlijk vanzelf.

Eerder dit jaar kwam Yeasayer met een opvallende nieuwe plaat op de proppen. Van de subtiele hippie-mantras en psychedelische pop van het debuut was op opvolger Odd Blood weinig meer te bespeuren. De heren leken 80’s getinte electro-beats tot hun nieuwe medium gebombardeerd te hebben. Maar wat betekent dat voor hun live-shows? Ongeveer wat je zou verwachten. Oude hitjes worden in een nieuw glitterjasje gestoken dat niet altijd even lekker zit, en door het gebruik van live-beats klinken nieuwe tracks weliswaar dynamischer, maar verrassend genoeg lang niet altijd even dansbaar. Het zorgt nog steeds voor een leuk feestje en een spectaculaire kakafonie op het podium, al blijft de echte euforie toch achterwege.

De absolute eindbaas van Haldern dit jaar blijkt toch wel Dan Deacon te zijn. De knotsgekke Amerikaan doet zowel Delphic als Yeasayer compleet verbleken als dansbare acts. Hij stort zijn unieke mix van 8-bit geluiden, heliumkoortjes, speelgoedsamples, euforische noise en hyperactieve stuiterbeats uit over een publiek dat toch wel leek te snakken naar een wat fysiekere ontlading. Met zijn in het publiek geposteerde draaitafel oogt Deacon als een priester die zijn kinetische overtuigingen wil verspreiden. Een fotograaf dieper ongeluk de stroomkabel eruit loopt? Geen nood. Dan maar in de tussentijd zijn willige parochie de aanwezige discobol laten aanbidden en alvast de tekst aan te leren van het volgende nummer. Dan Deacon laat zich door niets uit het veld slaan en bouwt daarmee het leukste feestje van het hele festival.

Een band die ook wordt geteisterd door geluidsproblemen is The National, de band die het buitenpodium dit jaar mag afsluiten. De New Yorkers grossieren in neergeestige en zwartgallige indierock die als missing link dienst doet tussen Nick Cave en Bruce Springsteen. Maar aanvankelijke komt daar weinig van over vanavond. Regelmatig wordt het optreden stilgelegd door gesleutel  aan het geluid dat de gehele eerste helft ontsiert. Het is met dank aan de stoicijns Bourbon wegsippende en (figuurlijk) kurkdroge frontman Matt Berninger dat de aandacht nog enigszins scherp blijft. Pas in de tweede helft van de set krijgen we de band in volle glorie aan het werk te zien:  de brei wordt eindelijk gefocust, en Berninger en de zijnen grijpen alsnog de kans om via een inhaalrace en een stevige toegift wat krediet terug te winnen. Maar hier had toch meer ingezeten.

Zo krijgt Haldern door technisch euvel toch niet helemaal het slotakkoord waar van te voren op werd gerekend. Het is echter slechts een kleine domper op de vreugde. Mede dankzij het mooie weer en de andermaal ijzersterke programmering is ook de 27e editie van het festival als een succes te bestempelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd volgend jaar.